U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
Klik hier
N R C   H A N D E L S B L A D  -  V O O R P A G I N A
NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE

 NIEUWSSELECTIE 
 KORT NIEUWS 
 RADIO & TELEVISIE 
 MEDIA 

S c h a k e l s
CTSV

CTSV laakt gebrek aan bevoegdheden

'Doe het nu eens in één keer goed!'


In de sociale zekerheid is de afgelopen jaren veel overhoop gehaald. Het heeft geleid tot "een hybride situatie" voor toezichthouder CTSV, stelt voorzitter Witteveen.

Door onze redacteur JOOST ORANJE

ZOETERMEER, 27 JAN. Hij begint, minzaam glimlachend, met een anekdote. Ongeveer een half jaar geleden bezocht Tobias Witteveen, voorzitter van het College van Toezicht Sociale Verzekeringen (CTSV), een receptie. Die werd gehouden omdat het GAK, een van de vijf instellingen die de werknemersverzekeringen uitvoert ('UVI'), terugkeerde in de boezem van de overheid. Jarenlang maakte de UVI deel uit van een commerciële holding, als 'publieke poot'. Dat mocht omdat de politiek marktwerking in de sector voorzag. Bij nader inzien vond diezelfde politiek dat toch niet zo'n goed idee. Vandaar dat alle vijf de UVI's worden genationaliseerd. Vandaar het vertrek van het GAK uit de holding. En vandaar de receptie. Tobias Witteveen stond met een glaasje jus d'orange te luisteren naar de toespraak van een van de directeuren van de GAK-holding. En wat hoorde hij? Dat alle UVI-medewerkers een bonus van 300 gulden netto kregen.

Daar wist Witteveen niets van.

Niet dat hij wat tegen een bonus heeft. Maar wel omdat die bonus uit de UVI-kas zou worden betaald. En dat zijn premiegelden waar het CTSV toezicht op houdt. Witteveen: "We hebben druk uitgeoefend om de bonus niet voor rekening van de UVI te laten komen en dat is uiteindelijk ook niet gebeurd. Maar het geeft wel aan hoe makkelijk er door commerciële holdings naar die UVI-kas gekeken wordt. Terwijl daar toch publiek geld in zit."

Deze week bleek dat een voormalige directeur van de UVI voor de bouwnijverheid vrijwillig vertrok vanwege de nationalisering. Hij kreeg een 'exitregeling' van 1,5 miljoen gulden. De man was tevens vicevoorzitter van de raad van bestuur van SFB Groep, waar de UVI deel van uitmaakte. Hij was dus ook mede verantwoordelijk voor het beleid van de commerciële SFB-werkmaatschappijen. Maar zijn afvloeiingsregeling werd volledig betaald uit de UVI-kas. Witteveen: "Ook daar wist het CTSV niets van. We onderzoeken die zaak. Maar nu al kan ik zeggen dat ik vraagtekens zet bij het feit dat deze regeling volledig uit publiek geld is betaald. Dat is iets waar wij als CTSV al vaker op hebben gewezen: het gevaar dat publieke gelden ook voor commerciële activiteiten van de holding worden aangewend."

Vermenging van publieke en private gelden is al langer een probleem voor het CTSV, vooral omdat de toezichthouder er niet echt de vinger achter kan krijgen. "Die situatie wordt nu opgelost, omdat de UVI's weer in overheidshanden komen", vertelt Witteveen. "Maar de afgelopen jaren hebben wij inderdaad fundamentele toezichtsproblemen gehad. We hadden niet de bevoegdheid in de financiële boeken van de holdings te kijken, waardoor we geen glashelder beeld konden krijgen van de scheiding tussen privaat- en publiek geld. Dat is wel eens frustrerend, want áls er dan wat aan de hand is, wordt er meteen gevraagd: wat deed het CTSV? Maar als ik geen bevoegdheden heb, wat moet ik dan? Ik kan niet zwemmen met mijn handen op de rug."

Het is een breder probleem in de toezichtswereld, constateert Witteveen. Mensen denken vaak dat er een waterdichte controle in een bepaalde sector is, terwijl de werkelijkheid anders is. Het is een situatie die de Engelsen zo mooi kenschetsen als: anybody's business, nobody's concern: "In de praktijk is vaak niet goed nagedacht hoe dat toezicht moet worden uitgevoerd. Kijk maar naar de discussies in de stroomsector, of bij de Nederlandse Spoorwegen. En ook in de sociale zekerheid vervult het toezicht niet de rol die het zou moeten vervullen. We hebben in deze sector een situatie geschapen waarin we de illusie hebben van volledig toezicht. Dat is naar burgers toe zorgwekkend. Bovendien is het in strijd met de missie van het CTSV: mensen het vertrouwen geven dat de uitvoering van de sociale zekerheid goed gaat. Eerlijkheidshalve moeten we toegeven dat dat z'n beperkingen kent. In die zin wordt er meer van ons verwacht dan we kunnen waarmaken."

Witteveen noemt een paar voorbeelden, waarbij hem overigens een déj-vu-gevoel bekruipt: "De overheid leert niet. Nu komen er weer commerciële reïntegratiebedrijven die werklozen aan het werk moeten helpen. Kosten: 1,3 miljard aan publiek geld. Volgens de politiek moeten die bedrijven vrij op de markt kunnen opereren. Prima. Maar ondertussen wil de wetgever dat er toezicht is of met dat publieke geld de publieke doelen worden bereikt. Als je dan aan ons vraagt: hebben jullie het instrumentarium om in de boeken van die commerciële reïntegratiebedrijven te kijken, dan is dat niet het geval. Er is een politiek besluit. Er is een illusie. En daarmee houdt het op. We leven in de veronderstelling dat we het goed geregeld hebben, maar we hebben er niet goed over nagedacht."

Hij noemt een soortgelijk voorbeeld waar hij zich zorgen om maakt: "Dit jaar worden de Centra voor Werk en Inkomen opgericht. Dat wordt een organisatie die vanaf 2002 onder een nieuwe toezichthouder valt. Maar in dit cruciale startersjaar, is er geen toezicht. Dus als we eind dit jaar met elkaar willen beoordelen of het project aan haar doelen heeft beantwoord, is het antwoord moeilijk."

In de sociale zekerheid, waar al zo veel overhoop gehaald is, gaan veel zaken opnieuw op de schop. Naast het nationaliseren van de UVI's komt er dus ook een nieuwe toezichthouder. Het kabinet wil dat dit apparaat onafhankelijk wordt en is van plan de huidige toezichtsafdeling van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid samen te laten gaan met het CTSV. Binnen de muren van het departement, dat wel. Een plan met risico's, oordeelt Witteveen, die liever een toezichthouder op afstand zou zien. Letterlijk en figuurlijk: "Ik heb geen twijfel over de goede intenties, maar je moet zelfs maar de schijn vermijden dat beleid en toezicht zaken met elkaar doen. Het is de vraag of dat binnen het ministerie lukt. Dat de nieuwe toezichthouder onafhankelijk moet zijn, daarover is iedereen het eens. Maar ik ben vooral geïnteresseerd in de vervolgvragen: Mag ik bijvoorbeeld zelf de publicatiemomenten voor rapportages kiezen? Mag ik op eigen initiatief naar Tweede-Kamerleden lopen?"

Minstens zo belangrijk vindt hij het gereedschap waarmee die nieuwe toezichthouder haar werk moet doen: "Het is heel wezenlijk dat we niet alleen taken krijgen, maar ook de middelen om ze uit te voeren. Alleen dan krijg je een helder en goed werkend systeem. Vandaar dat ik de overheid één boodschap zou willen meegeven: maak niet weer een halve constructie. Doe het nu alsjeblieft eens in één keer goed!"

NRC Webpagina's
27 JANUARI 2001


( a d v e r t e n t i e s )

Klik hier

Klik hier

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad