Door onze correspondent
TEL AVIV, 15 JAN. In Gaza en in Nablus zijn gisteren twee Palestijnen geëxecuteerd die door een Palestijnse rechtbank ter dood waren veroordeeld wegens collaboratie met de Israëlische veiligheidsdienst Shin-Bet.

De Palestijnse leider Yasser Arafat bekrachtigde het vonnis, waarin wordt gesteld dat het tweetal Israël inlichtingen had verschaft die leidden tot de executie en arrestaties van leiders van de Palestijnse opstand door Israëlische militairen. De executies hebben in Israël maar ook bij Palestijnse organisaties voor de rechten van de mens scherpe kritiek uitgelokt. In Palestijnse gevangenissen zit nog een aantal van collaboratie met Israël verdachte Palestijnen die binnenkort voor de speciale Palestijnse veiligheidsrechtbank zullen moeten verschijnen. De Palestijnse minister van Justitie, Freih Abu Meddein, wees de kritiek op de terechtstellingen van de hand omdat deze werden uitgevoerd met het doel executies door Israël van Palestijnse leiders met hulp van collaborateurs te verijdelen. Het Palestijnse comité voor de rechten van de mens in Gaza verwierp gisteren in een verklaring de executies en oefende scherpe kritiek uit op de onzorgvuldige gerechtelijke procedure die aan de veroordeling vooraf ging.

De Israëlische premier Ehud Barak zei dat de rechtszaken tegen de Palestijnse collaborateurs "herinneringen opriepen aan donkere tijden in de geschiedenis". In een hoofdartikel bijt het Palestijnse blad Al- Quds vandaag terug met de opmerking dat het Israël is dat als gevolg van de bezetting terreur en dood zaait die doen denken aan echt duistere tijden.

Jossi Sarid, de leider van de Israëlische Burgerrechtenpartij, stuurde een scherp protest naar Arafat. Hij beroept zich daarbij op morele gronden, omdat "wij ook afstand nemen van de executies van Palestijnen door Israël en dat ook in het openbaar hebben gezegd".

In de Israëlische krant Ha'aretz verscheen vanmorgen een artikel waarin de Israëlische pers schijnheiligheid wordt verweten omdat "de executies" van Palestijnen door speciale Israëlische eenheden met de term "uit de weg ruimen" worden afgedaan, terwijl het executeren van Palestijnse collaborateurs door het Palestijnse gezag "barbaars" wordt genoemd.

Het Palestijnse gezag heeft collaborateurs opgeroepen zich over te geven. Volgens Palestijnse bronnen hebben al vier Palestijnen aan deze oproep gehoor gegeven. De Palestijnse minister van Justitie heeft beloofd te overwegen hen niet voor het gerecht te brengen indien ze serieus spijt betuigen en eerlijke informatie verschaffen over hun samenwerking met Shin-Bet.

Op de Israëlische televisie verscheen gisteren een Palestijn die zei sedert 1967 voor Shin-Bet te werken. Hij zei bang te zijn door de Palestijnse veiligheidsdienst te zullen worden ontvoerd. Terwijl hij demonstratief zijn pistool op tafel legde, zei hij "niets meer te verliezen te hebben". Om druk op hem uit te oefenen was zijn zoon al een keer ontvoerd en in een Palestijnse gevangenis gemarteld. De discussie in Israël over het optreden van het bezettingsleger tegen de Palestijnen is aangescherpt doordat het Israëlische opperbevel de strijd tegen de Palestijnse onafhankelijkheidsopstand als een "gewapend conflict" heeft gedefinieerd. Israëlische militairen in bezet gebied hebben daardoor volgens militaire kringen grotere vrijheid van handelen gekregen.

( a d v e r t e n t i e s )