|
|
NIEUWS
TEGENSPRAAK
SUPPLEMENT
DOSSIERS
ARCHIEF
ADVERTENTIES
SERVICE
|
NIEUWSSELECTIE
|
Een doorzichtiger markt voor bunkers
ROTTERDAM, 22 NOV. De Rotterdamse haven lijkt geen voor de hand liggende plek voor een startend internetbedrijf, maar ook in de scheepvaart neemt het elektronisch zakendoen een grote vlucht. Zo'n tweehonderd internetbedrijven, verspreid over de hele wereld, richten zich op alle facetten van de scheepvaart, van de handel in ladingen tot de inkoop van onderdelen. Eén van die websites is Smartbunkers.com, een elektronische marktplaats voor de handel in ladingen scheepsbrandstof, bunkers. Het hoofdkantoor van Smartbunkers.com staat in Rotterdam, filialen van het bedrijfje zijn gevestigd in Londen en Singapore. "Bunkers zijn nergens ter wereld zo goedkoop als in Rotterdam", vertelt directeur Karel Peters van Smartbunkers.com. "Rotterdam is een van de grootste raffinagecentra van de wereld. Maar dat wij hier zitten is eigenlijk toeval. Voor de handel in bunkers via internet maakt dat niks uit." Bunkerolie is zware stookolie, een restproduct van het raffinageproces van onder meer benzine en diesel. De substantie is zeer schadelijk voor het milieu. Verwerking ervan als afval is peperduur en daarom verkopen oliemaatschappijen het voor extreem lage prijzen als brandstof aan de scheepvaart. "Anders komen ze er niet vanaf", aldus Peters. Voor rederijen vormt brandstof evenwel zo'n 30 tot 40 procent van de operationele kosten. Op die post valt behoorlijk te besparen, want de prijzen van bunkers lopen sterk uiteen en verschillen per haven. Doordat het aanbod van scheepsbrandstof versnipperd is, kon een bloeiende markt ontstaan van handelaren die fungeren als tussenpersoon tussen rederijen en de producenten van bunkerolie. Ondoorzichtigheid is een kenmerk van die markt. Smartbunkers.com probeert de markt transparanter te maken, zegt Peters. Dat gaat echter maar tot op zekere hoogte. "Een volledig open marktplaats, waar vraag en aanbod voor iedereen zichtbaar zijn, is onmogelijk. Zo werkt de handel in bunkers niet." Aanbieders willen hun tarieven bijvoorbeeld niet openbaar maken, maar telkens één-op-één met rederijen onderhandelen over de prijs. Reders sluiten zelden langlopende contracten met aanbieders van bunkers, omdat ze niet op vaste plaatsen bij dezelfde producten kopen. Rederijen kopen het liefst zo weinig mogelijk bunkers tegelijk in, want brandstof neemt laadruimte in beslag. Minder lading betekent minder inkomsten. Schepen kopen daarom vaak per tocht in verschillende havens brandstof. "Alleen als ze bijvoorbeeld net uit Rotterdam komen en ze weten dat bunkers in de volgende haven veel duurder zijn, dan leggen ze vast een voorraad aan." Voor rederijen is de inkoop van brandstof vooral een logistiek proces. "Je moet proberen de rit zo te plannen dat je in de goedkopere havens je bunkers inkoopt en dat je daar van tevoren met leveranciers afspraken over maakt", legt Peters uit. Internet kan daarbij helpen. "Nu zijn rederijen vaak afhankelijk van tussenpersonen in die verschillende havens of leveranciers die ze toevallig kennen van een vorige keer. Via onze website kunnen ze gewoon een heleboel leveranciers in die haven een offerte vragen en de goedkoopste uitzoeken." Op dit moment verloopt minder dan een half procent van de handel in bunkers via internet. Peters verwacht dat dit binnen drie tot vier jaar een kwart zal zijn. "De meeste grote rederijen doen dat al, de kleine volgen dan vanzelf." Smartbunkers.com heeft van de verschillende elektronische marktplaatsen voor scheepsbrandstof het grootste volume. "De eerste transactie was in augustus en sindsdien is er voor ruim 10 miljoen dollar aan bunkers via onze website verhandeld." De gemiddelde transactiegrootte is 150.000 dollar. Inmiddels hebben zich 162 rederijen bij Smartbunkers.com aangemeld, waarvan 29 daadwerkelijk gehandeld hebben op de marktplaats. Internationaal bieden 235 leveranciers van bunkers in 167 havens hun brandstof aan via Smartbunkers.com. De Britse concurrent Bunker World (www.bunkerworld.com), eveneens een internetstarter, heeft weliswaar meer aangesloten rederijen en leveranciers, maar blijft in volume achter bij Smartbunkers.com. Ocean Connect (www.oceanconnect.com), een iniatief van de grote oliemaatschappijen als Shell en BP, is nog maar in enkele havens vertegenwoordigd. Peters verwacht niet dat Ocean Connect van de grond zal komen. "In de markt wordt Ocean Connect niet als onafhankelijk gezien. Dat is wel noodzakelijk om voet aan de grond te krijgen bij afnemers." Smartbunkers.com heeft geen banden met leveranciers of rederijen. Alleen een telecomaanbieder en een automatiseringsbedrijf hebben een strategisch belang in Smartbunkers.com. Hun aandeel komt bij elkaar opgeteld overigens niet boven de 20 procent uit. Grootste aandeelhouder is de verstrekker van risicokapitaal Gilde Investment. Daarnaast bezit het personeel, bij elkaar 25 man, aandelen van Smartbunkers.com. Peters verwacht dat Smartbunkers.com in de tweede helft van 2001 voor het eerst winst zal maken. De belangrijkste inkomstenbron is op dit moment commissie over via de website afgesloten transacties. De vergoeding bedraagt ongeveer 200 dollar per transactie. Peters verwacht op termijn vooral geld te verdienen op aanvullende diensten, zoals kredietverzekeringen, informatie over de kredietwaardigheid van rederijen en de verkoop van voor de scheepvaartsector belangrijke informatie. Transactiecommissies moeten uiteindelijk minder dan een derde van de omzet uitmaken. Als de handel in bunkers eenmaal van de grond is gekomen, wil Peters het aanbod op de elektronische marktplaats uitbreiden met smeerolie. "Uiteindelijk willen we de hele scheepvaartketen bestrijken." Samenwerking met andere internetbedrijven gaat hij niet uit de weg. "Ik verwacht dat we binnen een jaar met een andere succesvolle speler samengaan." Dat vergroot volgens Peters de kans om te overleven. Hij gaat ervan uit dat uiteindelijk een groot aantal van de tweehonderd startende internetbedrijven in de scheepvaart zal sneuvelen. "Er is hooguit plek voor een tiental sites. Voor de handel in scheepsbrandstof zullen er maximaal een stuk of drie overblijven."
Dit is het vijftiende en laatste deel in een serie over zakendoen op internet. Eerdere afleveringen verschenen op 12, 14, 15, 19, 21 en 26 augustus, 4, 12, 22, 26 en 30 september, 6 en 20 oktober en 9 november.
|
NRC Webpagina's 22 NOVEMBER 2000
|
Bovenkant pagina |
|