|
|
|
NIEUWSSELECTIE Hoge Raad
|
Uitspraak Hoge Raad
Handel in paddo's mag zonder BTW
Door een onzer redacteuren
Dat blijkt uit twee afzonderlijke arresten die de Hoge Raad gisteren heeft gewezen. In het geval van de paddo's was de staatssecretaris van Financiën in cassatie gegaan tegen een uitspraak van het Gerechtshof in Arnhem op 10 augustus 1999. Daarbij ging het om een handelaar in paddo's die een bepaald bedrag aan BTW over het tijdvak van 1 februari 1996 tot en met 31 december 1996 had betaald naar aanleiding van een aanslag. Daarbij werd wel meteen bezwaar gemaakt en de inspecteur gevraagd om teruggave van dat bedrag. Dat werd door de rechtbank afgewezen, waarna de handelaar naar het hof stapte. In hoger beroep kreeg de paddo-handelaar gelijk, waarna de staatsecretaris op zijn beurt een oordeel van de Hoge Raad wilde. De advocaat-generaal van de Hoge Raad heeft afgelopen zomer zogeheten prejudiciële vragen gesteld aan het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen in Luxemburg. Op grond van de uitspraak in Luxemburg is de advocaat-generaal ervan uitgegaan dat de paddo-handelaar "een smartshop exploiteert waar hij zogenoemde ecodrugs verkoopt. Hiertoe behoren onder meer gedroogde, psilocybine (een geestverruimend middel) bevattende paddestoelen, aangeduid als paddo's." De Raad is voorgelegd of de levering van paddo's moet worden belast met omzetbelasting en zo ja, of daarbij het verlaagde tarief van 6 procent van toepassing is, zoals de staatssecretaris heeft bepaald. De advocaat- generaal wijst er echter op dat het krachtens de Opiumwet bereiden, be- of verwerken, verkopen, afleveren en verstrekken van middelen is verboden, als die staan vermeld op de bij de wet behorende lijst. Tevens is het verboden om die middelen "aanwezig te hebben of te vervaardigen". Op bedoelde lijst staat ook "psilocine en psilocybine, alsmede preparaten die één of meer van vorengenoemde substanties bevatten". Volgens de Opiumwet behoren deze middelen "verbeurd te worden verklaard of aan het verkeer onttrokken", ongeacht het in Nederland geldende gedoogbeleid. Nederland heeft immers het Verdrag inzake Psychotrope stoffen (1971) ondertekend. Krachtens dit verdrag, waartoe alle EU-lidstaten zijn toegetreden, dienen de aangesloten staten elk gebruik van al die op de lijst genoemde stoffen te verbieden, tenzij sprake is van wetenschappelijk onderzoek of beperkt medisch gebruik.
|
NRC Webpagina's 4 JANUARI 2001
|
Bovenkant pagina |
|