Demonstranten vernielen ruiten Tweede Kamer

Door een onzer redacteuren
DEN HAAG, 29 MAART. Enkele honderden Koerdische demonstranten hebben vanmiddag met stenen ruiten ingegooid van het gebouw van de Tweede Kamer in Den Haag. De politie voerde charges uit, waarna de uit Noord-Irak afkomstige demonstranten op grote schaal vernielingen aanrichtten aan bushokjes, een tram, enkele politieautos en winkelruiten.

Een agent liep een gebroken kaak op, een andere werd aan de hand gewond. Aan het eind van de middag was de rust in Den Haag teruggekeerd.

Volgens de Haagse politie ging het om vijfhonderd demonstranten, die in strijd met gemaakte afspraken het Kamergebouw wilden binnendringen om bij de volksvertegenwoordigers hun zaak te bepleiten. De ongeregeldheden begonnen even na twee uur, nadat de demonstranten een petitie hadden aangeboden waarin wordt geprotesteerd tegen de uitzetting van uitgeprocedeerde Koerdische asielzoekers naar Noord-Irak. Op de Hofplaats, vlak naast de vergaderzaal van de Tweede Kamer, werden zij toegesproken door de Kamerleden Van Bommel (SP) en Halsema (GroenLinks). Ook van andere partijen waren Kamerleden aanwezig.

Rond drie uur werd de plenaire vergadering van de Tweede Kamer na de lunchpauze om drie uur gewoon hervat, al verzocht voorzitter Van Nieuwenhoven de Kamerleden zoveel mogelijk bij de ramen weg te blijven. De meeste ingangen van het Kamergebouw bleven op slot. Daarna verplaatsten de rellen zich naar de omgeving van het parlement, waarbij de winkelpassage in het centrum van Den Haag enige tijd met hekken werd afgesloten. Volgens een politiewoordvoerder zijn er enkele arrestaties verricht. De politie leek min of meer verrast door het uit de hand lopen van de demonstratie en had slechts enkele ME'ers ter beschikking. De politie had aanvankelijk met charges de demonstranten op grote afstand van het Kamergebouw gebracht, maar kon deze stelling niet behouden, zodat er alsnog meer ruiten sneuvelden.

De organisatie achter de betoging, het Koerdisch Platform, wijst de verantwoordelijkheid voor de gewelddadigheden van de hand en zegt dat deze het werk zijn van een kleine, geïsoleerde groep raddraaiers.