|
|
|
NIEUWSSELECTIE Joegoslavië-tribunaal
|
Joegoslavië-tribunaal legt verkrachters gevangenisstraffen op
Door een onzer redacteuren Op initiatief van de VN veiligheidsraad werd begin 1993 het Joegoslavië-tribunaal opgericht voor berechting van oorlogsmisdaden in het vroegere Joegoslavië. In maart vorig jaar begon voor het tribunaal het proces tegen de drie Bosnische Serviërs die verkrachtingskampen in de plaats Foca, zuidoost Bosnië, hebben georganiseerd. Het is voor het eerst dat een internationaal hof massale verkrachting en seksuele slavernij berecht als oorlogsmisdaad. Volgens de Zambiaanse rechter Florence Mumba werden ,,de vrouwen beroofd van elke menselijke waardigheid'' en ,,behandelt als vee''. Er was sprake van seksuele slavernij omdat de vrouwen door de Bosnische Serviërs werden verkocht. De rechter legde de hoogste straf, 28 jaar, op aan Kunarac op grond van zijn zogenoemde commandoverantwoordelijkheid. Hij gaf leiding aan de paramilitaire eenheid en had zijn positie moeten gebruiken om de misdaden van zijn ondergeschikten te stoppen. Maar hij deed het tegendeel: hij organiseerde en nam deel aan de verkrachtingen. Kovac kreeg 20 jaar omdat hij de vouwen en meisjes niet alleen verkrachtte, maar ze ook hield als huisslaaf en uiteindelijk verkocht. Vukovic kreeg 12 jaar voor verkrachting en marteling van een meisje van vijftien jaar oud; het meisje was even oud als zijn eigen dochter. Carla del Ponte, de openbare aanklaagster van het tribunaal, probeerde tijdens het proces aan te tonen dat de systematische en geplande verkrachtingscampagne in Foca deel uitmaakte van de Servische oorlogsstrategie. Volgens rechter Mumba kon niet bewezen worden dat ,,het een van boven opgelegde'' campagne was. Voor de volledige tekst van de uitspraak, zie de website van het Joegoslavië-tribunaal. |
NRC Webpagina's 22 FEBRUARI 2001
|
Bovenkant pagina |
|