T V V O O R A F :
Ode aan het Nederlandse lied
HENK VAN GELDER
Gefilterd licht en een camera
die laag of hoog langs het podium glijdt zodat de solist steeds maar
even rechtuit in beeld is - aldus het visuele cliché van
tegenwoordig. Alle muziekgala's worden vandaag de dag op dezelfde manier
in beeld gebracht, en dus ook het Gala van het Nederlandse lied
waarvan de KRO vanavond een ingekorte registratie uitzendt. Met het
Metropole-orkest van Dick Bakker, dat een half uur eerder ook al bij de
NPS in actie is.
Het gala dateert van vorige week zondag, toen het vanuit Orpheus in
Apeldoorn rechtstreeks op Radio 2 werd uitgezonden. Het stond in het
teken van Rob de Nijs, maar het werd tevens gedomineerd door de drummer
van Bløf, die de vorige dag verongelukt was. Twee bevriende
popgroepen, Skik en De Kast, trokken zich daarom uit de uitzending
terug. Dat sloeg een bres in de programmering, want iedereen zou, naast
een eigen nummer, ook een lied aanheffen uit het Rob de Nijs-
repertoire. Toen bleven er, met uiteenlopend resultaat, nog zeven over:
Manuela Kemp, Johan Verminnen, Margriet Eshuys, Ruud Hermans, Frederique
Spigt, Boudewijn de Groot en Freek de Jonge. Hij zong een ontroerend
mooi herschreven tekst van Lied van de oudere minnaars,
opgedragen aan zijn vrouw en ragfijn door de Metropole-strijkers
begeleid.
Voor de tv-versie is het podiumprogramma opgetut door Marc-Marie
Huybrechts, die het nieuwe KRO-gezicht moet worden. Hij liep de hele dag
mee met De Nijs, die 's morgens ook al bij de radio te gast was geweest
in Mezzo van Robert Long, en bevond zich ook 'achter de schermen'
tijdens het gala.
Veel van de voorgaande namen komen vanaf vanavond ook voorbij in de
achtdelige NPS-reeks De muziekcentrale, zonder publiek opgenomen
in de Schiecentrale in Rotterdam. Daar begeleidt het Metropole-orkest
telkens twee solisten, die elk eerst een recent eigen nummer zingen,
daarna een Nederlandstalig liedje van langer geleden en tenslotte samen
in een bestaand nummer uit andermans repertoire. De presentator is Bob
Fosko, die ietwat wezenloze praatjes houdt en niet steeds precies blijkt
te weten waar die oude nummers vandaan komen. Soms noemt hij wel de
auteur(s), maar in zo'n programma, dat als ode aan het Nederlandse lied
is bedoeld, zou eigenlijk elk lied vergezeld moeten gaan van een
ondertitel met tekstdichter en componist.
Wel zijn er verrassende combinaties gemaakt. In de eerste aflevering
treft Fay Lovsky raak het omfloerste timbre uit de jaren veertig, dat
bij het zoete Diep in mijn hart past. En vervolgens blijkt Gerard
Cox, de aarts-Rotterdammer, in De afgekeurde woning onvervalst
Jordanees te kunnen zingen. Hun duet is het bedrieglijk poeslieve
Dobbe dobbe dobbe uit 1973, waarin Jasperina de Jong zong hoe
moeilijk het toen voor het linkse volksdeel was een niet-fascistisch
geregeerde vakantiebestemming te kiezen.
Uit volgende afleveringen: Thé Lau en Vera Mann samen in
Marieke van Jacques Brel, Rob de Nijs met Johan Verminnen, Robert
Long met Bram Vermeulen, Freek de Jonge met Mylène d'Anjou en
Willeke Alberti met Boudewijn de Groot. Zonder diffuus licht, zonder
rook en de solisten blijven rustig in beeld.
De Muziekcentrale, Ned.3, 20.55-21.30u, Gala van het Nederlandse
lied, Ned.1, 21.34-22.29u.