T V V O O R A F :
Surinaamse nachtegalen
WILFRED TAKKEN
Echt zuiver zingen ze nog niet,
en op het podium schiet het koordje van hun topje wel eens los; maar
voor de vele arrenbie-zangeressen die in de Bijlmer rondlopen is er geen
twijfel mogelijk: zij worden beroemd. Voor de documentaire Ik word
beroemd volgde regisseuse Brigit van Dam een zomer lang drie
zingende en dansende Surinamers uit Amsterdam-Zuidoost.
De documentaire drijft vooral op vertedering voor de stralende jongeren
met hun even naïeve als bewonderenswaardige dadendrang. We zien ze
in de zomerzon door de flatwijk lopen, optreden op het Kwakoe Festival
en Sail 2000. Van Dam laat haar hoofdrolspelers in hun waarde.
De drie talentjes krijgen les van de zangpedagoog Rudi Duurvoort die
reeds verschillende, tamelijk bekend geworden artiesten, zoals die van
Dignity, opleidde. Duurvoort, een rustige donkere man met plukjes grijze
baard op zijn kaken, leert de jongeren niet alleen zingen, maar ook hoe
ze zich moeten presenteren. Hij laat zijn leerlingen swingend playbacken
met een flesje Spa blauw als nepmicrofoon. Vreemd genoeg komt Duurvoort
zelf niet aan het woord over zijn ijvere leerlingen.
Verreweg de meest ambitieuze van de drie is de veertienjarige Rashid
McDonald. In de openingsscène zien we hem voetballen op straat in
een Braziliaans shirt met 'Ronaldo' op de rug. Als het aan zijn 'beste
wel happerige' producent ligt, mag Rashid binnenkort niet meer
voetballen, want dat is te kinderachtig voor een echte artiest. De
producent heeft het al over "mediatraining" en "heropvoeding". Voortaan
moet Rashid zich als een 'product' gedragen. Rashid vindt dat heel
normaal: "Mensen moeten me kopen. Net als Melkunie of cola." De arme
Rashid neemt zijn prille loopbaan veel te serieus, waardoor het
spelplezier er nu al is uitgeramd. Hij wordt rondgereden door zijn
nóg ambitieuzere moeder, die haar oogappel naar talentenjachten
stuurde toen hij amper zes was.
Tegenover de zakelijke aanpak van Rashid zet Van Dam de zang- en
dansgroep van Marlou Gezins. Deze meiden gedragen zich veel
amateuristischer, maar hebben wel de charme behouden van het groepje
vriendinnen op het schoolplein. Beroemd worden is hun droom, maar je
moet er vooral "geen big deal" van maken. Gedenkwaardig is het moment
waarop, tijdens een belangrijk optreden, de mollige Marlou van het
podium stapt omdat het koordje van haar bovenstukje knapt. Marlou
versaagt niet, repareert het mankement, en hervat breed lachend de
wulpse dans. Haar vriendin zegt na afloop: "Eindelijk is het een keer
een beetje goedgegaan, ondanks dat haar topje losging."
Ik word beroemd wordt meer dan een vertederende impressie als Van
Dam verband legt tussen het streven naar beroemdheid en het leven in een
zwart getto. Marlou is bijvoorbeeld gaan dansen omdat ze uit een
"stroeve thuissituatie" komt. De derde zangeres die Van Dam volgt, Helga
van Hetten, is wat dat betreft het interessantste omdat ze niet alleen
Whitney Houston nadoet, maar ook autobiografische nummers schrijft. Ze
vertelt dat ze, toen ze eenmaal in Nederland belandde, opeens mensen
ging missen die ze nooit had gemist, zoals haar vader die wegliep toen
ze een baby was. In het Surinaams zingt ze hem toe: "Papa, als je wist
dat je niet zou blijven/ Waarom heb je me dan verwekt?/ O Papa/ Respect
voor mannen heb ik nooit gekregen."
De Surinaamse nachtegalen hopen ongetwijfeld stiekem dat deze
documentaire ze alvast een beetje beroemd maakt. Van Dam heeft daar een
stokje voor gestoken door de jonge helden niet van een naam te voorzien
als ze in beeld komen. Ook een voice over met informatie
ontbreekt. Dat Ik word beroemd over Surinamers in de Bijlmer
gaat, is dus onder voorbehoud.
Ik word beroemd, zondag, Ned.3, 19.30-20.30u.