|
|
|
NIEUWSSELECTIE Dossier Amerikaanse verkiezingen
|
Bush wil VS leiden als holding company
WASHINGTON, 20 JAN. Het was lang onzeker of George W. Bush president zou worden. Maar hóe hij het Witte Huis zou willen leiden als hij het hoogste ambt in de Verenigde Staten zou bereiken, was steeds glashelder: als een holding company, met tamelijk onafhankelijke dochtermaatschappijen, de ministeries. Om dat te kunnen doen heeft hij lang van tevoren de mensen voor de holding gekozen die hem in staat moeten gaan stellen als chief executive officer te gaan opereren. Hij mist intellectuele nieuwsgierigheid, zeggen zijn critici. Bush weet wat hij wil en kan uitmuntend delegeren, stellen zijn intimi daar tegenover. En hij heeft de mensen om zich te kunnen beperken tot hoofdlijnen. Sleutelfiguur wordt de 59-jarige vice-president Dick Cheney, de man die daags na een vierde hartaanval de hele overgangsoperatie in Washington opzette. Die overgang was door de 37 dagen durende hertelling in Florida gereduceerd tot krap vijf weken. Maar de voorbereiding was dermate grondig geweest, dat alles er op wijst dat de Bush-transitie beter is verlopen dan die van president Clinton acht jaar geleden. Cheney wordt de chief operating officer. Alsof dat niet genoeg is moet Cheney straks ook nog zorgen dat de beoogde wetgeving door het Congres komt. Als vice-president is hij uit hoofde van zijn functie voorzitter van de Senaat. Gezien de 50/50- verhouding daar tussen Republikeinen en Democraten zal hij meer dan eens zijn beslissende stem moeten uitbrengen. Hij zal vooral willen zorgen dat het klimaat zo pragmatisch wordt, dat wetgeving wordt aangenomen zonder dat alle zieke leden per brancard moeten worden binnengereden. Hij kan zich zelf in deze omstandigheden nauwelijks een nieuwe bypass veroorloven. Als het Witte Huis straks niet als een onderneming wordt geleid, dan is in iedere geval de aanloop ertoe bedrijfsmatig uitgevoerd. Zowel Clinton als Carter zaten weken en maanden nadat zij naar 's lands eerste villa waren verhuisd nog te zoeken naar toppersoneel en een formule om met behoud van het idealisme van hun campagnes macht uit te oefenen. Onder Bush zal er minder gezoek zijn, al zal ook daar enig duwen en trekken op de apenrots nodig zijn voordat duidelijk is wie de echte machthebbers achter de president zijn. De aandacht richt zich eerst op de 'ijzeren driehoek' uit Austin, Texas, die is meegekomen met Bush: Karen Hughes, Karl Rove en Joe Allbaugh. Bush is er de man niet naar trouwe medewerkers, die voor hem door het vuur zijn gegaan, af te danken. Zij leidden twee succesvolle Bush-campagnes voor het gouverneurschap en de sprong naar het Witte Huis. Hughes was de belangrijkste woordvoerder van Bush. Deze struise, in Parijs geboren, generaalsdochter en voormalig tv-presentatrice wist een keiharde verdediging van haar kandidaat steeds te omzwachtelen met een gevoel voor humor en gewoonheid dat Bush op penibele momenten uit de brand hielp, bijvoorbeeld toen hij kort voor de verkiezingsdag van 7 november moest toegeven dat hij 24 jaar geleden was gearresteerd wegens dronken rijden. Hughes wordt nu 'director of communications', maar zij zal niet de dagelijkse woordvoering op zich nemen. Zij wordt vooral degene die het imago van het 'product George W. Bush' gaat plannen en bewaken. De pers zal dagelijks worden gevoed door Ari Fleischer, die tijdens de campagne naast Hughes voorlichtte. Hij is een ervaren woordvoerder, die doeltreffend partijpolitieke boodschappen met een glimlach kan brengen. Het tweede lid van Bush' Texaanse trio is Karl Rove, die de strateeg was en blijft. Rove is de messcherpe politieke 'operator' die zorgt dat Bush uitsluitend onderwerpen aanpakt die goed voor hem zijn. Hij was de man die Bush op het succesvol gebleken spoor van het 'compassionate conservatism' (zie bijvoegsel Boeken van gisteren) zette. Hij was onlangs ook de man die werd gealarmeerd door christelijk rechts toen Bush dreigde een gematigde minister van justitie te benoemen. Rove maakt de politieke rekensommen: wie droeg wat bij (in geld of steun), wie moet wat krijgen (in wetgeving of benoemingen). Zowel Hughes als Rove zijn 24 uur per dag beschikbaar voor Bush, die hen ook vrijwel doorlopend belt voor advies, overleg of een grapje. Zij hebben de kandidaat Bush gemaakt en zullen de eerst verantwoordelijken zijn om hun president te doen slagen. Hun voordeel daarbij is dat Bush tijdens de anderhalf jaar durende campagne zeer koers- en rolvast bleek. Hij beperkt zich tot meestal enkele oneliners en improviseert zelden. Joe Allbaugh, de derde van het trio uit Austin, was een van de belangrijkste praktische leiders van de zeer geoliede Bush-campagne. Hij ziet er uit als een forse marinier op laarzen en wordt door zijn vrienden Big Country and Rock genoemd. Hij komt uit Oklahoma, en is dus evenmin een echte Texaan als Bush (geboren in en qua familie afkomstig uit Connecticut) en Rove (die in Colorado opgroeide en studeerde). Allbaugh gaat officieel het bureau leiden dat reageert op rampen in het land. Waarschijnlijk is hij beschikbaar voor klusjes die niet in het nieuws hoeven te komen. Even belangrijk zullen de economisch adviseur Larry Lindsey en de buitenland-adviseur Condoleezza Rice zijn. Over Lindsey's formele positie bestaat nog onduidelijkheid. Hij is formeel nog niet benoemd aan het hoofd van het uitgebreide economische team dat de president ter beschikking staat in het Old Executive Office Building, direct naast het Witte Huis. Rice zal (in dat zelfde gebouw) wel aan het hoofd staan van het omvangrijke apparaat van de National Security Council, het eigen schaduwministerie van Buitenlandse Zaken van de president. Uit die functie wisten Henry Kissinger onder Nixon en Zbigniev Brzezinski onder Carter een dominante rol in de formulering van het buitenlands beleid te verwerven. Met generaal b.d. Colin Powell op Buitenlandse Zaken is de kans daarop minder groot. Stephen Hadley wordt de plaatsvervangend National Security Advisor. Hij was onder vader Bush onderminister van Defensie. Formeel zal dit gezelschap rapporteren aan Andy Card, die al in een vroeg stadium is benoemd tot chef staf van het Witte Huis. Card (53), oud-minister van transport onder Bush sr., was tot vorig jaar de belangrijkste lobbyist in Washington voor General Motors. Het was niet toevallig dat deze grote automaker onlangs een triomfantelijke receptie gaf in de hoofdstad. Card kent het presidentiële apparaat uit de tijd dat hij plaatsvervangend stafchef van vader Bush was onder John Sununu, de stafchef die nog door zoon George W. Bush persoonlijk de laan is uitgestuurd wegens eigengereidheid. Die episode heeft de nieuwe president volgens kenners ertoe aangezet nu een minder dominante verkeersleider in het Witte Huis te zoeken. Andere belangrijke adviseurs zijn Josh Bolten en Alberto Gonzales. De laatste is benoemd tot huisadvocaat, een functie die onder Clinton extra zwaarte meebracht, maar tot nader order verder uit het nieuws zal blijven. Bolten (een van de zeer weinige Oostkusters in de ploeg) diende ook onder Bush de Oudere, als assistant-adviseur voor wetgeving van de president en als juridisch adviseur van de Permanente Handelsvertegenwoordiger. Hij werkte van '94 tot '99 als vice-president legal and governmental affairs bij Goldman Sachs International in Londen. De grootste onbekende van het nieuwe Witte Huis wordt de president zelf. In Austin had hij een reputatie opgebouwd als een werker-met-mate, die om 11.40 uur de ochtend afsloot met een mijl hardlopen, om daarna te gaan lunchen en nog een computerspelletje te spelen voor een beknopt middagprogramma aanving. Hij bezit een 'masters of business administration'-graad van de Harvard Business School en heeft zich in zijn betrekkelijk korte loopbaan een meer begenadigd politicus getoond dan zijn illustere vader. Zijn echtgenote Laura Bush heeft geen Hillary-ambities. De voormalige bibliothecaresse doet volop mee, maar zoekt de voorgrond niet. Hoewel, gisteren deed zij haar eerste politieke uitspraak: het omstreden pro- abortus arrest Roe versus Wade van het Supreme Court hoeft voor haar niet te worden herroepen. Verrassingen zijn nooit uitgesloten.
|
NRC Webpagina's 20 JANUARI 2001
|
Bovenkant pagina |
|