|
|
|
NIEUWSSELECTIE overheid.nl
|
Minister Van Boxtel over nieuwe
technologieën
Wachten op de e-gemeente
ROTTERDAM, 19 OKT. Stel, u wilt een uittreksel uit de registers van de Burgerlijke Stand van de gemeente Den Haag. Dat betekent dat u vroeg opstaat om om acht uur 's ochtends bij het gemeentehuis of een van de deelkantoren in de rij te gaan staan voor het loket. Na geruime tijd wachten krijgt u voor 17,50 gulden uw uittreksel. Kan het ook anders? Nog niet, maar in 2002 moeten vijftig producten en diensten waarvoor nu nog een gang naar het gemeentehuis nodig is, via internet kunnen worden afgehandeld. Tenminste 150 producten en diensten moeten online worden aangeboden. Burgers moeten bovendien op de gemeentelijke websites meer kunnen vinden dan een toeristische omschrijving van de gemeente. De sites moeten de burger de weg wijzen bij het aanvragen van bijvoorbeeld een kap- of trouwvergunning, of het aanvragen van huursubsidie. Om de e-gemeenten te realiseren, geeft minister van Boxtel, die binnen het kabinet de overheidsinformatie coördineert, gemeenten eenmalig een subsidie van 25.000 gulden. Alleen gemeenten die nog geen dienstverlening via internet hebben opgezet - slechts 227 van de 537 Nederlandse gemeenten hebben een eigen website, en een klein aantal biedt online diensten aan - komen in aanmerking voor de subsidie. Voor de regeling is slechts 4 miljoen gulden beschikbaar, wat betekent dat 160 gemeenten gebruik kunnen maken van de subsidie. Het is weinig geld voor veel bedoelingen. In tegenstelling tot bijvoorbeeld de Verenigde Staten, waar de burger al langer online bijvoorbeeld zijn car registration license kan verlengen, moet de Nederlandse burger niet alleen één product kunnen aanvragen, maar ook op gerichte vragen een antwoord krijgen bij een digitaal loket volgens een vraagmodule. Wanneer de burger iets over huursubsidies te weten wil komen, moeten alle diensten die met het aanvragen van een huursubsidie te maken hebben in een oogopslag te vinden zijn. R. Leenes, docent Recht en Informatie aan de Universiteit Twente, vindt de keuze voor gerichte vragen terecht. "Bij een gemeente ga je niet gezellig, ongericht shoppen." Leenes is nauw betrokken bij het project Overheidsloket 2000 en hielp onder meer bij het opzetten van het Digitale Loket Enschede, dat over twee weken van start gaat. "Je wordt juist vaker geconfronteerd met de overheid. Je hebt een vraag en wilt van de gemeente een direct antwoord, bijvoorbeeld welke instanties je bij een verhuizing op de hoogte moet stellen." Voorbeeld van zo'n Digitaal Loket is de website van de gemeente Soest. De toekomstige inwoner van deze gemeente krijgt op de welkompagina van de site een uitnodiging voor een bijeenkomst voor nieuwe ingezetenen, en kan via de site meteen een verhuisbericht naar de gemeente sturen. De raadsagenda van Soest is online te lezen, en ook klagen over de gemeente kan door het invullen van een formulier op de site. Het online betalen van bijvoorbeeld hondenbelasting kan echter nog niet. De gemeente Soest loopt met haar digitale loket voorop. De meeste gemeentelijke websites bieden niet veel meer dan informatie over de ophaaldagen van het huisvuil, en de openingstijden van het gemeentehuis. Dat is logisch, vindt Leenes. "Grote gemeenten vinden het opzetten van een website belangrijk voor de communicatie met burgers. Kleinere gemeenten kunnen zich nog niet veroorloven om energie te steken in het bouwen van een website. " Het opzetten van een digitaal loket betekent volgens hem bovendien niet alleen de site, maar ook het reorganiseren van werk, zodat online ingevulde formulieren automatisch in databestanden terechtkomen. "Want het kan niet zo zijn dat een burger een formulier online invult, en dat dit formulier vervolgens uitgeprint moet worden en de gegevens door iemand in een database moeten worden ingevuld." Overheidsloket 2000 zal volgende maand vraag-antwoord modules op cd-rom aanbieden. Ook de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) begint een project om haar leden te helpen bij het opzetten van "kwalitatief goede sites" om de " interactie tussen burger en overheid te bevorderen ." Leenes denkt echter dat de e-gemeenten pas werkelijk interessant worden, wanneer de grens tussen privaat en publiek online zullen vervagen. "Stel, je vraagt bij het digitale loket informatie over trouwen, en je kan meteen doorklikken naar de sites van juweliers om trouwringen te bekijken. Of je vraagt informatie over huursubsidies en krijgt het huuraanbod ook te zien." Op dit moment is het vaak een probleem om de lokale overheid op internet te bereiken. Het intikken van www.gemeentenaam.nl voldoet niet altijd. Zo verwijst www.rotterdam.nl naar de portal Rotterdam en www.stadhuis.rotterdam. nl naar de officiële gemeentesite. Alle gemeentelijke websites zijn te vinden via www.overheid.nl. 'Minder gemeenten door internet'
DEN HAAG, 19 OKT. Toepassing van informatie- en communicatietechnologie door gemeenten, kan leiden tot een verkleining van het het aantal gemeenten, en zelfs van het aantal departementen. Dat zegt desgevraagd minister Van Boxtel (Grote Steden- en Integratiebeleid), die binnen het kabinet de overheidsinformatie coördineert. De bewindsman wil zich nog niet vastleggen op het aantal gemeenten dat kan worden samengevoegd, , ,maar vaststaat dat er een enorme druk op territoriale grenzen zal komen," aldus Van Boxtel. De burger moet 24 uur per dag via internet zijn gemeente kunnen bereiken voor allerlei zaken, "het paspoort niet meegerekend". Zo kan de inwoner van Leeuwarden een electronisch verhuisbericht sturen. Groningen biedt de mogelijkheid via internet aangifte van hondenbelasting te doen. En in Tilburg kan via internet bezwaar tegen gemeentelijke belastingen worden gemaakt. Door die diensten te concentreren in grootstedelijke conglomeraties kan door samenvoeging het aantal gemeenten dalen. Ook het aantal departementen zou daardoor volgens hem kunnen dalen. Van Boxtel maakt een duidelijk onderscheid tussen dienstverlening die door de overheid via internet kan worden geboden en 'e-democracy', deelname aan democratische besluitvorming via internet. "Je kunt je voorstellen dat mensen via chatrooms en allerlei peilingen van hun inspraak gebruik gaan maken. Maar hoe en op welk moment moet dat gebeuren ? Daarover bestaan allerlei ideeën. Om die te inventariseren wil ik een Centrum voor Innovatieve Besluitvorming oprichten." Bood internet voorheen feitelijk alleen informatie, daarna heeft het een interactief karakter gekregen. Die fase gaat nu over in die van de 'transactie', mensen gaan via internet kopen. Het stadium dat daar volgens Van Boxtels 'future mapping' zonder twijfel achteraan komt is dat van de 'transformatie', die forse politieke en organisatorische gevolgen gaat hebben. De minister voelt er niets voor om gemeenten te dwingen vanaf 2003 internet te gaan gebruiken als verplicht communicatiemiddel om bijvoorbeeld bouwvergunningen aan te vragen, huwelijken te sluiten of raadsvergaderingen 'uit te zenden'. Het Electronic-highway Platform Nederland (EPN) heeft daarvoor gepleit. In het EPN werken sinds 1996 bedrijfsleven, overheid, politiek, wetenschap en maatschappelijke organisaties samen. Volgens het platform zijn vooral gemeenten met minder dan 50.000 inwoners laks op het gebied van informatietechnologie. Van Boxtel vindt een wettelijke verplichting vooralsnog niet nodig. "Ik heb de gemeenten veel geld beschikbaar gesteld en daar komt binnenkort nog meer bij. De belangstelling is massaal. Voor gemeenten die nog niet zo ver zijn komt een handboek beschikbaar. Nee, een wet lijkt me niet nodig. De financiële 'voorhangworst' doet het prima." |
NRC Webpagina's 19 OKTOBER 2000
|
Bovenkant pagina |
|