B E E L D :
Fouten maken
Maarten Huygen
Oh, was Wim Kayzer maar weer
terug. Niet dat zijn interviews volmaakt waren maar toch mis ik die
lange gesprekken met interessante praters die dankzij ondertiteling uit
de hele wereld konden komen. Ik zou mijn kritiek willen inslikken voor
zo'n programma.
Kaiser had zijn zwakke momenten maar er zaten hoogtepunten bij die ik me nu nog herinner. En er werd meer over gepraat
dan je bij de bescheiden kijkcijfers zou vermoeden. De huidige
interviews zijn te kort om interessant te zijn. Alleen Dirk-Jan Bijker
heeft een vol uur voor een gesprek op het uitgelezen tijdstip van
vrijdagnacht 12 uur, als alle kijkers uitgeteld van de lange werkweek op
de bank liggen. Dan moet je dat gesprek op de videorecorder zetten om
het later nooit meer af te draaien.
De meeste portretterende gesprekken duren een amechtig half uurtje. Theo
van Gogh had een prachtig uur op de lokale zender AT5, veel later bij
Veronica werd het een half uurtje en nu is het voorbij. Jeroen Pauw in
De Hemelpoort: te kort voor opmerkelijke uitspraken. De dilemma's
van zijn vorige zondagvondprogramma Kwestie van Kiezen hielden de
druk op de ketel maar het uitkiezen van muziek voor de hemelpoort
inspireert niet tot bekentenissen. Harry de Winter van Wintertijd
krijgt meer los dan Pauw door de favoriete nummers uit de jeugd van
zijn gast te laten horen. Zelfs KRO's Wilfred Kemp scoort nog wel eens
in zijn neo-gotische kitschbus van Tussen Hemel en Aarde. Maar te
vaak houdt het interview al op als het nog moet beginnen. Te gehaast.
Ivo Niehe had gisteren een keurig met beelden verzorgde inleiding op het
verschijnsel Schmelzer voor degenen die niet wisten wie hij was. Ok, een
nieuwtje: de inmiddels tachtigjarige Schmelzer had Wiegel nog in een
brief "gewaarschuwd" dat De Nacht van Wiegel het niet haalde bij De
Nacht van Schmelzer. Wiegel was om twee uur al klaar en Schmelzer ging
tot half vijf door."Het is toch geen vergelijk", zei Schmelzer. Dat lag
alleen niet aan het tijdstip. Wiegel liet geen kabinet vallen en
Schmelzer wel. Mijn hevige heimwee naar Kayzer brak uit bij een gesprek
in Noorderlicht met de aan de universiteit van Texas werkende
Nederlandse computer-wiskundige Edsger Dijkstra. Een man van geserreerde
uitspraken die klaagde over rommelig programmeren. Gek genoeg was het
aankondigende stuk over Dijkstra in de VPRO-gids kritischer dan het tv-
programma.
Noorderlicht bracht een soort portretterend interview op locatie
in Austin, Texas, maar dan had ik het weer langer gewild. Geef dan
meteen een of twee uur met deze man. Ga er weer heen, want hij had
zoveel te zeggen. Wiskundigen zijn beroepsvereenvoudigers en dat is
Dijkstra ook. Dan voel je je bij Windows en wat daar allemaal schots en
scheef aan hangt niet thuis. Windows is typisch voor wat Dijkstra de
Angelsaksische aanpak noemt: niet in één keer goed maar je
gooit wat op het beeldscherm om te verbeteren. Bewerking van halfbakken
producten gebeurt ook op een wordprocessor, die herschrijven
vergemakkelijkt. Ik moet bekennen dat trial and error ook mijn
methode is. Maar de bedachtzaam en perfect formulerende Dijkstra
schrijft zijn wiskundige notities over het programmeren van computers
met pen om zich te bezinnen voor hij begint. Dan hoeft hij niets door te
strepen. Zijn notities worden gekopieerd en naar deskundigen in de hele
wereld gestuurd. Dijkstra registreert precies wat hij doet, de meeste
programmeurs zijn het gauw vergeten. Er zit geen methode achter.
Dijkstra hoorde dat programmeurs pas vijf dagen voor de eerste bemande
ruimtevlucht naar de maan in 1968 uitvonden dat de maan ook afstotende
kracht had. Bij toeval. Het lijkt idioot, maar elke computerbruiker zal
het herkennen. Noorderlicht projecteerde deze kernzin van
Dijkstra: "Het testen van een programma is een effectieve manier om de
aanwezigheid van fouten aan te tonen maar het is volkomen inadequaat om
hun afwezigheid te bewijzen." Zo'n spiegel van deze tijd kan niet groot
genoeg zijn.