I N T E R N E T :
Demonisch beeld hacker bijgesteld
MARIE-JOSÉ KLAVER
De Amerikaanse computerhacker
Kevin Mitnick kwam vorig jaar na vijf jaar cel vrij. Hackerjournalist
Eric Corley maakte een documentaire die sommige beschuldigingen
weerlegt.
'We zijn bij geen van de bedrijven die we hebben bezocht verder gekomen
dan de receptie', merkt hackerjournalist en filmmaker Eric Corley aan
het eind van Freedom Downtime ironisch op. Freedom
Downtime is een anderhalf uur durende film over de Amerikaanse
hacker Kevin Mitnick, die vorig jaar na vijf jaar cel vrijkwam.
Preciezer gezegd: Freedom Downtime gaat óver een
speelfilm over Mitnick en de pogingen van de Amerikaanse hackerbeweging
om het demonische beeld van de computerkraker dat de overheid en de
media schetsen bij te stellen. Terwijl Mitnick in de gevangenis zat,
schreven New York Times-journalist John Markoff en
beveiligingsdeskundige Tsutomu Shimomura een boek, Take Down,
over de jacht op de bekende hacker. Bij zijn arrestatie, in februari
1995, speelden Markoff en Shimomura een belangrijke rol. Shimomura
vermoedt dat Mitnick op zijn netwerk heeft ingebroken en waarschuwt
Markoff en de FBI. Samen met de FBI spoort de Japans-Amerikaanse
computerexpert Mitnick op. Markoff mag meekijken en staat klaar om een
artikel te schrijven als Mitnick wordt gearresteerd.
Als in 1998 blijkt dat productiemaatschappij Miramax een film van
Take Down wil maken waarin Mitnick, die dan al drie jaar zonder
proces in voorarrest zit, al schuldig bevonden en veroordeeld is,
organiseert Corley een demonstratie voor het gebouw van de filmstudio
in New York. In Corley's documentaire is te zien hoe een handvol mensen
onder begeleiding van een advocaat folders en stickers met de tekst
'Free Kevin' uitdeelt. Ze spreken af en toe voorbijgangers aan om het
verhaal van Kevin Mitnick uit te leggen. Miramax is niet onder de
indruk van de demonstratie. Als Corley een jaar later simultane
protestbijeenkomsten in vijftien Amerikaanse steden en in Moskou
organiseert, weet hij de aandacht van de mainstream media te trekken.
Overal, zelfs op een standbeeld van Lenin, zijn de felgele 'Free Kevin'
stickers te zien.
Corley, beter bekend als Emmanuel Goldstein, is hoofdredacteur van het
hackerstijdschrift 2600. 2600 bestaat sinds 1984 en is
verplichte kost voor de computer underground. In juli 2000 kreeg
Corley van een rechter in Manhattan een verbod om op de website van
2600 te linken naar een programma om DVD's mee af te spelen. De
rechter verbood ook de publicatie van de code van het programma,
geschreven door een 16-jarige Noorse scholier, op T-shirts. Freedom
Downtime is Corley's debuut als regisseur en acteur (de
hackerjournalist speelt zelf een belangrijke rol in de film). De
documentaire is alleen te zien op hackerfestivals en zo nu en dan bij
vrienden van Corley thuis. Corley reist persoonlijk de wereld rond om
de film te vertonen. Freedom Downtime is ook een rondreis. In
een huurauto trekt de New-Yorker door de Verenigde Staten om de
bedrijven en overheidsinstellingen te bezoeken waar Mitnick volgens de
aanklacht van het openbaar ministerie digitaal heeft ingebroken. Tussen
de scènes op de parkeerterreinen (niemand wil Corley ontvangen)
van Sun en het atoomonderzoekscentrum Los Alamos National Laboratory
zijn informatieve interviews gemonteerd met Mitnicks oma Reba, zijn
advocaat, de schrijver Bruce Sterling en enkele hackers en
beveiligingsdeskundigen.
De journalisten Katie Hafner en John Markoff wilden ook wel praten.
Hafner, die met Markoff in 1995 het boek Cyberpunk over Mitnick
en twee andere hackers publiceerde, biedt voor de camera haar excuses
aan. Ze geeft toe dat het portret dat ze van Mitnick schetste te
negatief is en dat ze verzuimt heeft het journalistieke principe van
hoor en wederhoor toe te passen. Hafner en Markoff hebben Mitnick nooit
gesproken. Alle informatie over Mitnick in Cyberpunk is afkomstig van
twee mensen die, zo bleek achteraf, een hekel aan de hacker hadden.
Markoff diskwalificeert zichzelf, zoals Corley waarschijnlijk al hoopte,
door een paar vergissingen te maken en feiten door elkaar te halen. Op
de vraag hoe hij erbij kwam om op de voorpagina van de New York
Times te schrijven dat Mitnick ooit in NORAD (het centrale
computersysteem waarmee de Amerikanen kernwapens kunnen lanceren) heeft
ingebroken, moet Markoff het antwoord schuldig blijven. Hij had het
gehoord, zegt hij, van een ambtenaar die anoniem wilde blijven. Volgens
de anonieme bron was Mitnicks kraak van NORAD de inspiratie voor de
regisseur van de bekende hackersfilm Wargames (1983). Heeft hij
de bewering gecheckt, wil Corley weten. Eh, nee, zegt de New York
Times-reporter. Journalisten die later wel de moeite hebben genomen
om een woordvoerder van NORAD en de regisseur van Wargames te
bellen, kregen te horen dat Mitnick nooit in het militaire netwerk
heeft ingebroken. De regisseur van Wargames had zelfs nog nooit
van Mitnick gehoord.
Freedom Downtime is geen bittere of gelijkhebberige film. Humor
en ludieke acties voeren de boventoon. Als Corley, een slordig geklede
veertiger met lang haar die eeuwig gekleed gaat in T-shirts, voor het
huis van bewaring in Los Angeles aan het filmen is, verschijnt Mitnick
ineens voor het raam. Binnen raken de bewakers zo in paniek, zal
Mitnick later vertellen, dat de gevangenen die dag niet gelucht worden
en niet mogen eten in de eetzaal.
Corley hoopt dat zijn film ooit op documentairefestivals te zien zal
zijn. Nederlandse vrienden hebben beloofd de film aan te melden voor
het International Documentary Festival Amsterdam; (IDFA).