|
|
|
NIEUWSSELECTIE Meer over MKZ
|
Politici zijn een virus en moeten dood
EPE/SPRANG-CAPELLE, 28 MAART Ik kom hier om te luisteren, zegt minister-president Kok bij het begin van zijn werkbezoek aan het oostelijke crisisgebied. Maar volgens de veehouders die zich bij het gemeentehuis in Epe hebben verzameld, zijn Kok en minister Brinkhorst op de verkeerde plaats. In Brussel moeten ze zijn, om te pleiten voor vaccinatie. Of in Oene of Welsum, waar de boerderijen één voor één geruimd worden. Door een haag van tractoren en een twintigtal boeren lopen Kok en Brinkhorst naar binnen. A. Slijkhuis drukt de minister-president een foto van haar lammetje in de hand. 'Kareltje wordt eerst geënt en daarna alsnog vermoord', luidt het bijschrift. "Ik heb begrip voor uw emotie", antwoordt Kok. "U moet niet praten, maar wat doen", schreeuwt J. Buter de bewindslieden toe, voor ze haastig naar binnen lopen. Buter woont in Kamperveen en heeft vanmorgen acht dode lammetjes in de wei gezien. Uit solidariteit met de boeren is hij naar het gemeentehuis gekomen. Binnen praten Kok en Brinkhorst in het bijzijn van de Gelderse Commissaris der Koningin J. Kamminga met burgemeester Eland van Epe en enkele vertegenwoordigers uit de agrarische gemeenschap. Zij vragen met name aandacht voor de psychische nood onder de boeren. Veel boeren die wachten op ruiming van hun boerderij kunnen psychisch het werk niet meer aan en willen hulp van collega-boeren, maar die mogen het gebied niet in. Bij het gesprek zijn ook enkele vermogende particulieren aanwezig. Zij kondigen aan een particulier noodfonds op te richten voor de getroffen boeren. Het ministerie zegt een bijdrage toe. Dat de psychische nood hoog is, blijkt buiten het gemeentehuis. Daar kan B. Koetsier uit Oene zijn tranen niet langer in bedwang houden. Zijn boerderij met 30 koeien en 50 schapen is geruimd. Laat ze toch naar het gebied gaan, schreeuwt hij de omstanders toe. Maar Kok en Brinkhorst hebben er bewust voor gekozen niet naar het epicentrum van het virus te gaan. Te gevaarlijk met het oog op besmettingsgevaar. "Oene en Nijbroek zijn net een concentratiekamp", zegt S. van der Scheer uit Nijbroek. "Je kunt het je niet voorstellen, echt niet", zegt de eigenaar van een loonmechanisatiebedrijf. Deze ochtend hebben ze eerst in alle vroegte in het crisiscentrum in de Generaal Kootkazerne in Garderen een briefing van veeartsen bijgewoond. Na Epe staat nog een bezoek aan het kantoor van het ministerie van Landbouw in Deventer gepland. Als Kok en Brinkhorst in Epe na een half uur weer naar buiten komen is de wachtende menigte aangegroeid tot ongeveer vijftig personen. "Moordenaar", roept een van hen. Kok en Brinkhorst blijven niet staan en haasten zich over de snelweg naar Deventer, onder de viaducten door met spandoeken waarop Brinkhorst in vleiende en minder vleiende bewoordingen gevraagd wordt te enten. "We zijn de brand nog niet meester", zegt Brinkhorst als hij ten slotte nog twee nieuwe besmettingen bekendmaakt. Het totale aantal komt hiermee op zeven, allen rond de brandhaard Oene. Minister-President Kok maakt duidelijk dat er wel degelijk aandacht is voor de problematiek van de boeren. "Een rampsituatie van nationaal gewicht", zegt Kok. "De boeren moeten echt niet denken dat we er alleen voor staan, we laten ze niet in de steek." De snelgroeiende opstand tegen het ruimen is niet alleen in Epe merkbaar. Honderdvijftig kilometer zuid-westelijker, in het Brabantse dorp Sprang-Capelle, hangen de vlaggen halfstok. Het halve dorp is in opstand gekomen tegen het ruimen van gezonde dieren. De burgemeester van Waalwijk waar Sprang-Capelle onder valt, heeft zelfs gezegd dat hij er niet aan wil meewerken, net als die van Kampen trouwens. Voor de boerderij van Jan en Piet de Rooy in Sprang-Capelle hebben zich ongeveer tweehonderd mensen geschaard om een vrachtwagen en enkele personenauto's die zijn beplakt met pamfletten. De gebroeders De Rooy hebben gisteravond van de rechter te horen gekregen dat hun bedrijf met twintig handgemolken koeien mag worden geruimd. "Zij willen zich niet meer verzetten", zegt Ad Goossen, die samen met zijn zoon John en aanstaande schoondochter Wilma al bijna twee etmalen onafgebroken voor de boerderij bivakkeert. Eerst om een eventuele ruiming te verhinderen en nu, na de rechterlijke uitspraak "als een ludieke actie". Daar komt Peter aan, eigenaar van een transportbedrijf, met een nieuwe lading pamfletten. "Politici zijn een virus in onze pels. Het zijn parasieten en die moeten dood!!! Eerst de oren eraf snijden", staat erop. "Dat doen ze bij dieren ook", zegt hij verontwaardigd. Zij moeten die dieren gewoon enten. Je gaat toch ook geen mensen afmaken als ze griep hebben. Daar heb je toch medicijnen voor?" Ad Goossen, eigenaar van een leder productiebedrijf, rijdt nog maar eens een rondje in zijn tot geluidswagen omgetoverde auto. Twee avonden hebben ze vuren ontstoken op de rotonde in het dorp. Vrijdagavond willen ze een stille tocht houden voor de geruimde dieren. "We gaan door zolang het nodig is", zegt Goossen. Van de supermarkt hebben ze twee kratjes bier gekregen, de snackbar kwam frites brengen, boterhammen en koffie krijgen ze van de gebroeders De Rooy, die vanachter de heg tegen iedereen roepen dat ze tot na de ruiming 'geen commentaar' geven. Even verderop in de straat woont Arie Ophorst. Zijn leven lang heeft hij geboerd. Tot maandagmiddag 4 uur had hij als hobby nog 14 schapen, zeven grote en 7 kleine. Toen kwamen de medewerkers van de rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees zijn veestapeltje afmaken. "Ze hebben het heel netjes gedaan", zegt Ophorst. Verdriet heeft hij er zeker van. "Iedere ochtend steek ik mijn sigaren aan en ga de beestjes voeren. Ik ga op een stoel zitten en ze dansen om me heen. Nu heb ik niets meer. Mijn vertier is weg." Zijn vrouw is tien jaar geleden overleden, zijn schoonzoons durven hem uit angst voor besmetting niet meer te bezoeken. Hij heeft in zijn leven talloze keren een uitbraak van mond- en klauwzeer meegemaakt. De ene koe werd er kreupel van, de ander kreeg een kwaaie uier, weer een andere koe genas er helemaal van. "Ze moeten ze allemaal enten," zegt Ophorst, "maar protesteren heeft geen zin. Brussel deelt de lakens uit."
|
NRC Webpagina's 28 MAART 2001
|
Bovenkant pagina |
|