U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
Klik hier
N R C   H A N D E L S B L A D  -  R A D I O  &   T E L E V I S I E
NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE

 NIEUWSSELECTIE 
 KORT NIEUWS 
 RADIO & TELEVISIE 
 MEDIA 


S e l e c t i e


Televisie

Radio

M A K E R S :
'De camera beheerst ons leven'

DANIELLE PINEDO
Vorige week werd bekend wie per 1 mei de nieuwe leerstoel Televisie, Media en Cultuur aan de Universiteit van Amsterdam zal bezetten. José van Dijk voelt zich "ietwat overvallen", maar is best bereid tot een vooruitblik.

"Dag mevrouw, ik bel voor een artikel over rampenberichtgeving. Wat is uw mening?" Sinds vorige week via het ANP bekend werd dat José van Dijck (40) per 1 mei het nieuwe hoogleraarschap Televisie, Media en Cultuur aan de Universiteit van Amsterdam gaat bekleden, staat de telefoon in haar Maastrichtse werkkamer roodgloeiend. "Iedereen verwacht van een hoogleraar televisie dat ie zijn mening klaarheeft", zegt Van Dijck wat lacherig. "Nou, niet dus. Het vraagstuk 'rampenberichtgeving' is bijzonder boeiend, maar ik heb er nooit onderzoek naar gedaan. Waarom zou míjn mening dan zwaarder wegen dan die van de vragensteller?"

Zeker aan het begin van de eenentwintigste eeuw roept zo'n antwoord vaak verbaasde reacties op. Wordt een televisieprof niet juist geacht die - vaak razendsnelle - mediale ontwikkelingen te duiden? En: zitten we twee jaar na 'Volendam' nog wel te wachten op onderzoeksresultaten over rampenberichtgeving? Of, sterker nog, op een vergelijking tussen de berichtgeving over 'Volendam' in 2001 en die over de Watersnoodramp van 1953. "Ja", zegt de kersverse hoogleraar gedecideerd. "Want juist zo'n historische evolutie werpt meer licht op de berichtgeving in deze tijd. Wetenschappers behoren niet tot de fast thinkers. We reflecteren en relativeren. Laten ons niet verleiden door de waan van de dag."

Gelukkig zijn er heel wat terreinen waar Van Dijck geen terughoudendheid betracht. Zo klonk in de twee boeken en tientallen wetenschappelijke artikelen die zij het afgelopen decennium schreef een scherpzinnig analyticus door. Voor Manufacturing Babies and Public Consent (1995) onderzocht zij de rol van journalisten bij het publieke debat over de vruchtbaarheidstechnologie. In Imagination: Popular Images of Genetics (1998) stelt Van Dijck dat zowel journalisten als de populaire cultuur een grote rol speelden bij de verspreiding van informatie over genetica. En in haar derde, nog te verschijnen boek, neemt zij de audiovisuele media onder de loep.

José van Dijck groeide op in het Brabantse Boxtel. Na haar doctoraal Algemene Literatuurwetenschap aan de Universiteit van Utrecht vertrok zij voor vier jaar naar de Verenigde Staten. Ze studeerde er Comparative Literature and Media aan de Universiteit van Californië, promoveerde, en schreef tussentijds freelance bijdragen voor de Volkskrant. Eenmaal terug in Nederland werd ze benoemd tot universitair docent journalistiek aan de Rijksuniversiteit Groningen. Sinds 1995 is zij universitair hoofddocent aan de faculteit Cultuurwetenschappen van de Universiteit Maastricht. In die hoedanigheid geeft ze nog regelmatig gastcolleges aan Amerikaanse universiteiten. Amerikanen verhouden zich volgens Van Dijck heel anders tot de media dan Nederlanders. "Met name de televisie speelt een zeer dominante rol in het leven van de doorsnee Amerikaan. In gesprekken met Amerikaanse collega's word ik altijd overspoeld met voorbeelden uit de tv-cultuur. Een ander verschil: Amerikanen gebruiken de televisie als behang. Hij gaat 's morgens aan en 's avonds pas weer uit: de hele dag door één stroom van beeld en geluid. In Nederland kijken wij gelukkig nog naar programma's." In vergelijking met de Amerikaanse televisie, vindt Van Dijck de Nederlandse televisie "van hoge kwaliteit". Vooral de documentaires en actualiteitenrubrieken. Dat heeft volgens haar te maken met de in ons land sterk gewortelde publieke omroep. "In Amerika maakt de publieke omroep van oudsher slechts vijf procent uit van het totale televisieaanbod. Hier nog steeds zo'n vijftig. Dat zie je terug in de programma's."

Niet dat 'publiek' garant staat voor kwaliteit, haast zij zich te zeggen. "Maar de publieke omroep wordt wel gekenmerkt door een grote mate van onafhankelijkheid. En dát is, zeker in deze tijd, een groot goed." Ze wijst op het manuscript voor haar nieuwste boek, Het transparante lichaam. Medische visualisering in media en cultuur. "Daarin betoog ik dat commercie, nieuws en entertainment steeds moeilijker van elkaar te onderscheiden zijn. Het aantal tussengenres - infotainment, docusoaps - neemt toe, het overzicht verdwijnt. Vooral in de Verenigde Staten wordt de berichtgeving sterk beïnvloed door commerciële belangen. Neem de Amerikaanse berichtgeving over de grote mededingingszaak tegen Microsoft. NBC zond vorig jaar een exclusief, maar kritiekloos vraaggesprek met Bill Gates uit. Dan is het handig om te weten dat NBC op internet samenwerkt met Microsoft."

De functie van televisie is door de jaren heen sterk veranderd, meent Van Dijck. "Vroeger was vooral het live element van belang: de begrafenis van John F. Kennedy 'bijwonen' via het scherm. De impact was enorm, maar de invloed van de kijker viel tegen. Anno 2001 gebruikt die kijker het medium - om zijn verbroken relatie te repareren (All you need is love), of om zichzelf op de proef te stellen (Robinson Island). Medialisering noemen we dat in de cultuurwetenschappen: de toenemende invloed van de media in ons dagelijkse leven." Die invloed is lang niet altijd grijpbaar, meent Van Dijck. "We laten de camera op steeds meer plekken in ons leven toe: de slaapkamer, de operatiekamer en zelfs in het binnenste van ons lichaam. Vaak beseffen we niet wat die beelden in de openbaarheid teweeg kunnen brengen."

Met name aan die ethische kwesties wil ze in de toekomst meer aandacht besteden. "Ik vind het een taak van wetenschappers om te laten zien hoe de normen van televisiemakers èn kijkers verschuiven." Verder zal zij zich hardmaken voor een discussie over de publieke omroep. "Het begrip 'publiek' is de laatste jaren sterk aan erosie onderhevig. Een beetje reflectie kan geen kwaad." Over haar eigen televisiegedrag wil ze niet veel kwijt. Ze kijkt "een paar uur per dag, vrij gericht, vooral naar buitenlandse zenders." Haar favoriete programma? "ER. Daar blijf ik zonder meer voor thuis."

NRC Webpagina's
27 JANUARI 2001


( a d v e r t e n t i e s )

Klik hier

Klik hier

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad