|
|
Iowa maakt zelfs favorieten nerveus
DES MOINES Iowa, 22 JAN. Voor de man die over een jaar wordt ingezworen als de nieuwe Amerikaanse president komt het er nu op aan. Maandag wijzen de kiezers in Iowa hun Republikeinse en hun Democratische favoriet voor het Witte Huis aan. Snel daarna volgen de meeste andere deelstaten, en half maart is naar verwachting al bekeken welke twee kandidaten bij de presidentsverkiezingen in november tegenover elkaar staan. De nervositeit onder de kandidaten is de afgelopen dagen hoog opgelopen. Het gaat er in Iowa niet alleen om wie wint, maar ook om wie zich weet te onderscheiden door de verwachtingen te overtreffen. Een verrassend sterke tweede plaats, zo is de gedachte, kan genoeg opwinding en publiciteit opleveren om de campagne van een underdog in de volgende rondes extra vaart te geven. De grote favorieten zijn de Texaanse gouverneur George W. Bush bij de Republikeinen en vice-president Al Gore bij de Democraten. Maar allebei hebben ze onverwacht sterke rivalen. Die uitdagers hebben in Iowa, en acht dagen later in New Hampshire, hun beste kans om te laten zien dat ze serieus meetellen. De koplopers lopen er het grootste risico tegen te vallen. De invloed van Iowa en New Hampshire op de selectie van Amerikaanse presidenten is daardoor veel groter dan hun inwonersaantal zou rechtvaardigen. In de rest van het land wordt wel eens gemopperd dat deze conservatieve, hoofdzakelijk blanke deelstaten allerminst een afspiegeling vormen van Amerika. Maar ze zijn nu eenmaal de eerste, en weten daarom de aandacht te trekken. De inwoners van Iowa zijn eraan gewend dat de kandidaten hen uitgebreid het hof maken, kapitalen uitgeven aan spotjes op de lokale radio en televisie, en zelfs de kleinste dorpjes in deze landbouwstaat met een bezoek vereren. Niemand staat ervan te kijken als hij meerdere malen per week wordt opgebeld om te gaan stemmen. Van de kiezers die maandagavond hun stem gaan uitbrengen, heeft maar liefst tweederde één of meer kandidaten in levende lijve op de korrel kunnen nemen. Maar één kandidaat heeft het aangedurfd om Iowa te negeren. De eigenzinnige Republikeinse senator John McCain neemt de gok dat hij zich, met zijn beperkte campagnekas, beter kan concentreren op één staat, New Hampshire, en in mindere mate South Carolina, dat daarna aan de beurt komt. Zijn kansen in Iowa waren hoe dan ook beperkt, omdat hij al jaren een uitgesproken tegenstander is van Iowa's populairste landbouwsubsidie, de overheidssteun voor ethanol, een uit mais gemaakt ingrediënt voor brandstof. De Democraat Bill Bradley, die de subsidie ook altijd veroordeelde, is tijdens zijn campagne als bij toverslag bekeerd tot een even groot voorstander van het spul als de andere kandidaten. McCain kan zich nu in New Hampshire en de nationale media presenteren als de kandidaat die zijn overtuigingen niet om politiek gewin verloochent. Andere afwezigen in Iowa zijn Pat Buchanan en Donald Trump, kandidaten van de Hervormingspartij. Deze groepering, opgericht door miljonair Ross Perot (zelf ooit kandidaat) beslist pas komende zomer op haar partijconventie wie een gooi naar het Witte Huis mag doen. De Republikeinen hebben tot nu toe voor de grootste verrassing van deze presidentsverkiezingen gezorgd. Zonder ervaring in de landelijke politiek wist George W. Bush, de oudste zoon van de voormalige president, al in een heel vroeg stadium vrijwel de hele top van zijn partij achter zijn kandidatuur te verenigen. Hij zamelde bovendien zoveel geld in (over 1999 het recordbedrag van 67 miljoen dollar) en scoorde zo goed in alle opiniepeilingen, dat een aantal kandidaten al bijvoorbaat afhaakte. Lang voor de eerste voorverkiezingen gooiden Elizabeth Dole, voormalig vice-president Dan Quayle, Lamar Alexander en John Kasich de handdoek in de ring. Van de overblijvers is Bush in de meeste opzichten de minst conservatieve Republikein. Inhoudelijk sluit hij goed aan bij de belangrijkste ideeën van zijn partij, zoals verlaging van de belastingen, verschuiving van politieke macht naar de deelstaten, steun voor particulier onderwijs en voor verdere liberalisering van de handel. Maar met zijn betrokken, persoonlijke stijl onderscheidt hij zich van zijn onpopulaire partijgenoten in het Congres en de kandidaten van christelijk rechts, en valt hij in de smaak bij middengroepen. In Iowa is de uitgever en miljardair Steve Forbes de Republikein met de beste papieren om op een sterke tweede plaats te eindigen. Hij heeft sinds zijn mislukte kandidatuur in 1996 een groot politiek netwerk in Iowa opgezet en zo'n 25 miljoen dollar van zijn eigen geld in zijn campagne gepompt. Met zijn pleidooi voor een uniform tarief voor de inkomstenbelasting, privatisering van de oudedagsvoorziening Social Security en zijn veroordeling van het recht op abortus, mikt hij op de rechter vleugel van de partij. Maar er zijn er meer die op die groep kiezers azen: de christelijke activist Gary Bauer, de zwarte dominee Alan Keyes en de senator Orrin Hatch. Forbes noemt zich graag de erfgenaam van Ronald Reagan, maar zijn gebrek aan charisma onderscheidt hem sterk van de oud-president. De ideologische verschillen tussen de twee meest kansrijke Democraten zijn niet makkelijk vast te stellen. Bradley heeft ambitieuzere plannen om de gezondheidszorg voor arme Amerikanen toegankelijk te maken, maar hij is toch in de eerste plaats de man voor Democraten die na alle schandalen niets meer met de regering-Clinton te maken willen hebben. Dat hij soms last heeft van een onregelmatige hartslag heeft in de Amerikaanse media opmerkelijk weinig aandacht gekregen. Gore, die de steun heeft van het partijapparaat, is na een aantal onhandige misstappen steeds zelfverzekerder campagne gaan voeren. Zijn grote organisatie geeft hem vooral in Iowa een sterke uitgangspositie. De stemming in Iowa is namelijk geen echte voorverkiezing, waarop in een stemhokje gedelegeerden gekozen worden voor de partijconventies. Het is meer een formele peiling. Op 2. 100 'caucus-bijeenkomsten' - die maandag worden gehouden in scholen, buurthuizen, brandweerkazernes en soms zelfs bij mensen thuis - praten de kiezers over de kandidaten en spreken hun een voorkeur uit. Die bijeenkomsten zijn tijdrovend en worden 's avonds gehouden, in het hartje van de winter, waardoor de opkomst doorgaans niet groter is dan één op de tien geregistreerde kiezers. Het zijn de bevlogen kiezers die naar de caucuses gaan en mensen die door campagnevoerders worden aangespoord. Iowa beroemt zich graag op zijn rol in de verkiezingen, maar de laatste keer dat een kandidaat na een verrassende overwinning hier doorstoomde naar het Witte Huis was een kwart eeuw geleden, in 1976, toen de onbekende Jimmy Carter het hele land verraste. Toch maakt alle aandacht van de nationale media Iowa tot hèt startschot voor de presidentsverkiezingen.
|
NRC Webpagina's 22 januari 2000
|
Bovenkant pagina |
|