|
|
|
NIEUWSSELECTIE SCG
|
Vijf 'bodemsaneerders' vervolgd
Door onze redacteur TOM-JAN MEEUS
Ook wordt het SCG als rechtspersoon vervolgd, zo heeft de Rotterdamse officier van justitie M.Kaptein de SCG-directie vorige week meegedeeld. Toen de strafbaar geachte feiten werden gepleegd werd het toezichthoudende SCG-bestuur gevormd door onder anderen het huidige Tweede-Kamerlid H.van der Steenhoven (GroenLinks), de Brabantse gedeputeerde L. Verheijen (PvdA) en de Deventer wethouder A. Scholten (VVD). Ook zaten destijds hoge ambtenaren van het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieuhygiëne (VROM) in het bestuur. Gebleken is dat deze ambtenaren in strijd met de regels van het rijk hun inkomsten als SCG-bestuurder mochten behouden. Minister Pronk (VROM) heeft zijn vertegenwoordigers eind vorig jaar uit het SCG- bestuur teruggetrokken. De vervolgingsbeslissing, die is bevestigd door de directie van het SCG en Pronk, volgt op een jarenlang onderzoek door het kernteam zware milieucriminaliteit van de Rotterdamse recherche. Uit het onderzoek bleek dat afvalondernemers en stortplaatsen voor zwaar verontreinigd afval, niet zijnde grond, SCG-verklaringen kregen. Deze verklaringen suggereerden dat het om grond ging, waardoor de ondernemers milieuheffing ontliepen en voordelen boekten die gemakkelijk konden oplopen tot een miljoen gulden per partij afval. SCG-directeur H. van Zoelen, zelf geen verdachte, bezweert dat zijn medewerkers te goeder trouw hebben gehandeld en meent dat een lacune in de wetgeving oorzaak is van de problemen. Minister Pronk heeft de Kamer in een kort briefje van de vervolging op de hoogte gesteld. Naar de handelwijze van de toenmalige SCG-bestuursleden, die geen van allen worden vervolgd, loopt een onderzoek door de Rotterdamse bestuurskundige A. Ringeling in opdracht van het openbaar ministerie. Deze geeft geen commentaar, maar kondigt voor later deze week een persbericht aan.
|
NRC Webpagina's 28 MAART 2001
|
Bovenkant pagina |
|