U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
Klik hier
N R C   H A N D E L S B L A D  -  B U I T E N L A N D
NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE

 NIEUWSSELECTIE 
 KORT NIEUWS 
 RADIO & TELEVISIE 
 MEDIA 

S c h a k e l s
Officiële website Joegoslavië-tribunaal

Verkrachtingen als oorlogsmisdaad


Vanmiddag doet het Joegoslavië-tribunaal uitspraak in de Foca-zaak. Het is voor het eerst dat een internationaal hof seksuele slavernij berecht als oorlogsmisdaad.

Door onze redacteur CEES BANNING

DEN HAAG, 22 FEBR. De spanning liep de afgelopen dagen op in het vroegere Oranjehotel, het gevangeniscomplex van Scheveningen waar verdachten van het Joegoslavië-tribunaal zijn ondergebracht. Vanmiddag krijgen de verdachten Dragoljub Kunarac, Radomir Kovac en Zoran Vukovic te horen of ze zich volgens het tribunaal schuldig hebben gemaakt aan verkrachting en foltering en zo ja, welke straf daarbij hoort. De drie Bosnische Serviërs zijn gespannen, wist een bewaker te melden. "Hun gezichten staan strak. Ze zijn humeurig. Het wordt hun dag des oordeels."

Kunarac (40), Kovac (39), Vukovic (36) stonden terecht in de zogenoemde Foca-zaak. Foca, een plaats in het zuidoosten van Bosnië, werd een begrip in de Bosnische oorlog van 1992 tot 1995. In de lente van 1992 gingen Bosnische Serviërs, met hulp van Servische en Montenegrijnse vrijwilligers, hier bijzonder bruut te keer. De moslimbevolking werd mishandeld, vermoord of gedeporteerd. Behalve een groep van ruim 70 moslimvrouwen en -meisjes. Ze werden gevangen gezet in de Partizan Sporthal. Daar, en in hotels en huizen rond de stad, werden ze stelselmatig verkracht. In maart vorig jaar begon voor het Joegoslavië-tribunaal het proces tegen de drie Bosnische Serviërs die deze verkrachtingskampen zouden hebben georganiseerd. Het was voor het eerst dat een internationaal hof massale verkrachting en seksuele slavernij ging berechten als oorlogsmisdaad. Carla del Ponte, de openbaar aanklaagster van het tribunaal, wilde namelijk aantonen dat de systematische en geplande verkrachtingscampagne in Foca deel uitmaakte van de Servische oorlogsstrategie.

In de Foca-zaak hadden de getuigen geen naam, maar een nummer om hun identiteit te beschermen. Getuige 48 werd op 15 juli 1992 verkracht door Kunarac en Vukovic. Na de verkrachting kreeg zij te horen dat ze "nu Servische baby's ter wereld zou brengen". Twee dagen later werd ze verkracht (vaginaal, anaal en oraal) door acht mannen. Haar keel zou worden doorgesneden als ze zich verzette, dreigde een soldaat. Vukovic, nummer zes in de rij, dreigde haar familie te vermoorden. Hij beet zo hard in haar tepels en borsten dat ze bloedden. "Ik viel flauw van de pijn en vernedering", vertelde getuige 48. Kunarac was commandant van een paramilitaire eenheid en bewoonde een huis in Foca; de moslimeigenaars waren verjaagd. Het huis werd gebruikt als rustplaats voor zijn manschappen. In het huis waren ook negen jonge moslimvrouwen ondergebracht; getuige 75 was één van hen. Ze vertelde de Zambiaanse rechter Florence Mumba over die avond dat ze drie uur achter elkaar werd verkracht door vijftien mannen. "Ze was bont en blauw toen ze terugkwam", bevestigde getuige 87. "Ze huilde en schreeuwde en bloedde overal."

Getuige 87 was zes maanden opgesloten in het huis van Kunarac; hij verkrachtte het vijftien jaar oude meisje dagelijks, twee maanden lang. Getuige 75 en de twaalfjarige 'A.B.' werden door Kunarac na verloop van tijd afgeleverd bij Kovac. Kovac liet de meisjes twintig dagen lang verkrachten door een groep Montenegrijnen. Hij dwong ze naakt op tafel te dansen, liet ze koken, schoonmaken en uniformen wassen. De twaalfjarige 'A.B.' verkocht Kovac voor tweehonderd Duitse mark aan een soldaat. Het meisje is sindsdien spoorloos. Het verhaal van de moslimvrouwen uit Foca is niet uniek. Duizenden moslimvrouwen werden verkracht tijdens de oorlog in Bosnië. Maar Foca is de best gedocumenteerde zaak van het tribunaal. Het is de eerste keer dat het Joegoslavië-tribunaal verkrachtingen op deze schaal behandelt. Seksueel geweld heeft wel eerder op de rol gestaan. Eerder deze week werden de Bosnische moslims Hazim Delic en Esad Landzo en de Bosnische Kroaat Zdravko Mucic in hoger beroep schuldig bevonden aan onder meer verkrachting. In november vorig jaar eiste de Canadese aanklager Dirk Ryneveld straffen van 15 tot 35 jaar tegen de drie Bosnische- Serviërs en voegde eraan toe: "Geen vonnis dat deze rechtbank kan uitspreken, doet recht aan de onrechtvaardigheid die de slachtoffers van deze mannen hebben ondergaan."

De aanklager eiste de hoogste straf, 35 jaar, voor Kunarac op grond van zijn zogenoemde 'commandoverantwoordelijkheid'. Kunarac gaf leiding aan de paramilitaire eenheid en had zijn positie moeten gebruiken om de misdaden van zijn ondergeschikten te stoppen. Maar hij deed het tegendeel: hij organiseerde en nam deel aan de verkrachtingen.

Tegen Kovac eisen de aanklager 30 jaar omdat hij de vrouwen en meisjes niet alleen verkrachtte, maar ze ook hield als huisslaaf en uiteindelijk verkocht. , ,De misdaden van Kovac hebben een bijzonder kwaadaardig karakter", zei Ryneveld. "Hij leek ervan te genieten en toont absoluut geen berouw." Kovac voerde ter verdediging aan dat zijn slachtoffers met hun "behandeling" instemden.

Als verzwarende omstandigheid tegen Vukovic droeg de aanklager aan dat hij zijn slachtoffers dreigde met moord op hun familieleden.

In het gevangeniscomplex van Scheveningen wachtten de drie de afgelopen dagen op het oordeel van de rechter. "Kunarac tikt op zijn laptop, Vukovic ijsbeert, maar Kovac heb ik een paar keer zien lachen", vertelde de bewaker. , ,Voor ons zijn het verdachten, geen veroordeelden. Mijn taak wordt soms wel eens zwaarder wanneer de rechter zijn oordeel heeft uitgesproken."

NRC Webpagina's
22 FEBRUARI 2001


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad