U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
Klik hier
N R C   H A N D E L S B L A D  -  B I N N E N L A N D
NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


 NIEUWSSELECTIE 
 KORT NIEUWS 
 RADIO & TELEVISIE 
 MEDIA 
Den Haag

Lijphart: Pers maakt van politiek één pot nat


Politicoloog Lijphart vindt de Nederlandse politiek spannend. Want consensus zoeken is iets anders dan consensus hebben.

Door onze redacteur RAYMOND VAN DEN BOOGAARD

LEIDEN, 7 FEBR. Zeg tegen Arend Lijphart (1936), de beroemdste politicoloog uit Nederland, dat het slecht gaat met de vaderlandse politiek, dat het onder Paars allemaal één pot nat is, dat het debat ontbreekt en de mensen hun belangstelling voor de politiek verliezen - en hij kijkt je niet-begrijpend aan.

"Ik heb vorig jaar drie maanden in Nederland doorgebracht om de ontwikkeling van het politieke systeem te bestuderen", zegt de sinds 1978 in de Verenigde Staten wonende en tot Amerikaan genaturaliseerde Lijphart, hoogleraar aan de University of California. "Ik zag steeds maar scherpe debatten, zowel binnen de coalitie, als tussen coalitie en oppositie. Over rekeningrijden, of vreemdelingenbeleid bijvoorbeeld.". Eén pot nat - dat lijkt hem sterk overdreven. Wél streven naar consensus, maar dat ziet Lijphart als de grote kracht van het Nederlandse politieke systeem. "Dat er geen politieke geschillen meer zijn, is meer iets wat de pers beweert. Dat is bij ons in de VS ook zo: de pers vond algemeen dat er weinig verschil was tussen de presidentskandidaten Gore en Bush. Ik ben het daar niet mee eens. Natuurlijk zochten beide kandidaten hun kiezers in het centrum. Maar als je nu naar het benoemingsbeleid van Bush kijkt, dan draagt dat een duidelijk rechtse signatuur. De president vraagt wel steeds plechtig om bipartisan steun, maar teneinde zijn eigen koers door te zetten."

Ook in Nederland, vermoedt hij, is het voor een belangrijk deel de pers die het electoraat probeert aan te praten dat het in de politiek de hond in de pot is. Of de Nederlandse kiezers hunkeren naar meer politieke tegenstellingen, zoals sommige politici vermoeden, of dat die kiezers juist vinden dat het land op rustige wijze moet worden bestuurd, zonder al te veel politieke en ideologische strijd? Lijphart: "Het is altijd moeilijk het electoraat tevreden te stellen. Het is vaak, gevoed door de journalistiek, ontevreden wát er ook gebeurt. Of er is geen debat, en dan vindt men dat de politiek te weinig gezicht heeft. Of er is wel debat, en dan klaagt men over zinloos conflict".

Lijphart, die morgen van de Universiteit van Leiden een eredoctoraat krijgt, is voorstander van het consensusmodel. De vanuit democratisch oogpunt weinig bevredigende wijze waarop Bush - verliezer in de popular vote - toch president van de VS is geworden, stijft hem in zijn opvatting dat het consensusmodel met meerdere partijen en wisselende coalities betere democratische resultaten oplevert dan het 'meerderheidsmodel' van Groot-Brittannië of de Verenigde Staten, waarin steeds één partij het een tijdje voor het zeggen heeft.

Het is een these die Lijphart, zoals politicologen betaamt, met vele metingen over de resultaten van beleid in 36 landen staaft. Consensus- democratie bereikt op tal van terreinen betere resultaten: meer sociale zekerheid, minder mensen in de gevangenis, minder afstand tussen kiezerswensen en het gevoerde beleid, meer vertegenwoordiging van vrouwen en minderheden in het openbare leven, meer verantwoordingsplicht voor gezagsdragers enzovoort.

Meer democratische kwaliteit dus, en met Amerikaans aandoende onbekommerdheid zet de geleerde Lijphart zich dus in voor het consensusmodel in de wereld. Hij is, naast lid van het Nationaal Comité van de Amerikaanse Democratische Partij, ook werkend lid van een vereniging die het Nederlandse systeem van evenredige vertegenwoordiging in de VS wil invoeren. En hij is één van de geestelijke vaders van de nieuwe grondwet voor het zo sterk verdeelde Zuid-Afrika, geënt op wat Lijphart in Verzuiling, Pacificatie en Kentering als het 'pacificatie-model' in de Nederlandse politiek van 1917 tot 1967 heeft beschreven: een sterk verdeelde (in het Nederlandse geval verzuilde) samenleving waarin de elites aan de top een grote behendigheid hebben in het vinden van compromissen en coalities - met grote tevredenheid in hun achterban over de werking van het politiek systeem als gevolg.

Bij het schrijven van zijn Verzuiling in 1967 was Lijphart zelf nog overtuigd van de democratische superioriteit van het meerderheidsmodel, vertelt hij. Geleidelijk is hij op grond van zijn metingen tot andere gedachten gekomen. Het doet hem dan ook genoegen dat de Nederlandse politiek, na het heftige ontzuilingsproces van de jaren zeventig waarin vooral links naar 'meerderheden' in plaats van coalities zei te streven, op het oude consensus-pad is teruggekeerd. "Er zijn geen zuilen meer, dus het woord pacificatie hoeven we niet meer te gebruiken", aldus Lijphart. Hoezeer het tweede Paarse kabinet zich bevindt binnen de consensus-traditie in onze streken blijkt volgens hem uit het brede karakter van de coalitie. "Al voor 1967 zag je het streven onder politici, om in coalities meer partijen op te nemen dan voor een parlementaire meerderheid strikt noodzakelijk was. Met D66 in Paars-II is nu hetzelfde gebeurd".

Is er dan niets meer te wensen? Jawel, iets doen aan de dalende animo voor partijlidmaatschap bijvoorbeeld. Lijphart: "Een democratie zonder politieke partijen is niet voorstelbaar. Het lijkt me een goed idee als politieke partijen voortaan op grond van hun ledental gesubsidieerd zouden worden, en niet zoals nu op basis van hun stemmenaantal". Vroeger placht Lijphart ook nog te pleiten voor een Nederlandse Hoge Raad die wetten kon toetsen aan de Grondwet. "Maar om eerlijk te zijn: de manier waarop Bush president is geworden, heeft me aan het twijfelen gebracht".

NRC Webpagina's
7 FEBRUARI 2001


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad