B E E L D :
Onverwachte helden
Maarten Huygen
Achteraf lijken hulp en redding
vanzelfsprekender dan op het moment zelf. De meesten blijven wanhopig
staan, slechts enkelen klimmen op daken, slaan ramen van een brandend
gebouw open, proberen mensen naar buiten te halen. Het is altijd
verrassend wie zich in dergelijke omstandigheden plotseling tot held
ontpopt.
Vaak zijn het mensen die normaal helemaal niet opvallen. In B&W kwam er een aantal aan het woord. Een jongen met oorbellen en
krulhaar was op het dak naast het brandende Volendamse café
geklommen. "Op gegegeven moment ben ik gaan douwen, praten en smeken of
ze alsjeblieft door de nooddeur wilden, door het noodraam", zegt hij.
Hij stak zijn armen door een tralieraam voor het brandende café
naar binnen en riep: "Je moet naar links, naar de nooddeur". Ze riepen
maar: "We kunnen niets zien". Een ander tilde mensen door een open raam
naar buiten. Het was de aangrijpendste uitzending die ik heb gezien over
de Volendamse ramp. Het ging nu eens niet over de nalatigheid die zo'n
ramp veroorzaakt maar over mensen die in dat soort situaties spontaan te
hulp schieten. De jongeman was zelfs in zijn jeugdige overmoed door het
open raam het brandende café ingegaan. Daar werd hem de adem
afgesneden en een brandweerman stuurde hem terug. Gelukkig maar. Een
andere man had wel veertien mensen naar buiten gehaald maar bij de
vijftiende, een jong meisje, was hij dodelijk gestikt in de rook en ze
stierven in elkaars armen. Een verhaal dat nog lang herhaald zal worden
in Volendam, als troost en verdriet tegelijk. Paul Witteman sprak met
omfloerste stem. Ik dacht aan Herinneringen van een
Bramzijgertje, de roman van Jan de Hartog over het laagste
scheepshulpje op een zeilbotter. Hele vissersvloten die tot in de jaren
dertig in een enkele storm verloren konden gaan. Oudere Volendammers
moeten zich de verhalen nog herinneren. En Henri Osewoudt, het
onaanzienlijke mannetje uit De Donkere van Damocles van Hermans
die per ongeluk in de oorlog verzetsheld werd. Netwerk
presenteerde interessant onderzoek over menselijke reacties op
rampsituaties. De percentuele verdeling is altijd het zelfde, zei een
Britse wetenschapper. De meeste mensen, 70 procent, zijn verdoofd, weten
niet wat ze moeten doen en wachten op instructies. Teveel informatie die
ze niet aan kunnen. Slechts tien tot vijftien procent denkt rationeel.
Zij nemen de leiding op zich. En tien tot vijftien procent van de mensen
raakt verlamd: "Ze gillen, huilen en komen niet van hun plek af, zelfs
als hun wordt verteld hoe ze zich moeten redden". Slechts enkelen zoeken
naar een andere uitgang dan de deur waar ze door zijn binnengekomen. Zo
hoorde ik gisteren ook over de meisjes die verstijfd op hun barkruk
bleven zitten en verbrandden.
Netwerk haalde oude interviews op met overlevenden van de
veerbootramp in de Oostzee en van een vliegtuigramp in 1985. Een vrouw
wist uit het brandende vliegtuigwrak te ontsnappen, terwijl haar
medepassagiers naar bagage zochten. Ze stapte over liggende
medepassaggiers heen naar buiten. "Ik ben er niet trots op", zei ze. Het
knagende schuldgevoel van de overlevende.
Nova had de jonge FC Volendam-voetballer Maarten Woudenberg in de
uitzending, ook in Het Hemeltje. Hij lag te stikken toen hij zag
"dat er een deur open stond". "Ik ben snel teruggekomme en over al die
mensen heen ben ik hem snel gesmeerd", zei hij. Er kan hem niets worden
verweten en toch gaat hij een moeilijke tijd van wroeging tegemoet.
Koningin Beatrix werd korte tijd van een afstand gefilmd, terwijl ze
praatte met slachtoffers. De gesprekken zelf kregen de kijkers niet te
horen, terecht. Wel het bezoek laten zien maar niet alle ontmoetingen
woordelijk volgen. Andere staatshoofden laten vaak de camera toe bij
dergelijke gesprekken die dan hun betekenis van troost verliezen omdat
het staatshoofd zich over de slachtoffers heen tot de natie richt: "kijk
mij eens". Daar gaat het op zo'n moment niet om.