Het Hergé-museum ging aan de Belgische hoofdstad voorbij, maar nu is er een nieuw plan: een permanente tentoonstelling over Kuifje in het Atomium. "Ik zie Kuifje al op de maan lopen, met hologrammen op de bollen."

Door onze correspondent CAROLINE DE GRUYTER

BRUSSEL, 17 JAN. Vorig jaar rond deze tijd fluisterde men in Brussel dat de negen bollen van het Atomium spoedig in voetballen zouden veranderen. Een van de sponsors van het Europees kampioenschap voetbal zou zo de restauratie van het wegroestende monument van de Wereldtentoonstelling van 1958 helpen bekostigen. Het kwam er nooit van, zoals een heleboel andere plannen met het Atomium in de loop der jaren de vergetelheid in zijn gesukkeld. Nu is er een nieuw gerucht: de bollen worden misschien aan Kuifje gewijd. Of aan 'Tintin', zoals de Franstaligen zeggen.

Dit is tenminste een van de voorstellen waarmee de premier van het Brusselse gewest, François-Xavier de Donnea, vrijdag naar de weduwe van de Kuifje-tekenaar Hergé reist. De Donnea, die de afgelopen jaren als burgemeester van de Belgische hoofdstad hard heeft geprobeerd om de beroemdste Belgische striptekenaar met een museum in Brussel te vereren, werd vorige week onaangenaam verrast: de Stichting Hergé heeft besloten om het Hergé-museum in het Waalse universiteitsstadje Ottignies-Louvain-la-Neuve te vestigen. Het contract werd getekend op 10 januari, op de dag af zeventig jaar nadat Hergé zijn eerste Kuifje-strip ('Au Pays des Sovjets') in het tijdschrift La Petite Vingtième had gepubliceerd. De weduwe merkte bij die ondertekening fijntjes op dat Kuifje weliswaar in Brussel het licht had gezien, maar dat hij ook in Waals-Brabant thuis is. Waarmee volgens sommige Kuifje-adepten eindelijk bewezen is dat Kuifjes legendarisch geworden kasteel Molensloot ('Moulinsart' in het Frans) in Wallonië staat en niet, zoals sommigen zeggen, in Brussel of aan de Loire.

Contract of niet, De Donnea laat het er niet bij zitten. Tijdens het Belgische voorzitterschap van de EU (tweede helft van dit jaar), wil hij Brussel graag promoten als de stad van Kuifje. De stripheld, vindt hij, is een toeristische troef voor de stad. En als dat niet met een museum kan, dan maar met een 'uitstalraam' een répresentation significante, in de woorden van de premier. Kortom, een winkeltje, een 'infodesk' of, waarom niet, een paar ballen van het Atomium. Met wellicht een permanente Kuifje-tentoonstelling langs de roltrappen van de steile slurven waarmee het publiek van bol naar bol wordt gevoerd. "Ik zie al hologrammen op de bollen van het Atomium", dagdroomde de nieuwe burgemeester van Brussel, Eddy Thielemans, vorige week. "Kuifje die op de maan loopt, en eindelijk Neil Armstrong de hand kan schudden".

Of Fanny Rodwell-Vlamynck, Hergé's weduwe, en haar nieuwe echtgenoot, Nick Rodwell, die voorzitter is van de Stichting Hergé, iets zien in dit idee, is zeer de vraag. Zij hebben de slopende onderhandelingen met Brussel over het museum nog vers in het geheugen. Over de financiering, die volgens Brussel sam-sam moest gebeuren, maar volgens de stichting geheel door Brussel moest worden gedekt. En over de plaats: de erven Hergé wilden een plek met veel groen. Uiteindelijk vond Brussel een locatie, maar die werd volgens de stichting ondraaglijk ontsierd door een foeilelijke betonnen kantoortoren ernaast. In Louvain-la-Neuve kreeg de stichting, behalve een flinke lap gratis natuur op het universiteitsterrein, ook de verzekering dat alle infrastructuur door de gemeente wordt geleverd. Louvain-la-Neuve ligt bovendien vlakbij Walibi, het pretpark in Waver dat geheel is geïnspireerd door het Kuifje-album De Schat van Scharlaken Rackham. Het museum moet nog wel worden gebouwd. Tussen 2004 en 2006 moet het opengaan voor publiek.

Als Kuifje al op of in het Atomium zou komen - De Donnea heeft er een budget voor klaar -, dan gebeurt dat trouwens wel te laat voor het Belgische EU-voorzitterschap. Het monument, dat de bezoekers met zijn Spoetnik en andere ruimtevaartnieuwigheden uit '58 nu nog een onvervangbaar schattige reis-terug-in-de-tijd bezorgt, gaat namelijk vanaf deze zomer in de renovatie.

Is het magnifieke stripmuseum in hartje Brussel dan niet een betere plaats voor een tijdig eerbetoon aan de illustere citoyen Hergé? Nee, zo blijkt: daar is geen plaats voor een 'uitstalraam'. Het blijft dus even afwachten wat de Brusselse premier nog van Kuifje in de wacht weet te slepen voor zijn stad. Eén ding is zeker: als Hergé niet al wijlen was, had hij vast en zeker een fijn album weten te wijden aan de intriges over Kuifjes nalatenschap. 'Kuifje en de Atomiumbollen', zoiets.

( a d v e r t e n t i e s )