T V V O O R A F :
De wereld van de lekkende macht
HUBERT SMEETS
De blanke economische
wonderdokter in Oeganda weet alles: "keep working", zegt hij bemoedigend
tegen zijn zwarte leerlingen/patiënten. De lokale miss op het
podium van de Philips-roadshow in Minsk twijfelt evenmin:
"Philips, Philips", scandeert ze voor de Witrussische jeugd, alsof ze
Michael Jackson aankondigt. Beiden zijn figuranten in het nog niet
geschreven boek Ten Years that Shook the World over de opmars van
de globalisering.
De Amerikaanse marxist John Reed, auteur van het dolenthousiaste Ten
Days that Shook the World over de Russische revolutie, zou er wel
raad mee weten. De val van de Berlijnse muur in 1989 en de ontmanteling
van de Sovjet-Unie twee jaar later heeft de wereld immers op zijn kop
gezet. Het project heeft de afgelopen tien jaar pas echt vaart gekregen.
Volgens de harde tegenstanders is globalisering een dodelijke
samenzwering van multinationals. Volgens de gestaalde propagandisten is
ze de onvermijdelijke én heilzame eenwording van mondiale
sociaal-economische structuren. Volgens de zachte critici is ze een
tijger die zichzelf in de staart kan bijten. Maar een project is het hoe
dan ook. Globalisering is namelijk een ander woord voor convergentie. In
alle landen die zich aansluiten worden de handelsbarrières
afgebroken, de staatsbedrijven geprivatiseerd en de
concurrentieverhoudingen in het maatschappelijke verkeer (in de
financiële, sociaal-economische, culturele en dus ook politieke
sectoren) verscherpt.
Frank Wiering en George Brugmans van het programma DNW - rooksignalen
uit de nieuwe wereld proberen komende maand hierover enige
helderheid te verschaffen. Zondag openen ze de vierdelige reeks met
inleidende beschietingen. De poging alleen al verdient bewondering.
Globalisering is een proces zonder plaatjes en daarom voor mening tv-
collega een eerloos onderwerp. Globalisering is gecompliceerd en vergt
dus een genuanceerde aanpak. Globalisering is, kortom, geen simpel
verhaal dat zich in 'eyecatchers' laat vangen. Wiering en Brugmans
hebben desondanks doorgezet. Goddank.
Wat nadere uitleg van sommige begrippen - voor de vorm bijvoorbeeld in
grafiekjes - zou weliswaar geen overbodige luxe zijn geweest om de
inhoud steviger te stutten. Maar de kijker die zich afsluit voor hun
minder geslaagde visuele trucjes - die eerder onrust zaaien dan begrip
opwekken - en bereid is bij de televisie te luisteren, wordt niet
dommer.
Dat heeft te maken met de gesprekspartners. Op een enkele uitzondering
na zijn die stuk voor stuk de moeite van het aanhoren waard, of ze de
globalisering nu verafschuwen (zoals filosofe Vandana Shiva uit India),
bejubelen (Michael Mussa van het IMF) of in perspectief plaatsen
(voormalig Wereldbankmedewerker Joseph Stiglitz, thans werkzaam bij de
Amerikaanse denktank Brookings).
Mussa bijvoorbeeld stelt ons gerust. Globalisering is een tendens die al
sinds Marco Polo aan de gang is. Dat een tien-dollarbiljet in Calcutta
veel ingrijpender gevolgen heeft dan in Seattle, deert hem niet.
"Corruptie is immers overal." Het gaat hem om de welvaart en die neemt
toe. Zijn kompaan Peter Woicke van de Wereldbank is eveneens
enthousiast. In Rusland is de globalisering "een enorm succes" geworden,
meent hij. Vandana Shiva daarentegen voorspelt de vernietiging van
lokale infrastructuren, bijvoorbeeld als Hollandse bloemenboeren in de
Derde Wereld hun tulpen komen verbouwen om die vervolgens via Aalsmeer
te verhandelen. "Economische rekolonisatie". In haar ogen is
globalisering een soort evangelie. De apostelen "zien zich als scheppers
van de mens". Hybris. En hoogmoed komt voor de val.
Deze twee scholen zijn het oneens en zullen het nooit eens worden. Het
theoretische gelijk van Shiva laat zich simpelweg niet verzoenen met het
praktische gelijk van Mussa. Daarom is het goed dat Wiering en Brugmans
ook een bezoek hebben gebracht aan de politicoloog John Gray van de
London School of Economics (het instituut waar de globalist-avant-la-
lettre Mick Jagger een blauwe maandag heeft gestudeerd). Gray is
sprekend voor een camera genuanceerder dan schrijvend op papier. Maar de
kern van zijn visie is niet veranderd. Globalisering is een
"Angelsaksisch politiek project". De verscheidenheid aan marktsystemen
moet hierbij omgevormd worden tot één "universeel bestel
dat één oplossing biedt voor heel verschillende
problemen". Het gevolg is meer pluralisme (lees: concurrentie) en minder
bestuur (lees: politiek). Volgens Gray profiteren niet alleen de grote
supranationale ondernemingen (Shell). De consumenten (Greenpeace ten
tijde van de Brent Sparr) volgen hun spoor. "Er zijn geen uithoeken
meer. Niemand is meer verantwoordelijk", aldus Gray. Volgens hem een
alarmerende paradox. Globalisering kan de verschillen tussen winnaars en
verliezers verkleinen. Maar het omgekeerde is net zo goed denkbaar. Het
project stimuleert de achterblijvers nu al om zich op te sluiten in hun
"fundamentalistische" gelijk. Een stevige correctie van de koersen op
Wall Street zou zelfs in de VS een vergelijkbaar proces op gang kunnen
brengen. "De macht lekt weg", concludeert Gray.
De vergadering van de Wereldhandelsorganisatie (WHO) in Seattle heeft
dat geïllustreerd. De WHO-conferentie mislukte weliswaar, maar de
demonstraties op straat werden eveneens gesmoord in traangas. Anders
gezegd, de petitie in Seattle was een blanco enveloppe. Er stond geen
adres op én geen afzender.
Rooksignalen uit de nieuwe wereld: Globalisering, zondag,
Ned.3, 21.40-22.37u.