|
|
LEO PRICK
|
LEO PRICK 24 juni 2000 Echte luiheid
Bij gebrek aan alternatieven zijn de verwijzingen naar andere auteurs aanvankelijk schaars. Geleidelijk wordt het roer overgenomen door een nieuwe generatie wetenschappers die zich vooral laten leiden door de Amerikaanse literatuur. Dit betekent niet alleen een talige omslag maar ook een andere benadering. Alle wetenschappelijke vragen worden gedwongen in het keurslijf van het experiment. Via talloze experimentele onderzoeken zal men er ooit in slagen, zo luidt de verwachting, het grote geheel te doorgronden. Erg bevredigend is dit niet. De onderzoeken ontberen in de regel een bredere visie; bovendien is het geheel toch meer dan de som der delen. In de ideologisch sterk gekleurde jaren zeventig leidt dit tot allerlei tegenbewegingen, waarbij een betere wereld vooropstaat. Wetenschap mag niet waardevrij zijn. De wereld wordt maakbaar geacht en opvattingen die daar niet in passen worden fel bestreden. Hoewel onderzoek uitwees dat intelligentie ten minste voor een deel het resultaat was van erfelijke factoren, werd A.D. de Groot, die het waagde in een rapport naar dit soort onderzoek te verwijzen, verketterd. De criminoloog Bianchi die zijn status van hoogleraar meer ontleende aan de tijdgeest dan aan de wetenschap besloot een wetenschappelijk dispuut over erfelijke aanleg met: 'Het is niet zo, want het mag niet zo zijn.'Inmiddels wordt steeds duidelijker dat psychische kenmerken samenhangen met fysiologische processen en dat de oorzaken daarvan grotendeels genetisch bepaald zijn. In de psychiatrie wordt meer dan ooit gebruik gemaakt van medicijnen met effecten waar Jan Foudraine alleen maar van kon dromen. De psychiater Kuiper moest eerst patiënt worden om daarvan overtuigd te raken. De toenemende kennis omtrent het menselijke bouwwerk betekent niet dat er geen ruimte over zou blijven voor speculeren. Het gaat nu niet meer over de vraag wat te doen aan echte dan wel aan aangeleerde luiheid, maar om de problemen van hyperactieve kinderen waarvan de oorzaak wordt gezocht in iets zo oncontroleerbaars als een 'minimal brain damage' of het effect van kleurstoffen in snoepgoed, kortom speculaties met een hoog 'Het Zwarte Gat'-gehalte. Hoewel in steeds meer gevallen genetische factoren de oorzaak blijken te zijn van ziekte, menen velen dat de oorzaak in de eerste plaats gezocht moet worden tussen de oren. Terwijl er dus ook nu nog allerwegen vrijmoedig op los wordt gespeculeerd bestempelen we de op niets gebaseerde ideeën van vorige generaties als simpel en naïef. Maar dat geldt natuurlijk ook voor het wetenschappelijke werk uit die tijd. Beide, het wetenschappelijke en het speculatief beschouwende, hebben dezelfde wortels: de wetenschappelijke stand van zaken op dat moment die geen uitkomst biedt of die we liever niet kennen.
Leo Prick
|
Bovenkant pagina |
|