|
|
|
NIEUWSSELECTIE Meer over MKZ
|
De boer zelf vindt mest 'geenszins' stinken
LEEUWARDEN, 3 APRIL. Een schone handdoek uit de kast stinkt naar mest. Vriendjes van hun kinderen willen niet komen spelen. Dag en nacht zegt de familie Scheper uit het Groningse Onstwedde in ondoordringbare stank te zitten. De Schepers zijn geen westerlingen die rust zochten op het Groninger platteland. Ze wonen er hun hele leven al. "Mijn vader werkte bij een boer", zei H. Scheper vorige week voor het Leeuwarder gerechtshof. Tegen boeren heeft hij niks. Maar sinds boer A. Migchels negen jaar geleden zijn mestsilo plaatste, leven de Schepers "in een hel". Boer Migchels zelf vindt het "geenszins" stinken. "Wat is reuk en wat is stank?" vroeg hij zich af. "Het zal best een keer ruiken, maar stinken doet het niet." In 1992 plaatste Migchels een mestsilo op anderhalve kilometer van zijn gemengde bedrijf in Onstwedde. Tankauto's voeren mest uit het midden en zuiden van het land aan, dat in de silo wordt opgeslagen. Migchels rijdt het tussen februari en september uit over zijn land. De afstand van de silo tot de woning van de Schepers is 140 meter. Zij en nog 21 omwonenden hebben van meet af aan geklaagd over geluids- en stankoverlast. Het aan- en afrijden van vrachtauto's en tractoren en het gierende geluid van de mestpompen veroorzaken in hun ogen geluidshinder. De mest zelf zou misselijkmakende stankgolven veroorzaken. De gemeente Stadskanaal neemt geen maatregelen. Een beetje geur op het platteland moet kunnen, vindt zij. De silo staat bovendien op de voorgeschreven afstand van maximaal 100 meter van de woningen. In maart vorig jaar bepaalde de Groninger rechtbank na een slepende juridische procedure dat sprake is van geluids- en stankoverlast. Een van de eerste keren in ons land dat een civiele rechter "stankoverlast uit de bio- industrie aanpakte", aldus de actiegroep Groningen Tegen Bio-industrie, die al enkele jaren de vestiging van vooral grote varkenshouderijen in het noorden probeert te keren. Migchels, zo vonniste de rechtbank, had onrechtmatig gehandeld en moest de geleden schade van de omwonenden, die wordt geschat op enkele tonnen, vergoeden. Hij ging echter in hoger beroep. De overlast was slechts incidenteel, meende hij. Bovendien gedoogde de gemeente Stadskanaal de situatie vanaf 1997. En had hij geen aarden geluidswal geplaatst en een demper op de pompen gezet om de geluidshinder te beperken? Migchels' advocaat O. Struif gaf op de zitting toe dat er "een zekere mate van overlast" is, maar het zou hier geen onrechtmatige daad betreffen. De advocaat van de omwonenden, P. van den Biesen, wees erop dat de Raad van State in de bestuursrechtelijke procedure de situatie meerdere malen als " illegaal" had aangemerkt. De geluidswering helpt te weinig, betoogde hij. Het gieren en janken van de pompen duurt voort. Net als de "hevige stank". "We hebben het hier niet over een beetje stank, maar over een continue, zeer extreme, penetrante, buitengewoon hinderlijke stank." De schade van de omwonenden - waardedaling van woningen, kosten van onderzoeken naar geluids- en stankoverlast - loopt met de dag op, aldus Van den Biesen. Het steekt de omwonenden dat Migchels niet tot een gesprek bereid is. Hij zou klagers hebben gezegd dat hij blij is dat de silo niet op zijn eigen erf staat. En stinkt de was die buiten hangt? Dan moet die maar op zijn waslijn worden opgehangen, zou hij mevrouw Scheper hebben gezegd.Het vervelende is dat concrete stanknormen ontbreken, concludeerde president G.J. Knijp van het hof. De "snuffelaars" die het geuronderzoek in opdracht van de omwonenden uitvoerden, kwamen tot andere conclusies dan het bureau dat Migchels inschakelde. Migchels vindt dat zijn silo niet meer stinkt dan de dertig andere in de gemeente. "Ik wil geen overlast veroorzaken", zei hij tot het hof. "Ik wil alleen graag mijn werk doen." En hielp hij met zijn mesthandel niet mee om de mestproblemen in het zuiden van het land op te lossen? Zuchtend: "Soms wilde ik dat er een bom op die silo viel, dan was het probleem opgelost." Misschien moet er toch een nieuw geuronderzoek worden ingesteld, zei Struif. Dat was eerder nagelaten wegens de hoge kosten. Maar volgens Van den Biesen speelde er iets anders. "Ik denk dat men wel wist dat de uitkomst niet anders zou zijn dan die van ons onderzoek." Uitspraak op 30 mei.
|
NRC Webpagina's 3 APRIL 2001
|
Bovenkant pagina |
|