C O L U M N NIEUWS | TEGENSPRAAK | SUPPLEMENT | AGENDA | ARCHIEF | ADVERTENTIES | SERVICE |
VRIJDAG
DE DRAAD
|
Twee keer een Malevitsj-stichting
door Lien Heyting
Als een schot voor de boeg kondigde het Stedelijk Museum vorige week eveneens de oprichting van een Malevitsj-stichting aan: de Malevich and Russian Avant-garde Foundation, die onderzoek zal doen naar het oeuvre van Malevitsj en zijn tijdgenoten. De Foundation is een gezamenlijk initiatief van het Stedelijk en het Russisch Museum in St. Petersburg. Dit museum beschikt eveneens over een collectie kunstwerken van Malevitsj, en ook hier kunnen vraagtekens worden gezet bij de manier waarop die werden verworven. In de jaren zeventig werden de erfgenamen gedwongen deze werken voor een luttel bedrag aan het Russisch Museum af te staan. Het is dan ook niet ondenkbaar dat ook dit Museum een claim te wachten staat. Kennelijk hebben het Stedelijk en het Russisch Museum nu besloten de handen ineen te slaan om de erven af te troeven. Beide musea hebben decennialang de kans gehad om Malevitsj-onderzoek te stimuleren, maar dat vonden ze blijkbaar niet nodig. Nu de erfgenamen het plan voor een stichting hebben gelanceerd - omdat er nog altijd geen oeuvre-catalogus of biografie van Malevitsj is - komt het Stedelijk ineens ook met het plan voor zo'n stichting. Het is een beetje doorzichtig en ook lachwekkend. Want hoe die stichting gefinancierd moet worden, of wie er in het bestuur komen, weet het Stedelijk Museum nog niet. Dat straks twee stichtingen hetzelfde werk gaan doen, vindt het museum geen bezwaar: "Voor hart- en vaatziekten bestaan wel 30 stichtingen", liet een woordvoerder van het Stedelijk weten. Je zou denken dat evenals de twee musea in de Verenigde Staten ook het Stedelijk Museum bereid is serieus na te gaan aan wie de Malevitsj- werken toebehoren, zodat vervolgens een rechtvaardige oplossing kan worden gevonden. Maar daar ziet het niet naar uit. Het Stedelijk Museum lijkt zich met zijn omstreden bezit te verschansen en schiet alvast een losse flodder af.
(Uit Cultureel Supplement van 17 december 1999 ) |
Bovenkant pagina |