U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
Klik hier
N R C   H A N D E L S B L A D  -  B U I T E N L A N D
NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE

 NIEUWSSELECTIE 
 KORT NIEUWS 
 RADIO & TELEVISIE 
 MEDIA 

S c h a k e l s
Europese Unie

Europese ministers op schoolreisje


Sneeuwpret, paardenraces - de Europese ministers van Landbouw leken de afgelopen dagen wel op schoolreis. Een oud gebruik in de EU. "Daar kan net dat begrip voor elkaar ontstaan dat je later nodig hebt."

Door onze redacteur RENÉ MOERLAND

ÖSTERSUND, 11 APRIL. Meest geknuffelde minister op de informele bijeenkomst van Landbouwministers in Zweden de laatste dagen: Renate Künast. Ze is Groen, Duits en nieuw: drie goede redenen voor veel van haar collega's om haar wat beter te leren kennen.

Künast liet er bij haar aantreden in januari - niet als minister van Landbouw, maar van 'Consumentenbescherming' - geen misverstand over bestaan dat zij was aangesteld om de landbouw te hervormen. Haar strijdvaardige entree legde onmiddellijk de even oude als onderhuidse tegenstelling bloot tussen het 'traditionele' zuiden van de Europese Unie en het 'hervormingsgezinde' noorden. "Künast joeg de luiken bij de andere lidstaten dicht door zo hard om hervorming te roepen", zegt een Duitse ingewijde.

Hoogste tijd dus voor een ontspannende inlas. En daarvoor leent zich binnen de Europese Unie een informele raad bij uitstek. Elk halfjaar ontvangt het land dat als EU-voorzitter optreedt in eigen land op elk beleidsterrein de vakministers voor een paar dagen vol vermaak, uitjes en een paar uur losjes vergaderen zonder besluiten te nemen. Volop gelegenheid dus voor ministers en topambtenaren om elkaar eens 'met de benen op tafel' te spreken.

En niet alleen voor de ministers trouwens. Ook ambtenaren die regelmatig met hun Europese collega's overleggen zijn dit halfjaar wezen sleeën in Zweden. In totaal organiseert de Scandinavische EU- voorzitter dit halfjaar tachtig bijeenkomsten in vierenveertig steden.

Gerrit Braks, die er eerst als Brussels landbouwambtenaar en later als Nederlands minister van Landbouw (1980-1981 en 1982-1990) veelvuldig bij was, beaamt het belang van dit soort ontmoetingen. "De Italianen zijn er al in de jaren zestig mee begonnen. In de toenmalige Europese Gemeenschap van de Zes vormde Italië op landbouwgebied een buitenbeentje. Vandaar dat de Italianen er op gespitst waren hun Europese collega's eens te laten zien hoe het er bijvoorbeeld in de landbouw in Calabrië aan toe ging en waarom daar bepaalde steun nodig was."

Een informele ministerraad is "smeerolie voor het Europese beleid", meent Braks. Hij verwijst naar zijn oud-collega en latere premier van Frankrijk, Michel Rocard, die in diens biografie enthousiast verhaalt over ministeriële contacten zonder agenda. Braks: "Het hele quota- stelsel dat we in Europa in de jaren tachtig hebben opgezet, is voorbereid in informeel overleg. Dat bleek, ondanks taalbarrières, in de praktijk een effectief vehikel. Alle andere vakraden hebben het overgenomen." De ministers van Buitenlandse Zaken hebben er zelfs een speciale naam voor, Gymnich-overleg, naar het kasteeltje in Duitsland waar zij in 1974 voor het eerst zo'n bespreking 'rond het haardvuur' hielden.

Zweden, in 1995 bij de Europese Unie gekomen, vervult dit halfjaar het voorzitterschap voor de eerste keer. De ministers van Landbouw werden de afgelopen dagen getrakteerd op een soort roadshow, die in de lokale media werd aangeduid als "charme-offensief" van de EU. De Zweedse gastvrouw Margareta Winberg dirigeerde haar ministeriële collega's naar haar agrarische kiesdistrict rond de provincieplaats Östersund, in de hoop de EU wat dichter bij de bevolking te brengen, die recentelijk nog voor bijna driekwart (71 procent) tegen aansluiting bij de Europese muntunie (lees: euro) stemde. Maar qua timing zat het haar niet echt mee, omdat de hoge bezoekers uit de buurt van veehouderijen moesten blijven uit vrees dat zij het MKZ-virus zouden overbrengen.

Het deerde de ministers niet. De Zweden hielden het nu bij uitstapjes op sneeuwscooters door het ook in april nog altijd witte landschap. Ook waren er paardenraces waaraan de ministers konden deelnemen. Tijdens dit soort activiteiten konden zij doen waar ze anders tijdens vergaderingen geen tijd voor hebben: zo maar wat kletsen, lachen, elkaar beter leren kennen.

Dat leverde af en toe schoolreisjesachtige scenes op. Bijvoorbeeld als de Belgische minister Jaak Gabriëls zijn Nederlandse collega Brinkhorst in een manege bij de arm grijpt en schertst : "Laurens Jan, ben jij bang voor paarden? Dat is voor het eerst dat ik zie dat jij iets niet durft!" Onderwijl draait Künast met een helm op een proefrondje in een paardenspan.

"Dit soort gelegenheden is cruciaal als je samen moet hervormen", vertelt een regelmatige bezoeker van informele landbouwraden. "Je weet nooit of het op de sneeuwscooter was of ergens anders, maar soms kan daar net dat begrip voor elkaar ontstaan dat je later nodig hebt." Ook de busritten van de ene naar de andere activiteit zijn gewaardeerde gelegenheden voor een rustig en onbeladen gesprekje.

"Künast heeft onzettend veel geleerd de afgelopen maanden", zegt een ingewijde. "De reactie die zij opriep door luid te roepen dat alles anders moest, is verruild voor een meer strategische inzet: wij willen Wende, de Fransen willen de garantie dat ze evenveel geld blijven krijgen. Dan moeten we dus een vorm vinden om dat te bereiken, redeneert Künast. Vandaar dat zij in Östersund geen hemelbestormende plannen lanceerde, maar wel een rondje reed in een paardenspan. Veel effectiever op termijn."

NRC Webpagina's
11 APRIL 2001


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad