B E E L D :
Sinterklaas bestaat
Maarten Huygen
Om de onnozelste dingen kan ik
het hardste lachen. Dat gebeurde afgelopen zaterdag bij een serie
ongelukjes voor sinterklazen in Kopspijkers. Het hele gezin
schaterde mee, dat is nog leuker.
Variaties van sinten die van hun paarden tuimelden. Eén probeert op het paard te stappen maar zijn
jurk is te nauw, zodat hij op het paard blijft liggen en ergens bij
zijn kruis de jurk omhoog probeert te trekken, om zijn andere been over
het paard heen te slaan. Een sinterklaas die op een brommer tegen een
auto aanknalt. Piet rent er achteraan. Sinterklazen die hun mijter
verliezen, tegen de deurpost, door een plotselinge windvlaag. Je ziet
dan het echte donkere haar van de man achter de sinterklaas
tevoorschijn komen met het witte bandje voor de baard eroverheen. Al
die bestudeerde autoriteit in één klap weggevaagd, dat is
grappig. De kerstman zou nooit zo'n komisch effect hebben want die is
van zichzelf al een schertsfiguur. Een kerstman zal nooit in een
programma een vermanend gesprek houden en als hij zijn baard verliest,
is er niets gebeurd.
De Nederlandse sint is serieuzer en handhaaft ook onder niet-gelovigen
zijn gezag. Hij speelt zijn rol van licht luimige moralist met overgave
en niemand wil de vrijwilliger achter de figuur laten afgaan. Dan is
het grappig als het wel gebeurt. Sinds de jaren zestig zijn alle
autoriteiten van hun voetstuk gevallen maar het karakter van
sinterklaas is onveranderd gebleven. Hij is een nationaal symbool,
houdt hardnekkig stand tegen de globaliserende kerstman en kardinaal
Simonis wordt nietig in zijn aanwezigheid; hij wordt niet jaarlijks
plechtig in elke gemeente ingehaald. De kerstman treedt op in
televisiereclames maar een verkopende sinterklaas is blasfemisch. Ook
de bisschop in de Chocolade Letterman was in het genot van zijn
autoriteit. Minister Tineke Netelenbos - als politicus minder statig -
werd onderhouden over de NS, het milieu en al die fietsen zonder licht.
Zodra sidekick Paul de Leeuw de show dreigde te stelen of teveel vragen
stelde, riep sinterklaas hem tot de orde. "Ik stel hier de vragen", zei
hij. En De Leeuw gehoorzaamde. Sints gezag was een grap, maar toch. De
Leeuw maakte het contrast scherper door zich als "zuster Godelieke" te
verkleden, de vrouwelijke frater Venantius met zachte g après
la lettre. Daar zat zij als persiflage op het Zuid-Nederlandse
leven van de vorige eeuw naast een eigentijds ikoon. Dit brengt mij op
de terugkeer van Johnny Jordaan die in zijn hoogtijdagen al de
nostalgie vertegenwoordigde.In zijn Jordaan stond de lepel niet meer in
de brijpot. Opmerkelijk dat juist de VPRO dit prachtige drieluik bracht
over de smartlapzanger. Voorheen bracht de VPRO dat soort mensen alleen
tongue in cheek, ironisch met de tong bewegend in de wang. In
VPRO's geruchtmakende Hoepla van de jaren zestig mocht
jodelaarster Olga Lowina zichzelf belachelijk maken. In deze serie werd
Johnny Jordaan gespeeld door de ster van het ironische
Jiskefet, Kees Prins, maar dan in volle ernst. Hij zong beter dan
Johnny Jordaan zelf, zonder overdreven uithalen. De VPRO-generatie
zoekt houvast bij wat ze eerst verwierp. Johnny in de saamhorige,
monoculturele Jordaan. Toch was het verhaal niet nostalgisch, want het
ging over Jordaans innerlijke conflict met zijn homoseksualiteit in een
tijd dat geen Jordanees die accepteerde. Dat thema gaf vaart aan deze
goed geschreven, gespeelde en geregisseerde serie. Jeroen Willems in de
glansrol van de verfijnde Wim Sonneveld die een verhouding begon met de
volkse Johnny. De getrouwde Johnny die zich in wanhoop en tweestrijd
uit een rijdende auto stort en nooit meer terugkeert naar zijn oude
wijk. Ik heb het met spanning van begin tot eind uitgekeken zonder een
moment te missen. Wie had het dertig jaar geleden kunnen voorspellen:
anno 2000, Johnny Jordaan staat op uit de doden en sinterklaas bestaat
nog steeds.