|
|
|
NIEUWSSELECTIE Ministerie van Justitie Frankrijk
|
Moorden met vast patroon
PARIJS, 19 MAART. Guy Georges glimlacht tegen fotografen, hij kijkt zelfverzekerd in de televisiecamera's. Tijdens de eerste minuten van het proces tegen de Franse seriemoordenaar, vanochtend in het Paleis van Justitie in Parijs, mogen opnames worden gemaakt en Guy Georges geniet van de aandacht. Ook de vragen van de rechter beantwoordt hij met een zelfverzekerd lachje. Ja, hij is Guy Georges, en nee, hij heeft geen vaste woon- of verblijfplaats. In de uren erna is hij minder rustig. De jury neemt plaats naast de rechter, een lange lijst van getuigen wordt voorgelezen. Guy Georges beweegt zijn hoofd schichtig heen en weer, zoekt op zijn stoel voortdurend een andere houding. Tussen de drie bewakers is hij klein. Brede schouders, kort geknipt haar, een kalend voorhoofd, hij draagt een trainingsbroek en een groen T-shirt. Recht tegenover hem zit Elisabeth Ortega, een vrouw met lang rood haar, in een rolstoel. Zij was één van zijn eerste slachtoffers, ze wist te ontsnappen. Door een ongeluk later, in een vakantie, raakte ze verlamd. Guy Georges (38) staat terecht voor moord en verkrachting. Volgens de aanklacht maakte hij tussen 1991 en 1997 zeven dodelijke slachtoffers, onder wie de Nederlandse Hélène Frinking en Agnes Nijkamp. Vier vrouwen overleefden de aanvallen. De man pleegde zijn misdaden volgens een vast patroon. Hij volgde vrouwen in parkeergarages of tot de deur van hun appartement. Hij bedreigde hen met een mes, duwde ze de auto of de flat in, snoerde hun mond met plakband en sneed hun ondergoed stuk. Hij verkrachtte hen en sneed ze de keel door. Hélène Frinking liet hij, omdat ze schreeuwde, stikken onder een kussen. Na iedere moord nam hij kleine voorwerpen mee. Een walkman, schoenen, een vest. De vader van Guy Georges was een Antilliaan die in de keuken van een Amerikaanse legerbasis werkte, hij vertrok voordat Guy werd geboren. Zijn moeder, een Française, liet hem in de steek toen hij een paar maanden oud was. Hij groeide op in een pleeggezin in het westen van Frankrijk. Guy Georges leerde daar stropen en jagen, hij hield ervan. De aanvallen op vrouwen, zei hij later tegen psychiaters in de gevangenis, gaven hem een vergelijkbaar opwindend gevoel. Op zijn veertiende probeerde Guy Georges een van zijn pleegzussen te wurgen, in 1980 werd hij voor het eerst veroordeeld omdat hij vrouwen had aangevallen. Vanaf begin jaren negentig werden in het oostelijke deel van Parijs vrouwen verkracht en vermoord, in parkeergarages en appartementen. Twee politieteams onderzochten de moorden, het ene richtte zich op de parkeergarages, het andere op de appartementen. Het onderzoek verliep slordig, concludeerde de Franse moeder van Hélène Frinking, die in de zomer van 1995 werd vermoord. Jaren achtereen werden er bij het onderzoek fouten gemaakt. Anne Gautier, de moeder van Hélène Frinking die een boek over de moord op haar dochter schreef (Victime d'un tueur en série), ontdekte dat er in de eerste maanden na de dood van Hélène zelfs nog geen buurtonderzoek was gedaan. Ook werd er in de opsporing lange tijd een compositie-tekening gebruikt die absoluut niet leek op Guy Georges. Aanwijzingen werden door de politie verkeerd uitgelegd. Er was bijvoorbeeld een spoor aangetroffen in het bloed naast het bed van Hélène Frinking, een voetafdruk met een bijzonder kenmerk: de tweede teen, naast de grote teen, was langer dan de grote teen. Zo'n afwijking wordt 'pied Egyptien' genoemd, een Egyptische voet. De politie ging op zoek naar een Egyptenaar. Ze drukten een foto van die voet gespiegeld af, waardoor later, toen was doorgedrongen dat de afwijking ook voorkomt bij niet-Egyptenaren, de verkeerde voeten van verdachten werden gecontroleerd. De twee politieteams werkten niet samen, ze wisselden geen gegevens uit. Uiteindelijk was er een onderzoeksrechter die er genoeg van kreeg. Hij zou de familie van de slachtoffers later ook excuus aanbieden voor alle fouten die werden gemaakt. Er was een DNA-profiel van de verdachte, op basis van sporen in appartementen. De onderzoeksrechter gaf, ook al had hij daarvoor geen wettelijke bevoegdheid, opdracht aan alle Franse laboratoria om uit te zoeken of er in hun databanken iemand te vinden was met dit profiel. Die was er, Guy Georges werd in maart 1998 gearresteerd. De Nederlandse justitie onderzoekt nu of Guy Georges ook in Nederland misdaden heeft begaan. Als hij niet in de gevangenis zat, viel hij bijna iedere maand een vrouw aan. Maar er was één lange periode, tussen 14 januari 1994 en november 1994, dat hij in Frankrijk niets deed. Tegen psychiaters zei hij later, toen het over die periode ging, dat hij graag in Nederland kwam. Anne Gautier probeerde al eerder voor elkaar te krijgen dat in Nederland zou worden gezocht naar mogelijk vergelijkbare gevallen van verkrachting en moord. Maar pas na publiciteit over haar in oktober verschenen boek nam justitie contact op met Franse collega's. In 1980 noemden artsen in de gevangenis Guy Georges al extreem gevaarlijk. Ze vonden dat hij ook na zijn vrijlating begeleid moest worden. Dat gebeurde niet. In de jaren erna zeiden andere gevangenisartsen hetzelfde, maar Guy Georges weigerde behandeling en hij hóefde niet. Psychiaters die hem hebben onderzocht noemen hem opnieuw extreem gevaarlijk. Maar nu wordt uitgesloten dat behandeling zin heeft. Ze vinden hem wel toerekeningsvatbaar. Tijdens zijn verhoor bekende Guy Georges de moorden en verkrachtingen in Parijs, nu trekt hij volgens zijn advocaat die bekentenissen in. Hij zou slachtoffer zijn van een 'complot'. Het proces zal naar verwachting drie weken duren. Volgens Florence Rault, advocaat van nabestaanden van slachtoffers, zal Guy Georges worden veroordeeld tot levenslang - in Frankrijk in ieder geval 22 jaar - zonder uitzicht op strafvermindering. Drie maanden geleden probeerde Guy Georges te ontsnappen uit de zwaar bewaakte Santé- gevangenis in Parijs. Hij had één tralie in zijn cel doorgezaagd toen een bewaker binnenkwam.
|
NRC Webpagina's 19 MAART 2001
|
Bovenkant pagina |
|