|
|
|
NIEUWSSELECTIE Dossier Peper
|
Peper strijdt voort tegen het 'broddelwerk'
AMSTERDAM, 24 OKT. Ik moet vechten, zei oud-burgemeester A. Peper van Rotterdam maart dit jaar bij zijn aftreden als minister van Binnenlandse Zaken. Maar om te kunnen vechten, ging hij verder, kan ik geen minister blijven - dat tastte de waardigheid van het ambt te zeer aan. Zonder de ballast van een openbare functie heropende hij gisteren de strijd. Bij de Raad van Tucht voor Registeraccountants attaqueerde zijn advocaat J. Mentink, gesecondeerd door de oud-minister, de forensische accountants van KPMG. Deze hadden, bij hun onderzoek voor de Rotterdamse raadscommissie die Pepers declaraties negatief beoordeelde, de grenzen van het betamelijke overschreden. Ze zagen belangrijke documenten over het hoofd, ze rapporteerden soms onjuiste feiten, ze lekten naar de pers enfin, er deugde weinig van het KPMG-werk, zei Mentink. Peper flankeerde hem. En knikte heftig. Het was ruim een half jaar vrijwel stil rond de gevallen minister. Het gevecht dat hij bij zijn aftreden aankondigde, bleek destijds maar een paar weken te duren. Hij kondigde acties aan tegen het Algemeen Dagblad en Rotterdams Dagblad daarvan is tot nu toe niet gebleken. Na publicatie van het raadsonderzoek (Peper was toen al afgetreden) stelde hij zich, vanuit een Noors skioord, in De Telegraaf en Nova fel teweer tegen de stortregen aan declaraties met een privé-karakter die het rapport beschreef. Hij was geslachtofferd in een "politiek proces", zei Peper. En het krukkige karakter van het KPMG-werk was volgens de oud-burgemeester bewezen toen enkele dagen na ommekomst van het rapport documenten op tafel kwamen die bewezen dat een aantal bekritiseerde reizen wel degelijk functioneel was. KPMG had van die reizen de functionaliteit niet kunnen vaststellen. Nochtans bleef in maart overeind, na die ontlastende documenten, dat van nog altijd 14 van Pepers dienstreizen de functionaliteit niet was vastgesteld. Veelal gaat het daarbij om grote, intercontinentale reizen waarvoor declaraties van tienduizenden guldens zijn ingediend. Gisteren bleek niet dat Peper er het afgelopen half jaar in is geslaagd papieren te verzamelen die hem ook voor die reizen ontlasten. Zijn stelling van maart, dat hij alle negatieve oordelen over zijn declaraties kan weerleggen, werd gisteren dus niet gestand gedaan. De nieuwe kritiek op KPMG beperkte zich tot enkele kleine voorbeelden. Zo gewaagde Mentink van "grote slordigheid" bij KPMG door een relatie te leggen tussen Peper en het gebruik van de gemeentelijke boot 'Nieuwe Maze' door N. Kroes. Op een moment, vervolgde Mentink, dat Peper en Kroes nog geen verhouding hadden. "Broddelwerk" - Hij trok er een vies gezicht bij, Peper volgde. KPMG's advocaat F. Waardenburg koos een zakelijker toonzetting. Hij somde droogjes op dat KPMG in zijn ogen niets valt te verwijten. Op het meest gevoelige punt dat KPMG ten tijde van de publicatie niet over documenten beschikte die in Pepers voordeel zijn wees hij er met nadruk op dat KPMG om die stukken had gevraagd, doch deze niet had ontvangen. Hij begon overigens met een veeg uit de pan voor Peper. Als de toenmalige minister gewoon had meegewerkt aan het onderzoek, zei Waardenburg tot zichtbaar gerief van de KPMG-delegatie, "hadden we hier nu niet gezeten". Peper schudde het hoofd heftig. Later zei hij: "Ik bestrijd dat ik niet heb meegewerkt." Peper zegde destijds onder meer een afspraak met de raadscommissie op een laat moment af, omdat hij geen voorinzage in het onderzoeksmateriaal kreeg. Het tuchtcollege, voorgezeten door de Amsterdamse raadsheer J. Willems, beperkte zich tot soms kritische vragen aan beide partijen. Willems zei na afloop niet te kunnen zeggen hoe het tuchtcollege eerder oordeelde over accountantsonderzoek dat is gestoeld op een niet geheel volledig feiteninzicht. Het tuchtcollege kan accountants op een aantal manieren straffen. Men kan een klacht gegrond verklaren zonder oplegging van een sanctie (de lichtste veroordeling), men kan een accountant 'doorhalen', van zijn functie ontheffen (de zwaarste). De tuchtraad doet op zijn vroegst over drie maanden uitspraak. Mentink wees er enkele malen op dat de rijksrecherche zorgvuldiger werkt dan de KPMG-accountants. De rijksrecherche is voor de ex-minister op dit moment van grotere waarde dan de tuchtraad. In de verhoren die hij daar heeft ondergaan, wordt materiaal voor een mogelijke vervolging verzameld. Gebeurt dat, dan is Peper de eerste Nederlandse ex-minister die zich voor zijn declaraties moet verantwoorden bij de rechtbank. De onderzoeksbasis voor het Bredase parket is hetzelfde KPMG-onderzoek dat Mentink gisteren zo heftig attaqueerde. Eerste onderzoeksresultaten van de rijksrecherche leren dat lang niet alle feiten uit de KPMG- rapportage voor vervolging in aanmerking komen. Dat wil niet zeggen, aldus een betrokkene , dat men het KPMG-werk onzorgvuldig vindt. "Het is grondig werk. Maar een vervolging is nu eenmaal van een andere orde." Eind november wordt bekend of Peper voor de rechter wordt gedaagd.
|
NRC Webpagina's 24 OKTOBER 2000
|
Bovenkant pagina |
|