|
|
|
NIEUWSSELECTIE Cahier DNA
|
Eerste DNA-strafzaak in jaren tachtig
ROTTERDAM, 30 JAN. De avond van 21 november 1983 was kil. Lynda Mann (15) had op weg van haar vriendin naar huis in het Engelse Narborough, een vriendelijk dorpje met 6.000 inwoners de kortste weg genomen, het Black Pad. 's Ochtends werd ze gevonden, gewurgd met haar sjaal, halfnaakt en seksueel misbruikt. Een spermamonster leverde op dat de dader bloedgroep A had, zoals één op de tien Engelse mannen, en enzymprofiel PGM1. Rechercheur David Bakers aandacht ging uit naar de nabij gelegen psychiatrische inrichting, maar elk onderzoek liep dood. Het verliep steeds moeilijker, want sporen vervagen na twee weken. De angst in Narborough ebde weer weg, tot in de zomer van 1986 Dawn Ashworth (15) werd gevonden op Ten Pound Lane, een vergelijkbaar bosweggetje verderop. Ze lag er halfnaakt, gewurgd en verkracht. Het spermamonster had exact dezelfde karakteristieken als die bij Lynda Mann. De aandacht ging opnieuw uit naar de inrichting, waar al snel de 17- jarige Richard Buckland werd verdacht, een keukenknecht, die geen alibi kon leveren. Vijftien uur duurde het keiharde verhoor, daarna sloeg hij door. Maar het bleef bij de bekentenis van de moord op Dawn Ashworth. Baker had gelezen over geneticus dr. Alec Jeffreys van de nabije Universiteit van Leicester en wilde Buckland confronteren met het bewijs dat hij beide moorden had gepleegd. Jeffreys had een techniek ontwikkeld om DNA te vergelijken. Hij bestudeerde weliswaar erfelijke ziekten, maar hij had ook al eens succesvol profielen opgesteld bij een immigratiezaak en een vaderschapsgeschil. Zijn techniek heette 'restriction fragment length polymorphism', PFLP. Het lukt met bijvoorbeeld sperma, bloed, haarwortels of ander celmateriaal. Bedoeling was de twee spermamonsters te vergelijken met Bucklands DNA uit bloed. Bij PFLP wordt aan witte bloedlichaampjes een chemische oplossing toegevoegd, waardoor DNA vrijkomt, een witte gelei. Het sperma bleek inderdaad van dezelfde man, maar diens DNA had niets van doen met dat van Buckland, de eerste ter wereld die vier maanden later werd vrijgesproken, dankzij zijn eigen DNA. Zo niet, dan had hij levenslang gekregen. De politie riep alle mannen in de regio op bloed of speeksel te geven. Idee was dat de dader er onderuit zou proberen te komen. Dat bleek het geval. Colin Pitchfork uit de lokale bakkerij stuurde met een smoes zijn collega, een zekere Kelly die van buiten de regio kwam. Hij ging met een vervalst paspoort en het onderzoek liep vast. Niemand had het DNA-profiel van de dader. Een jaar later zat Kelly aan de bar van een kroeg en pochte over zijn rol in de DNA-jacht van weleer. Een vrouw hoorde alles aan, gaf hem aan bij de politie die vervolgens Pitchfork arresteerde. Pitchfork, getrouwd en keurig huisvader van twee kinderen bekende de twee moorden. Zijn bloed bleek exact hetzelfde DNA te bevatten als de spermamonsters. Het was een perfect match. Pitchfork was in 1988 de eerste man ter wereld die levenslang kreeg op grond van DNA-bewijs. Dr. Alec Jeffrey werd in 1994 voor zijn werk geridderd. |
NRC Webpagina's 30 JANUARI 2001
|
Bovenkant pagina |
|