|
|
|
NIEUWSSELECTIE Regering Spanje
|
Spaans bewind krijgt autoritaire trekken
MADRID, 2 FEBR. Stakingswillige vakbonden, kwade rechters en een hoge onderscheiding voor een van de belangrijkste beulen van het Franco- regime. De regering van premier José María Aznar - vorig jaar aan een tweede termijn begonnen - kampt met serieuze problemen. Zij meet zich graag het imago aan van een ploeg die de democratische dialoog zoekt, maar dat is ernstig aangetast. Volgens critici dreigen de autoritaire trekken van het conservatieve bewind, dat kan bogen op een absolute meerderheid in het parlement, zelfs de overhand te krijgen.
Neem de oplopende spanningen met de rechterlijke macht. Na twee
rechterlijke uitspraken die nadelig voor de regering uitpakten, kondigde
een geïrriteerde minister van Justitie
Geld en gratie, daar draait het om. De rechtbank verklaarde met
terugwerkende kracht de afschaffing van de automatische prijscompensatie
in de salarissen voor ambtenaren in 1997 nietig. De bezuiniging, bedoeld
om mee te mogen doen in de Europese muntunie, was een van de eerste
beleidsdaden van Aznar. De regering weigert vooralsnog te betalen en
tekende beroep aan. De vakbonden bereiden een algemene staking voor.
Daarmee lijkt het gedaan met de arbeidsrust waar de regering zo trots op
was.
De gratieverlening aan rechter Gómez de Liaño markeert een
tweede botsing met de rechterlijke macht. De regeringsgezinde
Gómez de Liaño werd bekend door zijn aanhoudende pogingen
om de socialistisch gezinde uitgever Jesús de Polanco in de cel
te krijgen op basis van een uiterst gekunstelde aanklacht.
Machtsmisbruik, oordeelden zijn collega's en ze zetten Gómez de
Liaño uit de rechterlijke macht. Prompt verleende de regering hem
gratie. Maar de Hoge Raad bepaalde dat gratie geen automatische
terugkeer in de rechterlijke macht kan betekenen. Een inbreuk op onze
bevoegdheden, meent de regering-Aznar op haar beurt. Zij vecht de
interventie van de Hoge Raad aan.
Weinig bevorderlijk voor het imago van openheid en dialoog van de
regering was ook de postume toekenning, eind vorige week, van een hoge
onderscheiding aan Melitón Manzanas, het eerste dodelijke
slachtoffer van de Baskische terreurbeweging ETA in 1968. Manzanas,
destijds chef van de politieke politie in San Sebastián, was
berucht wegens de martelpraktijken waar hij tegenstanders van het
regime van dictator Franco aan onderwierp. Amnesty International heeft
de onderscheiding van "iemand die de mensenrechten op grove wijze heeft
geschonden" fel veroordeeld. De gratie voor elf nog levende agenten die
waren veroordeeld wegens mishandeling en martelpraktijken werd eveneens
bekriteerd door de mensenrechtenorganisatie. Ook het recente ontslag van
de directeur van de regionale publieke zender Telemadrid roept
onprettige herinneringen op. De televisiebaas werd de laan uitgestuurd
door het conservatieve regiobestuur van Madrid na uitzending van een
documentaire over de situatie in Baskenland, waarin ook politieke
aanhangers van de ETA aan het woord kwamen.
Door deze reeks incidenten is het klimaat rond de regering-Aznar
verslechterd. De praktische problemen, waar het de laatste tijd van
wemelt, doen daar verder afbreuk aan. Zo kwam de aanpak van de
gekkekoeienziekte in Spanje traag op gang, hetgeen leidde tot veel
verwarring, paniek en woedende slagers. De nieuwe wetgeving die de
immigratie in goede banen moet leiden is evenmin een parel van
overzichtelijk beleid. De illegale immigranten moeten op staatskosten
het land uit, maar zullen niet worden uitgezet. Bovendien mogen ze
terugkomen als de papieren in orde zijn. Inmiddels worden twee kerken
bezet door hongerstakende buitenlanders en kampen tuinders in het zuiden
met een nijpend tekort aan mankracht.
Verder sluimert er nog de kwestie van de Britse atoomonderzeeër
Tireless die met averij aan de nucleaire koelinstallatie voor anker ligt
in de haven van Gibraltar. Ondanks Spaanse protesten weigeren de Britten
hun duikboot elders te repareren, wat de warme betrekkingen die Aznar zo
graag met zijn ambtgenoot Blair wil onderhouden danig heeft bekoeld.
Ondertussen ruikt de socialistische oppositie haar kans. Aan jaren van
verlammende partijruzies lijkt een eind gekomen. De vorig jaar gekozen
partijleider José Luis Rodríguez Zapatero slaagt aardig in
zijn voornemen om een zakelijke oppositie tegen het kabinetsbeleid te
voeren. Het antwoord van regeringszijde komt veelal niet verder dan:
"Onverantwoordelijk". "Er zijn personen die niet voldoende afwegen wat
ze zeggen", aldus Aznar. Maar de makkelijke tijden voor zijn
conservatieve kabinet zijn voorbij.
|
NRC Webpagina's 2 FEBRUARI 2001
|
Bovenkant pagina |
|