|
|
CS VRIJDAG
|
Gespleten tong
door Paul Steenhuis
Van der Ploegs wens om de kunst vooral voor jong en allochtoon publiek aantrekkelijker te maken, was in de adviezen van de Raad duidelijk terug te vinden. Daarom was het des te opmerkelijker dat gisteren de voorzitter van diezelfde Raad, Winnie Sorgdrager, in een toespraak bij de opening van het studiejaar van de Rijksuniversiteit Groningen, zo mogelijk nog feller van leer trok tegen Van der Ploegs jong-en-allochtonen- kunstbeleid dan Van der Zwan. Kwaliteit moet bij de beoordeling van een kunstinstelling voorop staan, benadrukte zij, en niet of de instelling het juiste publiek (jong of allochtoon) bereikt: "Het is nergens voor nodig [...] mensen van een andere etnische herkomst bij de haren naar westerse kunst te slepen. Vermenging en beïnvloeding moeten vanzelf komen." Deze opmerkingen kunnen niet anders opgevat worden als rechtstreekse kritiek op de intenties van de staatssecretaris voor cultuur, die nu juist nadrukkelijk van mening is dat die vermenging niet vanzelf plaats heeft, en zowel de allochtonen en autochtonen een handje wil helpen bij die culturele vermenging. Dat is de crux van zijn kunstbeleid, dat is zijn politieke missie. Het is des te opmerkelijker omdat het de voorzitter van zijn belangrijkste adviescollege is, de Raad voor Cultuur, die dat stelt, nadat diezelfde Raad in zijn adviezen juist de staatssecretaris op dat punt zeer ter wille was, en best bereid was de kwaliteitseis voor enthousiaste jongelingen af te zwakken. Zo leverde Sorgdrager eigenlijk kritiek op haar eigen werk. De voorzitter sprak met gespleten tong.
(Uit Cultureel Supplement van 1 september 2000 )
|
Bovenkant pagina |
|