LEO PRICK
Eerder verschenen columns
DE DRAAD
JL HELDRING
HJA HOFLAND
YOUP VAN 'T HEK
KAREL KNIP
ELSBETH ETTY
ROEL JANSSEN
CS VRIJDAG
|
LEO PRICK
8 januari 2000
Brutaal
'Te gek voor woorden', aldus R.
Meijerink, voorzitter van de club van universiteiten. Niet bedroefd of
zomaar boos, maar woedend, zo woedend dat woorden tekort schieten en dat
zegt toch wel wat in deze verbaal hoog begaafde kringen. Meijerinks
woede heeft betrekking op het besluit van de staatssecretaris om de
verzwaring van de eindexameneisen voor Havo en VWO ten dele ongedaan te
maken. Die woede vind ik maar moeilijk te begrijpen, omdat het helemaal
niet nodig is dat de vooropleiding van studenten wordt verzwaard.
Er wordt nogal eens geklaagd over de slechte studieresultaten van de
Nederlandse studenten. Nu is het ook niet eenvoudig om anno nu succesvol
student te zijn. De verleidingen zijn groot en het geld ligt voor het
oprapen. Het vereist dan ook heel wat zelfdiscipline om je terug te
trekken achter de boeken, een regelmatig leven te leiden, niet alle
avonden te gaan stappen en het bijbaantje niet te laten uitgroeien tot
hoofdbezigheid. Vaak heb ik studenten voorgehouden dat ze hun studie met
gemak binnen de gestelde tijd konden afronden als ze even regelmatig en
even hard zouden werken als vroeger op school. Nooit een student ontmoet
die het daar niet mee eens was. Wel werd er vaak geprotesteerd tegen die
vergelijking: gezien de schaarse beurs moest er gewerkt worden, ze
moesten zelfstandig leren wonen en bovendien mocht je niet ook nog eens
tijd hebben om verliefd te worden? Zo, in die volgorde, herinner ik me
de tegenargumenten tijdens een forumdiscussie met studenten enkele jaren
geleden. Als je het VWO aankunt, aan de universiteit een opleiding kiest
die ligt in het verlengde van je vakkenpakket en daarnaast ook nog eens
regelmatig studeert, is de studie nooit te zwaar. Dat geldt voor alle
studenten, ongeacht de vakken waarin zij eindexamen hebben gedaan. Wie
op het VWO voor een pretpakket koos, kan aan de universiteit de keuze
maken uit een heel scala aan pretstudies.
In dit licht bezien is het natuurlijk 'te gek voor woorden' dat de
universiteiten de politiek konden doen geloven dat de uitval van
studenten te maken zou hebben met een gebrekkige vooropleiding en niet
met de opzet van de studie of met de instelling of werkhouding van de
studenten.
Het probleem is niet de geestelijke bagage van de aankomende student,
maar de cultuurkloof tussen secundair en tertiair onderwijs. Aan dat
probleem wordt overigens van twee kanten gewerkt. Aan de ene kant zien
we dat veel universitaire studies geleidelijk schoolser worden
ingericht. Aan de andere kant is er de beweging andersom waar, met de
invoering van het studiehuis, gestreefd wordt naar meer zelfstandigheid
voor leerlingen in het VWO. Alle heisa rond het studiehuis nu komt
doordat we dit hebben ingevoerd tegelijkertijd met een bewuste en
volstrekt nodeloze verzwaring van het onderwijsprogramma met maar liefst
30%. Overigens met de uitdrukkelijke bedoeling om strenger te selecteren
en dus minder leerlingen door te laten, iets wat maar weinigen zich nog
schijnen te herinneren. De intellectuele selectie van onze
doctorandussen vindt plaats op het VWO terwijl de universiteiten
selecteren op heel andere kwaliteiten zoals zelfdiscipline en motivatie.
Wij, de maatschappij, moeten ons de vraag stellen of en in hoeverre we
dat willen, en vervolgens is het de taak van Meijerink en consorten om
daar invulling aan te geven.
Leo Prick
|
|