F I L M V O O R A F :
Kikujiro
EDO DIJKSTERHUIS
Japanse tv-kijkers kennen hem
vrijwel uitsluitend als 'Beat' Takeshi, de komiek die o.a. een
dagelijkse spelshow met slapstick-inslag presenteert. Maar in Europa, en
zeker onder de bezoekers van filmfestivals als die van Rotterdam en
Berlijn, geniet Kitano Takeshi de status van meest belangwekkende
Japanse cineast van het moment. De negen films die hij maakte sinds zijn
debuut in 1989 zijn stuk voor stuk door critici en kijkers de hemel in
geprezen.
Takeshi's reputatie is grotendeels gebaseerd op yakuza-films als
Violent cop, Sonatine en Hana-bi, waarin hij
behalve de regie ook de hoofdrollen voor zijn rekening neemt. Ook zijn
nieuweling Brother, die momenteel in het programma van het
Rotterdamse filmfestival draait, speelt zich weer af in het Japanse
gangstermilieu. De hypergestileerde wijze waarop hij de vaak
buitensporige geweldsexplosies vastlegt, doet denken aan de klassieke
werken van Fukasaku Kinji, de grootmeester van de Yakuza-genrefilm. Maar
Kitano weet prima te ontkomen aan de valkuil van de eendimensionale
actiefilm. Het bloedvergieten wordt altijd gecompenseerd met een dosis
gortdroge humor en de liefdestragiek die als een rode draad door zijn
oeuvre loopt.
Wat dat betreft neemt Kikujiro een uitzonderingspositie in in
Kitano's werk. In deze film wordt niet geschoten, amper gevochten en het
is de eerste keer dat de regisseur zijn hoofdpersonen niet op het einde
laat sterven. Eigenlijk is het een ongekend lichtvoetig verhaal.
Hoofdpersoon Masao gaat uit verveling tijdens de zomervakantie op zoek
naar zijn moeder die hij nooit heeft gekend. Al snel wordt hij op
sleeptouw genomen door een nurkse yakuza een fantastische rol van
Kitano die besluit het mollige, eenzelvige jongetje het avontuur van
zijn leven te laten beleven. Dwalend door rijstvelden en langs
dorpstempels ontwikkelt zich een band tussen het onwaarschijnlijke
tweetal.
Volgens de regisseur zelf is Kikujiro zijn meest autobiografische
film tot op heden. De yakuza in de film is een portret van Kitano's
eigen vader, een kleine maffiabaas waarmee het moeizaam communiceren
moet zijn geweest. Wellicht wegens die persoonlijke noot, is
Kikujiro zo'n warme en menselijke film geworden. De regisseur
neemt volop de tijd om de karakters gedetailleerd uit te werken en
schrikt niet terug voor een gedoseerd likje sentiment. Voor de
liefhebbers van Kitano's snoeiharde geweldschoreografieën is dat
misschien niet bevredigend, maar voor eenieder die een vakkundige
komedie met diepgang weet te waarderen, is Kikujiro zeker de
moeite waard.
The summer of Kikujiro (Takeshi, Japan, 1999), Ned.3, 23.50-1.50u.