T V V O O R A F :
Een omgevallen vuilnisbak van de
filmgeschiedenis
HANS BEEREKAMP
Deze week is begonnen met het in
hoog tempo achter elkaar op de buis brengen van het tweede contingent
telefilms. De eerste serie, in 1999, van de met extra subsidie
vervaardigde speelfilms voor televisie als injectie voor de vaderlandse
filmindustrie, was bij de gemiddelde kijker een beetje onopgemerkt
gebleven.
Daarom is dit keer veel aandacht besteed aan vooraankondigingen en trailers, maar de start was wederom vals. De EO
had in laatste instantie zo veel inhoudelijke bezwaren tegen bepaalde,
de christelijke religie betreffende details in Gerrard Verhage's
afgelopen woensdag uitgezonden Het negende uur - over een zanger
van de christuspartij in de Matthäus Passion - dat ter elfder ure
coupures en veranderingen in de dialogen werden geëist. Verhage
boog op een aantal punten het hoofd, zoals het verzachten van de
suggestie dat Maria Magdalena een hoer was, want de EO meent dat de
bijbel daar geen eenduidige uitspraak over doet. Het gevolg was wel dat
de telefilm van weinig voorpubliciteit kon genieten, want de omroep zag
liever geen tapes van de ongeautoriseerde versie naar de pers gaan. Dat
is het nadeel van werken voor de televisie: zelfs na goedkeuring van
het scenario door de afdeling drama en een voorvertoning van Het
negende uur, september vorig jaar op het Nederlands Filmfestival,
kunnen omroepbazen alsnog verhinderen dat een film in de door de makers
beoogde versie uitgezenden wordt.
Van de negen nieuwe telefilms waren er twee nog niet klaar in september
2000: Meral Uslu's Roos en Rana en Emile Fallaux' Liefje.
Het late fictiedebuut van de 56-jarige Fallaux, voormalig directeur van
het International Film Festival Rotterdam en winnaar van de
Nipkowschijf voor zijn videodocumentaires, is zeker een van de meest
ambitieuze experimenten.
Wie vreesde dat Fallaux zijn wilde haren kwijt zou raken, kan gerust
zijn. Liefje, losjes gebaseerd op een krantenbericht over een
student en een schoolmeisje, die samen haar vader vermoorden omdat ze
menen dat hij ooit incest met haar heeft gepleegd, is een woest en
onbeheerst debuut. Zoals vaak in een eerste film trekt Fallaux alle
denkbare stijlmiddelen uit de kast, om te laten zien wat hij in huis
heeft. Cinéma vérité en kunstzinnige stilering,
flashbacks en flashforwards, overbelichting, ontkleuring, laconieke
montage-effecten, naturalisme en theatrale overdrijving, het lijkt wel
een omgevallen vuilnisbak van de filmgeschiedenis. Bijna elke
scène bevat een of andere bijzondere formele trouvaille, waarvan
de meeste van moed en allure getuigen. Een tangoscène in de
regen en een pas de deux met een spiegelbeeld zijn op zich fantastisch.
Het is alleen jammer dat de individuele scènes nauwelijks tot
hun recht komen door de overdaad, die in dit geval schade berokkent aan
de consistentie.
Er wordt erg goed geacteerd in Liefje. Het paar, Erik (Ramsey
Nasr) en Esther (Jelka van Houten) lijkt, evenals de titel van de film,
gemodelleerd naar Honeybunny Amanda Plummer en Tim Roth in Pulp
Fiction, of al die andere moordlustige jonge romantici in
Amerikaanse actiefilms. Dat dit paar luidruchtig de invloed van
Dostojewski's Raskolnikov claimt, en zegt niets met Natural Born
Killers van doen te hebben, wordt weersproken door de filmstijl.
Mooi is het contrast tussen de academische, kunstmatige manier van
acteren van de diabolische Nasr en het naturel van de misleide Van
Houten, een droomdebuut.
Wat Fallaux' eigen filmopvattingen zijn moet nog blijken uit de films
die hij hopelijk hierna gaat maken. Ideeën genoeg, daar schort het
niet aan. Vooralsnog houdt zijn stijl het midden tussen die van Theo
van Gogh (wegens de cynische dialogen en de overschatting van de
kijker) en van Mijke de Jong (de woeste, verschillende kanten
uitwaaierende inventiviteit). Beiden worden overigens netjes bedankt op
de eindcredits. Liefje is voor een poging een nieuw publiek te
kweken voor Nederlandse films wat weerbarstig uitgevallen, maar het is
wel een zeer bemoedigend experiment.
Liefje, VPRO, zondag, Ned.3, 21.40-23.13u.