B E E L D :
Wilden in lappen
Maarten Huygen
Palestijn was ze niet, maar de
Nederlandse echtgenote van een Palestijn. En ze was met haar kinderen
het geweld even ontvlucht. Dat was al genoeg om te worden uitgenodigd
voor Buitenhof. Ze vertelde wat ze had meegemaakt en wat haar man
en schoonvader ervan vonden. Ze was informatief, maar het bleef toch een
verhaal uit de tweede hand, een equivalent van het interview op
Schiphol.
Goed gebekte Palestijnen schitteren door afwezigheid op het beeldscherm,
niet alleen in Nederland. Dat is altijd zo geweest tijdens crises in
Israel en zo verliezen Palestijnen altijd de slag om de wereldopinie.
Het begint al met Arafat zelf, de autocraat met die vreemd gevonden
theedoek en dat doet weer denken aan gemaskerde mannen en zijn verleden
als terrorist. Behalve hem zijn er veel verlichte Palestijnse
professionals die een goed woordje kunnen doen, maar ze komen zelden in
beeld. Israelische joden komen ruim aan bod en die lijken op ons. Maar
Palestijnen zijn te zien als angstwekkend schreeuwende, in lappen
gehulde neanderthalers. Onderdrukking heeft hen tot ondermensen gemaakt,
opgesloten in eigen land. Dat die toekomstlozen in hun claustrofobie hun
kinderen in gevaar brengen door hen naar demonstraties mee te nemen,
wordt tegen hen gebruikt. De Israelische correspondenten van
Netwerk en Nova voelden zich persoonlijk bedreigd en ik
begon me al kijkend ook zorgen te maken over hun veiligheid.
Elke dag zie je in het avondnieuws de oink-oink massa's dreigend
opmarcheren met een lijkkist in hun midden en stenen gooiende jongeren.
Maar er zijn geen Palestijnse intellectuelen die uitleggen waarom. Er is
veel aandacht voor de morele dilemma's van de links-joodse groep
Vrede Nu, geestverwanten van de kijker, want die wil ook vrede.
Maar de eerste dieptereportage over de frustraties in Nabloes of de
Gazastrook moet ik nog zien. Wel de linkse joodse hoogleraar Saul
Landau, maar niet de welsprekende Palestijnse vertegenwoordigster Hanan
Ashrawi. De bezette gebieden zijn ongetwijfeld moeilijk toegankelijk
voor de camera, maar de zogenoemde Arabieren in Israel zelf moeten wel
bereikbaar zijn. Honderd Palestijnen dood, maar Netwerk kwam met
een traanreportage van een moeder van een achttien jaar geleden
ontvoerde Israelische soldaat. Het ene leven is nu eenmaal het andere
niet. Er zijn gunstige uitzonderingen.
Netwerk had vorige week een Arabische Israeli in het programma.
Nova bracht eergisteren een telegesprek met een woordvoerder van
Arafat. Hij kon al vertellen dat hij zich van het ultimatum niets zou
aantrekken en dat was meteen nieuws, dus zo iemand zou vaker in beeld
moeten. Zodra er een Palestijn verschijnt, wordt het interessant.
Barend en van Dorp hadden gisteren eens een Neder-Palestijn
uitgenodigd, Hany Abu-Assad, regisseur van de film Het veertiende
kippetje. Zowel hij als presentator Frits Barend maakten zich zorgen
over familie in Israel, aan beide zijden van het conflict, dus er
ontspon zich een boeiende discussie. Mensen als Barak deden hun best,
zei Abu-Assad, maar kwamen door de rechtse oppositie niet verder dan
voor Palestijnen onaanvaardbare compromissen die niet voldeden aan de
VN-resoluties. Andries Knevel had Ronny Naftaniel, Nederlands
voorlichter voor Israel, als gast. Die heeft een abonnement op zijn
programma. Knevels Evangelische Omroep heeft een bijzondere band met het
Heilige Land en zamelt geld in voor Israelische kindertehuizen. Een
sombere en emotionele Molukse voetbalspecialist, Simon Tahamata, keek
jaloers naar alle internationale aandacht voor Israel. Waarom gaat Kofi
Annan wel daarheen maar niet naar de Molukken, vroeg Tahamata zich af.
Naftaniel: "In het buitenland zitten maar drie of vijf Molukkers en die
kunnen niet de Molukse zaak op de kaart zetten. Nodig is dat de Molukken
in de wereld een vuist maken en in de wereld lobbyen en er zijn er te
weinig en het is slecht georganiseerd." Er is niets mis met een sterke
internationale lobby, maar een volk dat daarin slaagt, wordt niet langer
onderdrukt.