|
|
|
NIEUWSSELECTIE Dossier Midden-Oosten
|
Op Westoever woedt 'de slag om de wegen'
HEBRON, 15 JAN. "Het is weer erg Kosovo", zegt de Israëlische soldaat bij de blokkade op de weg tussen Jeruzalem en Hebron. Nadat Israel twee Palestijnen heeft opgepakt in Betlehem, is vanuit het Palestijnse dorpje al-Khadr geschoten op de joodse nederzetting van Efrat, over de weg naar Jeruzalem heen. Die is dus nu dicht, alleen taxi's met een Palestijns nummerbord mogen erdoor, want "dat zijn zelf Arabieren". Een Israëlische automobilist gromt boos "En dat er maar op hen geschoten moge worden". Joodse kolonisten iets verderop zien de snel groeiende file strijdlustig aan. Al de hele ochtend versperren zij de weg, uit protest omdat nog steeds Palestijnse auto's worden toegelaten op de speciale wegen die de joodse nederzettingen in de Westelijke Jordaanoever verbinden met Israël.
Aldus ontstaat een inmiddels vertrouwd tafereel op de Westelijke Jordaanoever, drieëneenhalve maand na het uitbreken van de tweede Palestijnse opstand: blokkades en verkeersopstoppingen, beschietingen en hinderlagen. Brandhaarden uit de hele wereld halen de Palestijnen en de Israëliërs aan om de situatie te beschrijven: Kosovo, Soweto, Libanon. Net als in het voormalige Joegoslavië vrezen joodse kolonisten en Palestijnse dorpelingen voor elkaars sluipschutters. Palestijnen en mensenrechtenorganisaties klagen bitter over de 'apartheid' in de Westelijke Jordaanoever. Waarnemers spreken over de 'Libanisering' van de Palestijnse gebieden. Nu Israël niet van zins blijkt de belangrijkste nederzettingen in de Westelijke Jordaanoever te ontmantelen, lijken Palestijnse milities het voorbeeld van Hezbollah in Libanon te volgen. Deze guerrillabeweging wist Israël tot terugtrekking uit Zuid-Libanon te bewegen door onvermoeibaar aanslagen uit te voeren op de bezettingsmacht. De gestage stroom gesneuvelden brak uiteindelijk de Israëlische moraal. Op eenzelfde manier zouden de milities nu het leven voor de joodse kolonisten in de nederzettingen en voor Israëlische soldaten onmogelijk willen maken. Schotenwisselingen zijn aan de orde van de dag. Langs de weg gaan regelmatig autobommen af volgens het 'Hezbollah- procédé': eerst een kleine zodat bomexperts, soldaten of hulpverleners toesnellen, en dan een grote. Recentelijk werd de zoon van de beruchte joodse racist Kahane met kogels doorzeefd, toen hij met z'n familie naar zijn nederzetting in de Westelijke Jordaanoever reed. Kranten worden nauwelijks meer bezorgd bij de joodse kolonisten, artsen laten langer op zich wachten en de inwoners van de nederzettingen komen te laat op hun werk in Israël. Israëliers wisselen onderling informatie uit welke wegen nog 'veilig' zijn, kranten publiceren kaartjes met routes. De 'slag om de wegen', zoals de media de situatie noemen, is in volle gang. Het Israëlische leger reageert tot nu toe met de instelling van drie verschillende regimes. In het noorden van de Westoever zijn de Palestijnse steden hermetisch afgesloten van de rest van de wereld en van elkaar. Bij de toegangswegen houden Israëlische soldaten de wacht, keuvelend met zwaar bewapende joodse kolonisten die kunnen gaan en staan waar ze willen. Palestijnse en kolonistenmilities struinen ondertussen door de velden, van waaruit ze schieten op de wegen. Die zijn dan ook vrijwel volledig uitgestorven en er hangt een onheilspellende stilte, alsof er een verschrikkelijke epidemie heeft gewoed. Vanaf Ramallah in het centrum van de Westoever kunnen de Palestijnen naar Jeruzalem en andere zuidelijk gelegen steden rijden, maar ze moeten daarvoor wel een enorm eind omrijden. Het Israëlische leger heeft de hoofdwegen afgezet, alleen joodse kolonisten mogen erdoor. Vanaf Jeruzalem richting Hebron in het zuidoosten van de Westoever is de situatie het ingewikkeldst. Daar is Israël al jaren bezig een lange sliert nederzettingen te bouwen. In het zuidelijke deel van de Westelijke Jordaanoever heeft het Israëlische leger de afslagen naar Palestijnse dorpen en steden geblokkeerd met hoge wallen van zand en steen - die zijn moeilijker te verwijderen dan blokken beton. Alle dorpelingen moeten te voet langs zo'n wal en vervolgens een nieuwe taxi nemen. Met winkelwagentjes slepen de Palestijnen hun bagage heen en weer. Bij de meeste zandwallen zijn inmiddels parkeerplaatsen ingericht. Verschillende gevallen zijn al bekend van zieken die bezweken doordat medische zorg te laat arriveerde, zoals deze week een jong meisje. Voor de tweede intifada begon, deed Shadi Muasser, leraar aan een middelbare school, er vijf minuten over om van zijn dorpje Beni Nayyim naar zijn werk in Hebron te komen. Nu duurt het 35 minuten, tegen dubbele kosten. "Israël doet dit puur om ons te pesten en te straffen", zegt hij schouderophalend. " Denken ze dat we hierdoor gematigder worden?" Hij wijst naar een leus op de muur achter hem: 'Ieder zionistisch huis zal een huis zijn van rouw'. Er is weinig verkeer meer op de ooit zo drukke wegen rond Hebron. Toerisme, de bouwnijverheid en handel zijn ingezakt. Zo nu en dan tuft een Palestijnse taxi de heuvel op, afgewisseld door een keihard rijdende joodse kolonist. Langs de weg hebben kolonisten in het Hebreeuws op borden en muren graffiti gespoten met teksten als: 'Arabieren oprotten' en 'Kahane had gelijk', naar diens opvatting dat Groot-Israël moet worden gezuiverd van Palestijnen. Borden van de Palestijnse Autoriteit zijn met zwarte verf onleesbaar gemaakt of vernield. In Hebron staat in het Hebreeuws op de muren: 'Jullie dagen zijn geteld', en 'Oorlog nu!', een woordspeling op de grootste vredesbeweging in Israël, 'Vrede Nu'. De oudste en een van de grootste joodse nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever is Qiryat Arba, met een legerkazerne. Hier is ook het eregraf voor 'de heilige, de dokter' Baruch Goldstein, de man die zeven jaar geleden zijn mitrailleur leegschoot op biddende moslims in Hebron. Op het centrale plein drinken een paar soldaten een flesje prik, hun automatische geweren op de tafel in het gelid. De restauranthouder, een oudere joodse kolonist van Armeense afkomst met tien kinderen, legt het geduldig uit: "Dit is het land Israël. Het land Israël behoort toe aan God. God heeft ons uitverkoren om voor het land te zorgen. Als God daarin verandering wil aanbrengen, zal Hij ons dat laten weten." Hij slaat een naast de kassa klaarliggende 'rabbijnenbijbel' of Tenach op na en leest een commentaar voor van de joodse geleerde Rashi. Op het mededelingenbord iets verderop hangt een advertentie voor een nieuwe service; een apparaatje voor in de auto, dat permanent in verbinding staat met het Israëlische leger. Een druk op de knop en ze weten waar je bent en dat je in de problemen zit. Het wordt geleverd door een firma genaamd Barak, Hebreeuws voor 'bliksem', en kost 25 gulden per maand, 'nu met speciale kolonistenkorting'.
|
NRC Webpagina's 15 JANUARI 2001
|
Bovenkant pagina |
|