Soedan boos over cadeautje NCRV
Door onze correspondent KOERT LINDIJER
NAIROBI, 18 DEC. Tussen
Nederland en Soedan dreigt een diplomatieke rel over een door de NCRV
geschonken radiostation aan Zuid-Soedan. Volgens Soedanese kranten heeft
de Soedanese ambassadeur in Den Haag, Abdel Halim Babo, protest
aangetekend bij minister van Ontwikkelingssamenwerking, Eveline
Herfkens. De Nederlandse zaakgelastigde in Khartoum, Jan Waltmans, werd
gisteren in de Soedanese hoofdstad ontboden op het ministerie van
Buitenlandse Zaken.
Het radiostation is een presentje ter gelegenheid van het 75-jarig
bestaan van de NCRV, vorig jaar. Het door christenen en aanhangers van
traditionele godsdiensten bewoonde zuiden van Soedan is al sinds 1957 in
conflict met de regering in het geïslamiseerde noorden. Door honger
en oorlog kwamen de afgelopen 15 jaar zeker één miljoen
Zuid-Soedanezen om. Het platteland wordt grotendeels gecontroleerd door
het Soedanese Volksbevrijdingsleger (SPLA). Tot 1991 had het SPLA zijn
eigen radiostation. Sindsdien kunnen de Zuid-Soedanezen alleen luisteren
naar het regeringsstation in de hoofdstad Khartoum, dat uitzendt in het
Arabisch. Dit station is alom gehaat omdat het wordt geassocieerd met
het islamitische noorden. Onafhankelijke informatie bereikt de Zuid-
Soedanezen nauwelijks. Dat vacuüm moet het nieuwe radiostation
volgens de oprichters opvullen. Volgens de Soedanese regering steunt het
station echter het SPLA. Een SPLA-leider, Telor Deng, bezit volgens
Khartoum aandelen in het radiostation. Telor Deng was tot 1991
vooraanstaand lid van het SPLA. Sindsdien heeft hij echter niets meer
met de bevrijdingsbeweging te maken. De afgelopen jaren werkte hij bij
Unicef; thans is hij werkzaam bij de Nieuwe Soedanese Raad van Kerken
(NSCA), die het radiostation beheert. Hij zit namens de NSCA in de
bestuursraad van het station.
Doel van het station is vrede te bevorderen, niet alleen tussen noord en
zuid maar ook tussen de verschillende stammen. Journalisten maken de
uitzending goeddeels in het veld. Het materiaal wordt in Oeganda in
elkaar gezet en dan naar de Wereldomroep in Hilversum gezonden. De
Wereldomroep straalt het programma vervolgens naar zijn zendmast op
Madagascar, vanwaar het programma iedere zaterdagochtend wordt
uitgezonden. Officieel gaat het station volgende week van start.