Door een onzer redacteuren
DEN HAAG, 5 APRIL. Een eventuele strafrechtelijke vervolging van Máxima's vader, Jorge Zorreguieta, is nog niet van de baan. Dat schrijft minister Korthals van Justitie in antwoord op Kamervragen van de SP.

Als de Hoge Raad naar aanleiding van de Bouterse-zaak zou bepalen dat het Folteringverdrag met terugwerkende kracht in Nederland kan worden toegepast, moet het openbaar ministerie zich opnieuw over de zaak "beraden", aldus minister Korthals.

Het openbaar ministerie besloot twee weken geleden een aangifte tegen Zorreguieta niet in behandeling te nemen. Oud-ambassadeur M. Mourik wil dat Zorreguieta in Nederland wordt berecht wegens misdaden tegen de menselijkheid en foltering. Het OM stelde zich op het standpunt dat de wet die foltering strafbaar stelt, pas in 1989 is ingevoerd en dat vervolging met terugwerkende kracht niet mogelijk is.

Het hof oordeelde in de affaire-Bouterse dat de folterwet juist wel terugwerkende kracht heeft. Op grond daarvan moet de voormalige legerleider hier worden vervolgd wegens zijn betrokkenheid bij de Decembermoorden. Het openbaar ministerie besloot in februari de Hoge Raad een oordeel te vragen over deze rechtsvraag. De officier die de Zorreguieta-zaak behandelt, A. Maan, vertelde de advocate van Mourik vervolgens dat een beslissing in haar zaak zou worden opgehouden, totdat de Hoge Raad uitspraak zou hebben gedaan. Desondanks besloot het OM enkele dagen later de aangifte niet in behandeling te nemen. De advocate van Mourik vermoedt dat dit gebeurd is in verband met de aanstaande verloving van Willem-Alexander en Máxima. Korthals bevestigt in zijn antwoord aan de Kamer dat officier van justitie Maan inderdaad heeft gezegd dat er geen beslissing zou worden genomen in de Zorreguieta-zaak vóór het oordeel van de Hoge Raad. Inmiddels is beroep aangetekend. Mourik, maar ook acht Argentijnse nabestaanden, hebben bij het hof een beklagprocedure aangespannen tegen de afwijzing van het OM.