LEO PRICK
Eerder verschenen columns
DE DRAAD
JL HELDRING
HJA HOFLAND
YOUP VAN 'T HEK
KAREL KNIP
ELSBETH ETTY
ROEL JANSSEN
CS VRIJDAG
|
LEO PRICK
13 november 1999
Minachting
Op de opiniepagina van deze
krant roerde Rob Knoppert enige tijd geleden een interessant thema aan.
Hij deed dit naar aanleiding van het advies van de Onderwijsraad om
leerlingen halverwege en aan het einde van de basisschool te toetsen op
met name taal en rekenen en vervolgens ook nog eens aan het eind van de
basisvorming. Hij maakt bezwaar tegen de overdaad aan toetsen en ik
denk dat, behalve de leden van de Onderwijsraad, maar weinigen het op
dat punt niet met hem eens zullen zijn. Interessant in mijn ogen is dat
hij dit advies duidt als "de zoveelste bijdrage aan de algemeen
verbreide minachting voor het leraarsberoep". De leraar, zo meent hij,
toetst afdoende en daar moeten we dan maar op vertrouwen. Ik nu vind dat
we dat niet moeten doen, en dat dit niets met vertrouwen van doen heeft
en zo mogelijk nog minder met minachting.
Tot voor kort liet de maatschappij onderwijs links liggen. Die
onverschilligheid maakte dat de ontwikkelingen in die sector noch door
de politiek noch door de media werden opgemerkt. Met als gevolg dat het
hier en daar goed mis ging zonder dat daar ook maar enige haan naar
kraaide. Dat had in de meeste gevallen te maken met regelingen waar
leraren part noch deel aan hadden en vaak het slachtoffer van waren. Ter
wille van bezuinigingen moesten ze bijvoorbeeld lesgeven aan groepen of
in vakken waar ze geen verstand van hadden, en ter wille van de
werkgelegenheid werden leerlingen toegelaten tot opleidingen waar ze
niet geschikt voor waren. Het werd niet eens opgemerkt. Waardevolle
onderwijsvoorzieningen op het platteland werden opgeheven, een
onmogelijke Basisvorming ingevoerd, kortom er gebeurde van alles dat op
z'n minst discutabel mocht worden genoemd maar waarover niet werd
gediscussieerd. Die onverschilligheid betekende ook dat scholen
ongecontroleerd hun gang konden gaan, en bijvoorbeeld, om hinderlijke
aandacht te ontlopen, ongemerkt de Cito-toets konden afschaffen. De
hernieuwde aandacht voor het onderwijs heeft allerminst geleid tot
minachting voor leraren en scholen. Het tegendeel is het geval. Iedereen
begint terdege te beseffen hoe cruciaal hun rol is voor het wel en wee
van de maatschappij. Economisch, maar zeker ook sociaal. En wat mij nu
verbaast, is dat leraren daar niet blij mee schijnen te zijn, maar
klaarblijkelijk de voorkeur geven aan de anonimiteit waar het onderwijs
tot voor kort in verkeerde.
Wonderlijk genoeg verwijst Knoppert naar Engeland waar leraren, zo meldt
hij, gingen staken wegens de toetsverplichtingen die zij kregen
opgelegd. In dat land was het onderwijs op 'gewone' scholen zo beroerd,
dat leerlingen die daarop waren aangewezen hun loopbaan begonnen met een
onoverkomelijke achterstand in vergelijking met wie een privé-
school kon bekostigen. Inmiddels wordt daar volop getoetst, zijn talloze
directeuren vervangen en begint dit kwaliteitsoffensief merkbaar
vruchten af te werpen. Strikte controle op het functioneren van scholen
heeft niets te maken met minachting, maar geeft juist blijk van hoe
belangrijk we die vinden. De kwaliteit van het onderwijs staat of valt
met de kwaliteit van de leraren. Het zal dan ook niet lang meer duren of
ook die zullen worden getoetst. Ook dat heeft dan niets met minachting
te maken, maar wel met een gezond wantrouwen ten opzichte van
functionarissen die een cruciale rol spelen in de maatschappij en in de
toekomst van onze kinderen.
Leo Prick
|
|