|
|
|
NIEUWSSELECTIE LTO Nederland
|
Einde van het mestoverschot
DEN HAAG, 9 FEBR. "Eigenlijk zijn we het helemaal niet oneens", stelde VVD-landbouwwoordvoerder Oplaat vanmorgen opgeruimd vast. Maar na acht uur debat in de Tweede Kamer over de meststoffenwet was het gisteren toch nodig dat het paarse Kamerlid met de even paarse D66-minister Brinkhorst uren achter de schermen verdween voor nader overleg. En ze kwamen er niet uit. "We gaan er nu eerst nog eens een weekendje over nadenken", zegt Oplaat. Mest is ernst. Ruim anderhalf jaar geleden trad toenmalig minister van Landbouw Apotheker af nadat hij wel de boerenorganisatie LTO, maar niet zijn collega's in het kabinet wist te winnen voor zijn plannen om het mestoverschot terug te dringen. D66 haalde vervolgens Brinkhorst uit Brussel om als crisismanager orde op zaken te stellen. Mest was zijn belangrijkste 'dossier'. De Europese Commissie zat - en zit - de regering op de huid. De Nederlandse mestgeving is te soepel voor de Europese richtlijnen. De Commissie heeft daarover een procedure tegen Nederland aangespannen bij het Europese Hof, het maakt een nieuwe Nederlandse mestwetgeving urgent. Ook nog eens omdat Nederland eigenlijk juist wil afwijken van de Europese normen. Binnenkort beslist Brussel over dat 'derogatieverzoek'. Brinkhorst kwam aanvankelijk moeizaam op gang met het mestdossier. Het was de Kamer, met de VVD'er Oplaat voorop, die hem tegen zijn zin naar de onderhandelingstafel met LTO stuurde om 'draagvlak' te krijgen. Maar daarna gleed het onderwerp langzaam naar beneden op het lijstje politieke 'spanningspunten'. De Tweede Kamer stemde in met scherpere normen voor het verlies van stikstof in 2000 en 2001. Brinkhorst stelde een succesvolle opkoopregeling in voor varkenshouders die hun bedrijf en daarmee hun mestproductie wilden beëindigen: bijna 3.500 aanvragen. En de minister ontwierp een nieuw systeem om de mestafzet te reguleren, dat een effectief einde zou kunnen maken aan het mestoverschot. Over dat systeem ging het gisteren in de Tweede Kamer óók. Geen probleem voor de minister: de hele Kamer voor, met wat geringe aanpassingen en opmerkingen. Vanaf 2002 moeten veehouders aan het begin van het jaar contracten afsluiten met mestverwerkers (akkerbouwers) en tussenbedrijven. Wie meer produceert dan hij kan afzetten, verliest het recht te produceren. Gevolg: 'evenwicht op de mestmarkt', in jargon. Anders gezegd: einde mestoverschot. Tenminste, als de normen die aan het begin van het jaar bepalen hoeveel mest er mag worden afgezet, scherp genoeg zijn. Daar zit nu de pijn. Uit de wereld van deskundigen klinkt steeds luider de analyse dat het wel meevalt met het mestoverschot. Binnen drie jaar is het hoe dan ook al weg, voorspelde het onderzoekersinstituut RIVM vorig jaar. Dan kunnen de normen dus soepeler, redeneren met name de partijen die veel boeren onder hun kiezers hebben - CDA, VVD en de kleine christelijke partijen - en daar moeten we nu al rekening mee houden. Dat verhaal viel gisteren goed uit te leggen aan de tientallen agrariërs op de publieke tribune. Maar geldt dat ook in Brussel? Brinkhorst liet er geen twijfel over bestaan dat hij niet van plan is het zelfs maar te proberen. Geen kans, oordeelt hij. Daarmee is er een patstelling. Weer geen mestwet betekent waarschijnlijk dat ook de versoepeling waar Nederland nu om gevraagd heeft, aan de boeren voorbijgaat. Het zou ook betekenen dat de missie waarvoor Brinkhorst naar Den Haag is gekomen alsnog mislukt is. Oplaat werd er gisteren niet warm of koud van: "Je kan altijd proberen zoveel mogelijk binnen te halen."
|
NRC Webpagina's 9 FEBRUARI 2001
|
Bovenkant pagina |
|