|
|
|
NIEUWSSELECTIE UNESCO
|
Een kinderfiets met versierde spaken
Door onze correspondent ANIL RAMDAS
Daarna mag hij gaan ontbijten, wat hij doet bij de dhaba, een soort wegrestaurant, waar de maaltijden vijf tot tien rupees kosten. Voor twee Nederlandse stuivers heeft hij dus een warm ontbijt, dat bestaat uit vier chapati's (kleine, drooggebakken roti's), roerei met groenten en een kommetje linzen. Zelfs voor een volwassene is dat veel, maar Monty krijgt het op. Hij kan dan het middagmaal overslaan en twee stuivers besparen. Van zijn dagloon houdt hij dan ongeveer anderhalve gulden over, waarvan hij thuis een gulden afstaat. De twee overgebleven kwartjes zette hij jarenlang op zij voor zijn fiets, zijn kostbaarste bezit. Hij neemt hem niet mee naar huis, om te voorkomen dat ze die in tijden van grote nood verkopen. "Het zijn onbetrouwbare mensen, die familieleden van me", zegt hij zonder een spier te vertrekken. "Een gulden moet ik betalen voor een maaltijd en een slaapplaats, dat is veel." Monty's vader is een beetje aan de drank, blijkt, een oudere zus bedelt wat, want ze heeft een kind en is ongehuwd, en zo zijn er meer miskleuntjes in de hut waarin ze verblijven. Alleen zijn moeder deugt, als je Monty moet geloven. Ze geeft hem 's avonds het lekkerste van het eten, omdat hij de enige constante bron van inkomsten is. Zijn oudste broer zit voor twee jaar vast, nadat hij de familie ineens rijk had gemaakt met een gestolen tv-toestel. Zoals Monty zijn er ongeveer zeventig miljoen in India, rekende de UNESCO uit, kinderen tussen vijf en veertien jaar die niet naar school gaan. Dat is een derde van het totaal en toch een flinke vooruitgang ten opzichte van tien jaar geleden: toen ging de helft van de leerplichtigen niet naar school. De projecten die gericht zijn op kinderen als Monty zijn redelijk succesvol. Maar Monty zelf heeft er geen boodschap aan. "Ik kan rekenen en Engels spreken", zegt hij met schorre stem. Want de laatste tijd rookt hij veel. Die twee kwartjes die hij nu overhoudt omdat hij zijn fiets al heeft, besteedt hij aan sigaretten en de bioscoop. "Ik heb ook recht op mijn vermaak", zegt hij terwijl hij de sjaal weer om zich slaat en op zijn fiets stapt. Met grote vaart rijdt hij de duisternis in, hij moet nog langs drie huizen, vóór negen uur.
|
NRC Webpagina's 3 JANUARI 2001
|
Bovenkant pagina |
|