I N T E R V I E W :
Alles voor de kleinste aandeelhouder
Greg Childs, directeur
kinderprogramma's van de BBC weet het zeker: het tijdperk van de
couch potatoes is voorbij. De huidige generatie kinderen wil
controle over wat ze ziet en daarop kunnen reageren. Tijd voor een
digitale revolutie.
TITIA KETELAAR
Voor een zaal vol kinderprogrammamakers laat de directeur
kinderprogramma's van de BBC, Greg Childs, achteloos vallen dat hij per
jaar zo'n 200 miljoen gulden kan besteden aan het vullen van 'slechts'
1.800 uur kindertelevisie. Ter vergelijking: Z@ppelin, het nieuwe
jeugdnet op Nederland 3, zendt 3.100 uur uit en heeft een budget van 1,7
miljoen gulden, plus de etterlijke miljoenen die de verschillende
omroepen aan jeugdtelevisie uitgeven.
De afgunst wordt nog groter wanneer Childs de nieuwe plannen van de BBC
ontvouwt: eind 2001 hoopt de Britse publieke omroep met zeven nieuwe
digitale kanalen te komen, waaronder twee voor kinder. Het voorstel moet
nog worden goedgekeurd door het Britse publiek, dat door een verhoging
van het kijk- en luistergeld zal meebetalen aan de nieuwe zenders. De
Britse regering beslist in februari 2001 of de BBC door kan gaan met
haar plannen.
"Digitale kindertelevisie is een logische stap", vindt Childs. "De
huidige generatie leert van jongsaf aan omgaan met computers. En werken
met computers betekent co-authorship. Jij hebt de macht om te
beslissen wat je wilt zien, en je kunt reageren op wat je ziet. Dit is
een kritische generatie. De kinderen van nu zijn niet langer passieve
couch potatoes die onderuit gezakt kijken naar wat de
programmamaker ze voorschotelt. Ze eisen kwaliteit en variatie. Wanneer
je ze dat niet geeft, zappen ze naar de concurrent die dat wel biedt."
Childs spreekt met passie over interactie in kinderprogramma's. Volgens
hem is het één van de belangrijkste ingrediënten.
"Het maakt niet uit hoe die interactie verloopt - een brief waar je drie
weken later antwoord op krijgt, e-mail, telefonisch meestemmen op jouw
favoriete liedje - maar door interactie krijgen kinderen het idee dat ze
mee kunnen beslissen.
"We pochten er nooit zo over, maar de BBC was de eerste omroep met een
interactief kinderprogramma: Blue Peter, in 1958. Kinderen konden
brieven sturen, en meedoen met acties, zoals het verzamelen van
melkdoppen om projecten voor kinderen in achterstandswijken te helpen."
Het programma bestaat nog steeds. Wanneer je voor de tweede keer een
brief of tekening stuurt, krijg volgens Childs een antwoord dat begint
met 'Thanks for writing again'. Childs voorspelt dat wanneer de
BBC met digitale televisie mag beginnen, kinderen ook met elkaar over
programma's zullen gaan praten. De beelden hoeven dan niet langer op
televisie te verschijnen, maar kunnen ook, met een speciale antenne, per
computer worden bekeken. Vervolgens is er de mogelijkheid voor een
reacties op de uitzending. "Zo kan je een online community rond
Children's BBC bouwen.
Natuurlijk is een deel van de digitale plannen ook uit marketingoogpunt
bedacht, geeft Childs toe. "Deze generatie is de kijk- en
luistergeldbetaler van morgen. Wanneer wij nu niet laten zien dat we
nadenken over wat zij willen, en hen mee laten beslissen
over programma's, zullen ze in de toekomst denken 'kijk- en luistergeld?
Waarom zou ik dat moeten betalen aan een omroep die niet aan mij
denkt?"'Tot nu toe reageren de Britten enthousiast op de plannen voor de
digitale kanalen. Tegenstand verwacht Childs met name van de grootste
concurrenten van Children's BBC:de commerciële zenders Cartoon
Network, Fox Kids en Nickelodeon. De Britse overheid geeft, voor zij een
beslissing neemt, de concurrentie gelegenheid om advies te geven over de
plannen.
Childs: "Ze roepen nu al dat de BBC het kijk- en luistergeld van de
Britten verspilt omdat de twee kinderkanalen niets zullen toevoegen aan
hun aanbod. Ze zijn gek. We kunnen bewijzen dat onze programma's divers,
kwalitatief goed en stimulerend zullen zijn.
"Samen bieden die zenders een heel divers programma, maar zeg nu zelf,
apart is het toch niets bijzonders? Cartoon Network is een prachtige
zender, wanneer je tekenfilms wilt zien. De programma's van Nick Jr.:
fantastisch, maar het zijn dan ook herhalingen van oude BBC-
programma's. Nickelodeon heeft een zeer goede kijk op wat kinderen
willen, maar zendt vooral veel Amerikaanse programma's uit. Er wordt
geen geld uitgegeven aan Britse of Europese programma's."
Childs mag zichzelf wat dat laatste betreft graag op de borst kloppen.
"De BBC uniek", zegt hij stellig. "Negentig procent van onze
kinderprogramma's wordt in Groot-Britannië gemaakt, en dat zijn
programma's van een hoge kwaliteit. Drama, animaties, spelshows, alles
produceren wij zelf. Ook programma's als de Teletubbies, of de
Tweenies, waarbij in het achterhoofd wel aan de internationale
markt werd gedacht, zijn puur Brits, want Britse kinderen hebben altijd
als motto: Learning through play, leren door te spelen. Dat is
ook een van de redenen waarom wij als enige publieke omroep in de wereld
Sesamstraat niet uitzenden. We vonden het in de zestiger jaren
tè didactisch, nog steeds trouwens. Educatie moet in alle
kinderprogramma's voorkomen, maar wel in samenhang met entertainment en
informatie."
Childs geeft toe dat zijn pleidooi erg etnocentrisch klinkt, en wellicht
te makkelijk voor een omroep die 55 miljoen pond per jaar kan spenderen
aan kindertelevisie. "Maar kinderkanalen zouden niet moeten toestaan dat
de rotzooi van de wereld maar bij hun wordt gedumpt. Misschien vinden de
aandeelhouders dat wel goed, maar mijn aandeelhouders - en die zijn niet
groter dan mijn middel - accepteren dat niet."