|
|
|
NIEUWSSELECTIE Dossier Enschede
|
Commentaar: Enschede na de ramp
De ramp heeft laten zien waartoe laks overheidsoptreden kan leiden. Dat er niets zou zijn gebeurd als de betrokken vuurwerkonderneming zich aan de regels had gehouden, doet hier niet aan af. De kettingreactie die door de brand in een van de gebouwen van het bedrijf werd veroorzaakt, kon ontstaan als gevolg van de zwakke schakels die de gemeente bekend waren. De logische en onvermijdelijke reactie van het gemeentebestuur van Enschede is dan ook dat die zwakke schakels worden aangepakt. Burgemeester Mans van Enschede maakte gisteren in de vergadering van de gemeenteraad duidelijk dat dit zal moeten leiden tot een optredende in plaats van een terugtredende overheid. Voorts zal veel meer dan voorheen bij de vergunningverlening expliciet aandacht worden geschonken aan het veiligheidsaspect.
HET ZIJN VOORNEMENS waar niemand tegen kan zijn. Daarbij geldt dat ze veel eenvoudiger zijn uit te spreken dan te realiseren. Het gaat immers in veel gevallen niet zozeer om nieuwe regels, maar om toepassing en interpretatie van bestaande regels. Een belangrijke rol hierbij speelt de toedeling van verantwoordelijkheden op de diverse niveaus binnen de gemeentelijke organisatie. Grote delen van het apparaat zullen zodoende geconfronteerd worden met het ook gisteren weer gehanteerde begrip cultuuromslag. Van belang voor het welslagen van een dergelijke operatie is dat het dragen van verantwoordelijkheid serieus wordt genomen. Dat geldt in het bijzonder voor de politiek verantwoordelijken. Uitgerekend op dit punt blijft de uitkomst van het debat in de gemeenteraad onbevredigend. Twee wethouders hebben consequenties getrokken uit de rapportage van de commissie-Oosting. Direct na de presentatie van het rapport trad wethouder Buursink af, van 1994 tot 1998 verantwoordelijk voor het verlenen van de vergunningen. Gisteren volgde zijn collega Koopmans die deze portefeuille in het huidige college beheerde. Voor de raadsvergadering maakte zij bekend dat zij direct na de vergadering zou vertrekken. Op deze manier was haar weg naar de uitgang 'koninklijker' dan die van wethouder Buursink, omdat zij zich op deze manier nog kon verantwoorden tegenover de raad.
WIE DAARENTEGEN blijft zitten is burgemeester Mans. Als aanvoerder van het college medeverantwoordelijk voor alles wat is misgegaan in Enschede. Een veel gehoorde opmerking tijdens het debat was dat hij niet gemist kan worden bij de wederopbouw van de stad. Maar daar ging het debat niet om. Het ging om de verantwoordelijkheid. Die wordt in Enschede blijkbaar verschillend beoordeeld. Daarmee heeft de politiek een verkeerd signaal afgegeven.
|
NRC Webpagina's 20 MAART 2001
|
Bovenkant pagina |
|