|
|
|
NIEUWSSELECTIE Europese Unie
|
Europese Unie blijft illegalen trekken
BRUSSEL, 5 FEBR. Een Belgische ambtenaar met drie kleine kinderen, wiens vrouw ook fulltime werkt, plaatste een advertentie in Belgische kranten. Hij zocht een kindermeisje. Hij was het gedoe met meerdere oppassen beu. Dat velen dit illegaal regelen, wist hij, maar hij wilde het legaal doen. Zo'n 130 vrouwen reageerden de helft Belgen, de helft illegalen. Maar geen van de Belgen bleek het legaal te willen doen. "Ze hadden een uitkering en wilden er zwart bij werken", zegt de ambtenaar. Weer een illusie armer koos hij een Poolse: die kon niet terugvallen op een uitkering als ze de baan niet kreeg. Als Polen over enkele jaren bij de Europese Unie komt en de grenscontroles wegvallen, zullen er dan duizenden kindermeisjes naar West-Europese steden komen? Velen denken van wel. En zij vrezen dat het niet bij kindermeisjes zal blijven. Nu al klagen Duitsers, Oostenrijkers en Italianen langs de grens met kandidaat-lidstaten dat goedkopere arbeidskrachten uit Tsjechië, Hongarije, Polen en Slovenië hun het brood uit de mond stoten. Politici, die even bang zijn voor xenofobie als voor meer werkloosheid, springen hier onmiddellijk op in. Zo zei de Duitse bondskanselier Schröder onlangs tijdens een bezoek aan zo'n grensstreek, dat werknemers uit Oost-Europa na de toetreding zeven jaar moeten wachten voor ze in Duitsland mogen werken. Dan, redeneert Schröder, zal de economie in hun eigen land voldoende zijn aangetrokken, en zullen ze weinig reden meer hebben om in het rijke Duitsland baantjes te zoeken. Diverse onderzoeken bevestigen dit scenario. "De vrees dat arbeidsmarkten in de EU worden overspoeld door Centraal- en Oosteuropeanen", concludeert een studie in opdracht van de Europese Commissie, "is ongefundeerd." Een recent rapport van de OESO voegt daaraan toe dat Europa wegens de vergrijzing meer te winnen dan te verliezen heeft bij immigratie. Nog zo'n studie is gemaakt door Christina Boswell, in opdracht van het Royal Institute for International Studies in Londen. Zij onderzocht mogelijke migratie uit Polen, Hongarije, Tsjechië en Slovenië na toetreding tot de EU. De eerste vijftien jaar, zo berekende zij op basis van migratiestudies, zullen tussen de 1,16 en de 1,96 miljoen mensen uit deze landen werk zoeken in de oude EU. In het begin zijn dat vooral laaggeschoolde arbeiders. Na een jaar of tien daalt hun aantal, omdat de inkomensverschillen afnemen. Daarna trekken vooral beter opgeleiden nog de grens over precies zoals nu het geval is binnen de huidige EU. Niets aan de hand dus? "Nee", zegt Boswell, "het échte probleem is niet migratie uit nieuwe lidstaten, maar migratie uit hun buurlanden, die niet bij de Unie horen." Kortom, het probleem verplaatst zich: nu maken burgers en politici zich zorgen over Poolse migranten. Maar als de oostgrens verschuift, moeten zij zich meer zorgen maken over Wit-Russen of Oekraïeners. Wit-Russen en Oekraïeners komen nu al - veel bouwvakkers in Portugal zijn illegalen uit de Oekraïne - en het worden er straks naar verwachting veel meer. Daarom helpt de Europese Commissie de kandidaat-lidstaten nu al om de controles aan hun oostgrenzen te verbeteren. EU-lidstaten wier asielprocedures dichtslibben met economische gelukzoekers uit die contreien, tekenen aan de lopende band samenwerkingsakkoorden met de politie in de kandidaat-lidstaten. Zo reist de Belgische minister van Binnenlandse Zaken, Antoine Duquesne, bijna elke maand naar het voormalige oostblok met een batterij douaniers en politie-agenten in zijn gevolg, om te helpen de toekomstige buitengrenzen minder poreus te maken. "Maar die zijn zo lang", verzucht een functionaris bij de Europese Commissie, "dat er haast geen beginnen aan is." Een tweede struikelblok is de corruptie. High-tech grensbewaking, gesponsord door Brussel, haalt weinig uit als de eerste de beste Poolse of Roemeense douanier de slagboom blijft opendoen in ruil voor een paar honderd dollar. Maar zelfs met goede grensbewaking zal het aantal gelukszoekers waarschijnlijk eerder toe- dan afnemen. Als ze nu binnen weten te komen, zal dat straks ook lukken. Zij komen omdat er werk is: in de huishouding, de bouw en de horeca, op de akkers, in fabrieken en naaiateliers. Werk, vaak, dat burgers in de Unie niet (meer) willen doen velen omdat ze beter werk hebben, anderen omdat zij het niet in hun portemonnee voelen als ze deze banen weigeren. "Migratie hangt niet alleen af van goede grenscontroles", stelt Boswell vast, "maar ook van de vraag naar illegalen op de arbeidsmarkt." Illegale immigratie afremmen door tijdelijke, legale arbeidskrachten te werven buiten de EU, zoals sommige lidstaten nu doen, lost dit onderliggende probleem niet op; het verdoezelt het alleen maar. Boswell ziet daarom wel wat in de stelling dat immigratie niet alleen een zaak is voor de Europese ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken, zoals nu het geval is, maar ook voor de ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. "Als men uitkeringstrekkers sterker zou stimuleren om te gaan werken, zou de vraag naar illegalen afnemen. En dan kómen er ook minder illegalen", zegt Boswell. Bryce de Ruyver, hoogleraar criminologie en adviseur van de Belgische premier Verhofstadt, beaamt dit. "Goede grenscontroles zijn belangrijk. Maar de realiteit is ook: er wordt hier geschreeuwd om arbeidskrachten, en er is werkloosheid. Misschien moet het spanningsveld tussen lonen en uitkeringen groter worden." Voor Europese ministers is het gemakkelijker te hameren op strenge grenscontroles. Dat stelt de burgers min of meer gerust, zonder dat die daar enig offer voor hoeven brengen een grensovergang is immers niet hún verantwoordelijkheid, zeker als die straks voorbij Warschau of Boedapest ligt. Maar als de ministers de sociale uitkeringen in hun eigen landen in de discussie zouden betrekken, wordt dat anders. Dat zou miljoenen mensen raken, en hun kiesgedrag beïnvloeden. Politici betreden dit mijnenveld niet graag. Voor de Belg die zestig, zeventig landgenoten de revue zag passeren die een uitkering hebben en full-time zwart willen werken maar níet wit, is de conclusie onontkoombaar. "De zoektocht naar een kindermeisje heeft mijn ogen geopend. Ik ben vóór de verzorgingsstaat. Ik wil niemand zijn uitkering afpakken als hij daar recht op heeft. Maar als wij zo veel fraude door de vingers zien, moeten we niet zeuren over zo veel illegale migranten. Het een heeft gewoon rechtstreeks met het ander te maken."
|
NRC Webpagina's 5 FEBRUARI 2001
|
Bovenkant pagina |
|