LEO PRICK
Eerder verschenen columns
JL HELDRING
HJAHOFLAND
ROEL JANSSEN
CS VRIJDAG
ELSBETH ETTY
YOUP VAN 'T HEK
KAREL KNIP
|
LEO PRICK
9 september 2000
Fenomeen
Het Sociaal Cultureel Planbureau heeft enige tijd geleden een
omvangrijk rapport gepubliceerd onder de titel Scholen onder druk.
Daarin worden allerlei maatschappelijke ontwikkelingen geschetst die
ertoe bijdragen dat het onderwijs, zoals de titel al vertelt, onder
druk staat. Het is een gedegen rapport.
Ontwikkelingen die op zichzelf niet nieuw zijn, worden toegelicht en met precieze cijfers onderbouwd.
Heel nuttig dus. Een soort van encyclopedie, maar dat roept meteen ook
de vraag op: wie leest er nou een encyclopedie? Daarom had ik er de
voorkeur aan gegeven als de energie die was besteed aan deze omvangrijke
inventarisatie op een andere manier was aangewend. Bijvoorbeeld door de
cijfermatige gegevens omtrent bepaalde sociaal-culturele verschijnselen
te laten volgen door een beschouwing over de effecten daarvan op het
onderwijs. En dat dan niet in één keer in een dik boek,
maar per thema met actuele beschouwingen. Die actualiteit is zo
belangrijk omdat de ontwikkelingen verschrikkelijk hard gaan. Zo is
alles wat geschreven wordt over onderwijs en arbeidsmarkt al
achterhaald zodra het gedrukt is.
Een onderwerp waar de studie wonderlijk genoeg geen aandacht aan
besteedt, betreft het verschijnsel van bijbaantjes voor jongeren. Dit
heeft de laatste jaren een stormachtige ontwikkeling doorgemaakt. Was
het vroeger alleen de krant rondbrengen en vakken vullen, inmiddels
houden scholieren in de grote steden de halve horeca en een groot deel
van het winkelwezen overeind. En het beperkt zich ook al lang niet meer
tot degenen die het echt nodig hebben. Werken, zelf geld verdienen
beantwoordt aan een diep gevoelde behoefte van veel jongeren. We hebben
hier te maken met een sociaal-cultureel fenomeen van de eerste orde met
ongetwijfeld ingrijpende consequenties voor het onderwijs. Scholen
hebben een tweevoudige functie. Ze hebben in de eerste plaats tot taak
om leerlingen een en ander te leren; maar ook als ze er in zouden slagen
dat veel efficiënter te doen dan nog zouden ze daar niet voor
mogen kiezen. Die pubers de halve dag rondhangend op straat, daar komt
weinig goeds van. Scholen hebben dus naast de taak om leerlingen op te
leiden, ook de functie van veilige opbergplek. Zo herinner ik me de
verzuchting van de rector van een omvangrijke streekschool: ouders
verwachten van ons maar één ding, namelijk dat hun
kinderen hier om tien over acht terechtkunnen en dat wij ze niet voor
kwart over drie loslaten. Wat wij al die tijd doen zal de meeste ouders
een zorg zijn. Dus moeten wij hun kinderen, enkel en alleen uit
concurrentieoverwegingen, de hele week vasthouden.
Overigens zijn er al jaar en dag scholen die er wel naar streven het
onderwijs zo in te richten dat leerlingen zo veel mogelijk tijd
overhouden voor andere activiteiten. Daarbij gaat het om uitzonderlijk
begaafde jongeren op het gebied van bijvoorbeeld ballet of muziek. Of
voetballen natuurlijk, want ook daar mag alles voor wijken. Maar er
zijn natuurlijk ook leerlingen die meer tijd willen voor andere
activiteiten zoals sporten, hobby's of werken naast school. Om nog meer
uit te geven aan kleren, roken en drinken, hoor ik u vrezen. Maar
aardig is nu juist dat veel jongeren sparen of minder afhankelijk van
hun ouders willen zijn, trots zijn hun eigen vakantie te verdienen. Of
die het prettig vinden te werken omdat je daar tenminste als volwassene
wordt behandeld, aldus een veel gehoorde verzuchting. Maar ja, hoe kun
je leerlingen als volwassenen behandelen, wanneer je geacht wordt naast
leerschool ook nog eens de rol te vervullen van bewaarschool.
Leo Prick
|
|