|
|
|
NIEUWSSELECTIE Dossier Midden-Oosten
|
Sharon geen ramp voor Israëls Arabieren
TEL AVIV, 5 FEBR. Om op het laatste moment nog de Arabische stem te herwinnen heeft premier Ehud Barak gisteren, 48 uur voor de verkiezingen, tweemaal zijn "grote spijt" uitgesproken over het doodschieten van dertien Israëlische Arabieren door de politie in oktober. "Zelfs bij illegale demonstraties mag het niet voorkomen dat Israëlische burgers worden gedood", zei hij tijdens de regeringszitting. Uit protest tegen het doden van zeven Palestijnen op de Tempelberg/Haram al-Sharif in Oost-Jeruzalem door de politie braken indertijd heftige solidariteitsdemonstraties van Israëlische Arabieren uit. Het als provocerend opgevatte bezoek op 28 september van Likudleider Ariel Sharon aan het gebied waarop de Koepel van de Rots- en Aqsa moskee staan was de aanleiding tot het uitbreken van de Palestijnse intifadah en de uitbarstingen van de Israëlische Arabieren. Gisteravond herhaalde Barak zijn verontschuldigingen aan de Arabische gemeenschap tijdens een ontmoeting met Bedoeïenen in Beersheba. Voor de Israëlische Arabieren komen deze uitingen van spijt echter te laat. Zij geloven niet in de excuses van de Israëlische premier die ook in vandaag gepubliceerde opiniepeilingen op zwaar verlies staat tegen Ariel Sharon, de kandidaat van de rechtse Likudpartij. De woede onder de Israëlische Arabieren over het meedogenloze optreden tegen de demonstranten en het harde optreden van het Israëlische leger tegen de Palestijnse onafhankelijkheidsintifadah is zo groot dat Barak volgens politieke analisten de Arabische stem heeft verloren. In 1999 was de Arabische stem een belangrijke factor in de grote verkiezingszege die Barak boekte op de Likud-premier Benjamin Netanyahu. Barak kreeg toen bij een opkomst van 70 procent van de Israëlische Arabieren 95 procent van hun stemmen. De Arabische minderheid maakt 12 procent uit van het aantal kiesgerechtigden en bijna 19 procent van de Israëlische bevolking. Dit percentage zal de komende jaren snel toenemen omdat een hoog percentage van de Israëlische Arabieren onder de achttien jaar is. Israëlisch Arabische politici zijn verbolgen dat Barak hen na zijn verkiezingszege in 1999 volledig vergat. Zij wijzen erop dat Barak in zijn verkiezingscampagne niet alleen vrede met de Palestijnen in het vooruitzicht stelde maar ook liet beloven dat een Arabier tot minister zou worden benoemd. Het niet nakomen van deze en andere beloften heeft tegen de achtergrond van de bloedige confrontaties tussen Arabische demonstranten en de politie tot een keerpunt geleid in de relaties tussen de staat Israël en de Arabieren, die zich tegenwoordig Israëlische Palestijnen noemen. Arabische politici voorspellen dat dit in de toekomst zal leiden tot de vorming van een Arabisch politiek blok en tot afwijzing van de Israëlische politieke partijen en hun leiders. Als de Israëlische Arabieren morgen in overgrote meerderheid niet gaan stemmen, is dat een stap in die ontwikkeling. Invloedrijke Arabische politici adviseren Arabieren die wèl naar de stembus gaan blanco te stemmen. Dat stemonthouding en blanco stemmen Sharon in de kaart spelen, heeft nauwelijks enig effect op de Arabieren. Ze zeggen dat het onder Sharon, ondanks zijn anti-Palestijnse reputatie, nauwelijks slechter kan zijn dan het onder Barak was. Israëlische Arabische politici herinnerden er tijdens een symposium aan de Tel Avise universiteit aan dat uitsluitend onder socialistische premiers Israëlische Arabische demonstranten zijn doodgeschoten. Vorig jaar onder Barak en in 1976, tijdens Landdag, onder premier Yitzhak Rabin. De Israëlische Arabieren herinneren zich ook nog de positieve houding van de vroegere Likud-minister van Defensie Moshe Arens jegens hun problemen. Om die redenen en ook omdat Sharon er geen punt van maakt de Israëlische Arabieren te omschrijven als Israëlische Palestijnen, is de mogelijke verkiezing van Sharon tot premier door de Israëlische joden voor de Arabieren geen ramp.
|
NRC Webpagina's 5 FEBRUARI 2001
|
Bovenkant pagina |
|