U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
Klik hier
N R C   H A N D E L S B L A D  -  B U I T E N L A N D
NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE

 NIEUWSSELECTIE 
 KORT NIEUWS 
 RADIO & TELEVISIE 
 MEDIA 

S c h a k e l s
Dossier DNA

Klonen lijkt alleen eenvoudig


De techniek voor het klonen van mensen is nog uiterst inefficiënt. Los van ethische bezwaren, is het de vraag of klonen een alternatieve voortplantingsmethode zal worden.

Door onze redacteur SANDER VOORMOLEN

ROTTERDAM, 13 MAART. Het klonen van mensen is waarschijnlijk niet veel moeilijker dan het klonen van andere zoogdieren. Het recept is eenvoudig: neem een lichaamscel van een volwassene en versmelt deze met een eicel waar de celkern met het erfelijke materiaal uit is gehaald. De eicel is door deze behandeling een embryo geworden en gaat zich na een behandeling met elektriciteit delen. Dan volgt dezelfde procedure als bij een reageerbuisbevruchting (IVF). Alleen embryo's die er onder de microscoop gaaf uitzien worden teruggeplaatst in een hormonaal voorbehandelde draagmoeder. Na negen maanden zwangerschap komt de menselijke kloon ter wereld.

Deze ogenschijnlijke eenvoud van kloonbereiding is bedrieglijk. Er zijn nog grote technische obstakels. De kloonprocedure is bijvoorbeeld nog alles behalve efficiënt, waardoor er grote aantallen draagmoeders nodig zijn om één jonge kloon te krijgen. Bij dieren is dat nog overkomelijk, maar bij mensen vormt het al gauw een probleem.

Voor het maken van schaap Dolly, de eerste kloon van een volwassen zoogdier, waren 277 eicellen geleegd en gevuld. Daarvan zijn er 247 in draagmoeders geplaatst en uit één daarvan ontstond uiteindelijk Dolly. De anderen gingen verloren in miskramen en doodgeboorte. Inmiddels is de techniek aanmerkelijk verbeterd, maar nog steeds is de efficiëntie laag. Omdat er vele eicellen nodig zijn om een gezonde kloon te produceren, moeten er dus voor elke kloonpoging vele vrouwen bereid worden gevonden om eicellen te doneren. Deze vrouwen moeten, om voldoende eitjes te kunnen oogsten, een hormoonbehandeling ondergaan om een superovulatie op te wekken. Per donor levert zo'n behandeling tien tot vijftien eitjes op. Als daar embryo's van zijn gemaakt gaan er allereerst bij de IVF-procedure al veel verloren. Niet elke terugplaatsing van een embryo levert een zwangerschap op. Bij gangbare IVF is het succespercentage tegenwoordig ongeveer twintig procent. Het is afwachten hoeveel doorgaande zwangerschappen vervolgens eindigen in een succesvolle geboorte van een gezond kind. Bij kloneringsprocedures bij zoogdieren zijn regelmatig dieren ter wereld gekomen die al snel niet levensvatbaar bleken te zijn en spoedig stierven. Hoe vaak dat bij mensen zal gebeuren is onbekend.

Bij mensen is veel ervaring opgedaan met IVF, waardoor de procedure van het terugplaatsen van de embryo's bij mensen waarschijnlijk efficiënter zal verlopen dan bij schapen, muizen, varkens, koeien of resusaapjes; zoogdieren die tot nog toe met succes gekloond zijn. En om de grote hoeveelheid donorvrouwen te omzeilen, kan er in de toekomst misschien ook gebruik worden gemaakt van een nieuwe techniek waarbij een eierstok van een vrouw wordt uitgenomen om de onrijpe eitjes daaruit in het laboratorium te laten uitrijpen. Daarmee is de eerste ervaring opgedaan bij jonge vrouwen met kanker die moeten worden bestraald. Normaal loopt de vruchtbaarheid sterk terug als ook de eierstokken moeten worden bestraald. Wanneer die preventief worden uitgenomen kunnen de vrouwen, als ze hun kanker overleven, later toch nog zwanger worden. Donoreierstokken kunnen bijvoorbeeld afkomstig zijn van vrouwen bij wie om gezondheidsredenen de eierstok moet worden verwijderd. Op die manier kunnen grote hoeveelheden eicellen beschikbaar komen.

De grote vraag is hoe efficiënt het klonen van mensen zal blijken. Dat zal uiteindelijk bepalen of de wilde plannen om dergelijke experimenten als alternatieve voortplantingsmethode enige kans van slagen zullen hebben, los van de wettelijke regels en ethische overwegingen.

Daarnaast bestaan er nog veel vragen over de gezondheid van de geproduceerde klonen zelf. Schaap Dolly is wat dat betreft het beste onderzocht. Zij bleek verouderd DNA te hebben. Het ten tijde van het onderzoek driejarige schaap had verkorte telomeren, vergelijkbaar met een schaap van negen jaar. De telomeren liggen aan het uiteinde van ieder chromosoom en verkorten zich bij iedere celdeling. Hoe ouder de cel, hoe korter de telomeren.

Het is echter onduidelijk of dit effect altijd optreedt bij klonen, want er zijn gekloonde koeien die juist 'jonger' DNA hadden, met langere telomeren. De wetenschap heeft geen verklaring voor deze verschillen. Overigens lijkt schaap Dolly weinig last te hebben van het verouderde DNA. Ze bleek normaal vruchtbaar en bracht een gezonde dochter ter wereld, Bonnie. De inmiddels ruim vier jaar oude Dolly leeft nog steeds. Het dier staat in Schotland sinds twee weken in quarantaine om besmetting met mond- en klauwzeer te voorkomen.

NRC Webpagina's
13 MAART 2001


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad