LEO PRICK
Eerder verschenen columns
JL HELDRING
HJAHOFLAND
ROEL JANSSEN
CS VRIJDAG
ELSBETH ETTY
YOUP VAN 'T HEK
KAREL KNIP
|
LEO PRICK
30 september 2000
Opgelegd
Besturen op afstand, meer
autonomie voor onderwijsinstellingen, deze uitgangspunten staan model
voor de bestuurlijke revolutie van het onderwijs in de jaren negentig.
Als je scholen meer vrijheid geeft, moet je zorgen dat je over
instrumenten beschikt om de kwaliteit ervan te controleren.
Wat het voortgezet onderwijs betreft is dat controle op de output via gegevens
over zitten blijven en eindexamenresultaten. Daarnaast is er de
inspectie die toeziet op de gang van zaken. Voor een overheid die
pretendeert van afstand te willen besturen, moet dat meer dan genoeg
zijn zou je zeggen. Dit temeer daar scholen zich in dezelfde jaren
negentig zijn gaan organiseren met steeds grotere, en, als het goed is,
ook steeds competentere besturen. Zoetermeer en de politiek kunnen dus
met een gerust hart steeds meer overlaten aan de onderwijsinstellingen
zelf. Maar erg veel rust kent dat Zoetermeerse hart niet en hetzelfde
geldt voor dat van politiek Den Haag. Die kunnen het niet laten zich met
van alles en nog wat te bemoeien. Het voortgezet onderwijs heeft in
toenemende mate te kampen met een tekort aan leraren. Dat kon je al
jaren zien aankomen. Toch heeft de overheid dat op zijn beloop gelaten.
Sterker nog, tot voor kort heeft zij niets ondernomen om het beroep
aantrekkelijk te maken. Wel modieus, veel omstreden en tot conflicten
leidend vrouwenvoorrangsgedoe, maar geen maatregelen waardoor het
onderwijs voor vrouwen aantrekkelijk zou worden zoals kinderopvang,
betaalde opleiding voor wie zorg en werk moest zien te combineren of de
ervaring als opvoeder honoreren als relevante ervaring voor het
leraarschap. Ter toelichting van dit laatste: de econoom van middelbare
leeftijd die in het onderwijs ging werken kreeg zijn ervaring in het
bedrijfsleven gehonoreerd met een bij zijn leeftijd passend salaris,
maar zijn leeftijdgenote die onbetaald kinderen had opgevoed werd
verondersteld van niets te weten en kreeg hetzelfde salaris als de
beginnende leraar die net van de opleiding kwam. Politiek en beleid
hebben ernstig gefaald en de gevolgen daarvan zijn voor de scholen. Die
moeten maar zien hoe de tekorten op te vangen. Nu zou je verwachten dat
de overheid zich tenminste genoeg schaamde om zich bescheiden op te
stellen en scholen alle ruimte te bieden om de gevolgen van haar
wanbeleid op te lossen. Bij voorbeeld door scholen zelf te laten bepalen
aan welke aanvullende scholingseisen assistenten dienen te voldoen om
leraar te kunnen worden. Maar die ruimte hebben ze niet. De overheid
gaat bepaalde scholen onderscheiden met het predikaat opleidingsschool.
Alleen zij mogen, in samenwerking met lerarenopleidingen, leraren
opleiden. Niet degene die belang heeft bij een goede leraar bepaalt de
eisen, maar degene die behoefte heeft aan veel opleiden. Sterker nog:
scholen mogen niet eens zelf bepalen of hun leraren nog wel competent
zijn. Dat wordt, heeft Zoetermeer bedacht, centraal geregeld via
registratie in een landelijk register. Alsof leraren kleine
zelfstandigen zijn en niet deel uitmaken van een onderwijsorganisatie
met zijn eigen specifieke eisen qua opleiding en nascholing. Ook wil de
overheid bepalen hoeveel procent van zijn leraren een school als
excellent mag kwalificeren en om die reden extra belonen. Terwijl
scholen van alles moeten doen om de gevolgen van het beroerde beleid van
de afgelopen jaren op te vangen, zitten Zoetermeerse en Haagse
hobbyisten van alles te bedenken om de scholen in een onwerkbaar
keurslijf te persen. Besturen op afstand; tot in de details.
Leo Prick
|
|