M A K E R S :
Leren lezen met Ienieminie
TITIA KETELAAR
Zeg Ieniemienie of fluit de
begintune van Sesamstraat en zeker drie generaties Nederlanders
zullen glimlachen. Een gesprek met de vice-president van de Sesame
Workshop, Pamela Green, over een programma dat verder rijkt dan het
scherm.
Kindertelevisie moet méér zijn dan alleen entertainment,
benadrukt Pamela Green verscheidende malen. Het is de mission
statement van de Sesame Workshop, het bedrijf achter 's werelds
bekendste kinderprogramma: "Het maken van innovatieve, innemende en
vooral educatieve televisie die kinderen stimuleert en hen helpt zich
verder te ontwikkelen." Entertainment is slechts het middel om die
educatie te bereiken. Dat die gedachte succesvol is, blijkt wel uit het
feit dat het vlaggenschip van het bedrijf, Sesame Street,
inmiddels in 140 landen wordt uitgezonden, en in Nederland binnenkort
haar 25-jarig jubileum viert.
Sesame Street werd in 1969 bedacht door Joan Ganz Cooney,
producent van kinderprogramma's voor de Amerikaanse publieke omroep PBS.
Cooney zag dat kinderen gefascineerd naar de reclameblokken op televisie
konden kijken, en zelfs dagen later de geluiden en muziekjes uit de
reclames nog na konden doen. Op basis daarvan ontwikkelde ze een
programma om kinderen uit arme gezinnen - die vaak met een achterstand
aan de lagere school beginnen - via televisie bij te spijkeren. Poppen
van de hand van Jim Henson, de maker van de Muppetshow, hielpen
de kinderen daar op een speelse manier bij.
Volgens berekeningen zouden inmiddels ruim 110 miljoen Amerikaanse
kinderen door het programma hebben leren tellen en lezen. Of het er
daadwerkelijk zoveel zijn, betwijfelt ook Pamela Green, vice-president
van de Sesame Workshop. "Maar de invloed van het programma is zeker
groot", zegt ze. "Niet alleen in voorschoolse educatie, maar Sesame
Street leert ook andere vaardigheden. Het was bijvoorbeeld het
eerste programma met een multiculturele cast. In Mississippi werd het
programma daarom in eerste instantie geweigerd."
Green is belast met onder meer de strategie van het bedrijf, en ziet
erop toe dat de ideologische gedachte achter Sesame Street
behouden blijft. Zo leert de Workshop Amerikaanse
kinderdagverblijven hoe zij het populaire programma bij de dagelijks
omgang met kinderen kunnen gebruiken. Bijvoorbeeld door tijdens het
kijken vragen te stellen, en door activiteiten te bedenken die
aansluiten op wat de kinderen hebben gezien. "Sesame Street is
meer dan een programma, het is een show die verder reikt dan het
televisiescherm", zegt Green.
Doet de Workshop daarmee niet iets dat eigenlijk een taak is voor de
opvoeders? Green: "Het is niet zo dat wanneer je de kinderen voor het
scherm zet, ze een volledige scholing krijgen.
Sesame Street is educatief gereedschap dat pas echt op de
kijkertjes inwerkt als de televisie uit is. Een ouder of verzorger moet
het kind vervolgens stimuleren om, met de dingen die het via het
programma geleerd heeft, op onderzoek uit te gaan. Het programma moet de
nieuwsgierigheid van kinderen prikkelen. Vanaf het begin was onze slogan
dan ook get ready for school, maak je klaar om naar school te
gaan."
Je zou ook kunnen stellen dat jonge kinderen helemaal geen televisie
moeten kijken, maar op een andere manier dingen moeten leren. "Kinderen
hoeven geen televisie te kijken, maar het is onrealistisch te stellen
dat kinderen dat ook niet doen. Het is een feit dat in bijna ieder
huishouden een tv-toestel staat, en ouders het vaak makkelijk vinden om
een kind even voor het scherm neer te zetten. Als ze dan tóch
kijken, kunnen ze beter naar iets waardevols kijken."
"Vaak wordt gezegd dat televisiekijken een passieve bezigheid is. Maar
de hersenen van een kind werken op volle toeren. Het kind leert kleuren,
letters en cijfers te onderscheiden en zijn fantasie van wordt
gestimuleerd."
In haar hotelkamer in Amsterdam keek Green het afgelopen weekeinde
naar de Nederlandse versie van Sesame Street. Ondanks de
taalbarrière was het een herkenbaar programma, vond ze. Vijftig
procent van Sesamstraat is dan ook afkomstig van de Workshop.
Alle coproducenten - in Nederland: de NPS - zijn verplicht om dat
percentage af te nemen van de Amerikanen. Bert en Ernie, en vrijwel alle
andere scènes met muppets, worden voor de Amerikaanse markt
gemaakt en hier nagesynchroniseerd. De andere helft van het programma is
puur Nederlands, zegt Green stellig. "Er wordt weleens gesproken van
Amerikaans imperialisme als het over Sesame Street gaat. Maar elk
programma moet de behoeften van het eigen land weerspiegelen." In
Nederland wordt daarom minder aandacht aan letters en cijfers besteed
omdat verwacht wordt dat kinderen dat op de peuterschool leren. In
plaats daarvan gaat de aandacht uit naar sociale vaardigheden en het
leren omgaan met emoties, zoals angst.
Ook hier is het programma nog steeds een succes. Ouders waarderen het,
zo bleek onlangs uit cijfers van Kijk- en Luisteronderzoek. Van de drie-
tot zevenjarigen kijkt 85 procent naar Sesamstraat, en
zeven van de tien ouders vinden het programma de moeite van het kijken
waard.
Sesamstraat, dagelijks van 18.00 tot 18.15u. bij de NPS op Ned.3