|
|
|
NIEUWSSELECTIE Profiel Rechten van de Mens Joegoslavië-tribunaal
|
Oorlogsmisdaden
Deze kwalificatie komt niet uit de lucht vallen. In september 1998 heeft het VN-tribunaal voor Rwanda in Arusha de verantwoordelijkheid voor massale verkrachtingen door Hutu-burgemeester Jean-Paul Akayesu al met zoveel woorden gerekend tot de ernstigste internationale misdrijven. Wel is nu voor het eerst ook seksuele slavernij aangewezen als een afzonderlijk vergrijp tegen de menselijkheid. Er is onmiskenbaar sprake van een doorbraak in het internationale recht. Een "razendsnelle ontwikkeling" noemt de juriste en journaliste Verrijn Stuart het in een nog te verschijnen studie voor de Adviesraad Internationale Vraagstukken.
VERKRACHTING IS LANG beschouwd als een ongelukkig maar onvermijdelijk bijproduct van de spanningen van de oorlog. Sterker nog, als verdiende oorlogsbuit. Toch waren er van oudsher commandanten die hun troepen het bevel gaven onschuldigen te ontzien. De middeleeuwse koningen van Engeland legden dat formeel vast in hun Ordinances of War. En in de Amerikaanse Burgeroorlog trok de befaamde Lieber Code een duidelijke grens tussen willekeurig geweld en militaire noodzaak. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog was het verbod van verkrachting duidelijk ingeburgerd in het internationale recht. Toch hebben de tribunalen van Neurenberg en Tokio er slechts in beperkte mate aandacht aan besteed, al is het wel tot een aantal strafvervolgingen gekomen. Bij het van start gaan van de VN-tribunalen was duidelijk dat geen rech ter of aanklager "militaire noodzaak" nog als excuus voor seksueel geweld zou aanvaarden. Het omzetten van deze algemene norm in concrete veroordelingen is echter een tweede. Met reden is voorspeld dat het vinden van een balans tussen de belangen van getuigen en verdachten bij de bewijsvoering nog een heel karwei zou zijn. Zo ging in de zaak-Furundzija tegen de leider van de paramilitaire groep de Jokers de psychologische hulp aan een getuige een belangrijke rol spelen, ondanks protesten dat dit een wel zeer grote inbreuk op de privacy van een slachtoffer betekende. Deze episode gaf het tribunaal overigens aanleiding vast te stellen dat de omstandigheid dat een getuige aan het 'posttraumatisch stresssyndroom' lijdt, nog niet betekent dat zijn of haar verklaring minder accuraat is. In de Foca- zaak besteedt het hof speciale aandacht aan de omstandigheid dat de aangeklaagden niet behoorden tot de 'masterminds' achter de gruweldaden. Hoewel het tribunaal vooral op zoek is naar de leiders, wijst het een ondergeschikte positie uitdrukkelijk af als een escape voor strafvervolging. Nu ging het in dit geval om "wetteloze opportunisten", zoals de rechters het uitdrukken, die aan de terreurcampagne "een zeer persoonlijke dimensie" gaven. Er zijn echter ook gevallen waarin verdachten aannemelijk kunnen maken dat hun eigen leven gevaar liep als zij niet meededen aan de oorlogsmisdaden. Mag men iemand verwijten het vege lijf te redden? HET JOEGOSLAVIË-TRIBUNAAL heeft, overigens na een lang debat, uitgemaakt dat het nemen van het leven van een ander nooit kan worden gepardonneerd en dat de ondervonden dwang alleen in de strafmaat kan worden meegewogen. De moeilijkheid is alleen dat er niets te verdisconteren valt als de betrokkene ten gevolge van zijn principiële weigering zelf is omgebracht. De rechters in de Foca-zaak tonen in elk geval weinig twijfel: "Politieke leiders en generaals staan machteloos als gewone mensen weigeren misdadige activiteiten uit te voeren in oorlogstijd." Nu de 'masterminds' van de etnische zuivering nog.
Zie ook:
Joegoslavië-tribunaal legt verkrachters gevangenisstraffen op (21 februari 2001) |
NRC Webpagina's 24 FEBRUARI 2001
|
Bovenkant pagina |
|